maandag 31 oktober 2016

Verschil aalscholver en kuifaalscholver

Het verschil tussen een aalscholver en een kuifaalscholver is op de foto's van de volgende pagina's mooi te zien:

John Coveney flickr 

Celia Bartlett Photography 

De aalscholver heeft twee staartveren meer dan de kuifaalscholver. Ook héél handig om te weten...!

Raaf, Rode wouw, Zwarte zee-eend, Bosuil, Kuifaalscholver


Een paar uurtjes trektellen op het Maldens Vlak levert me, behalve een ontspannen gevoel van al die ruimte om me heen en een lekker zonnetje op m'n hoofd, eindelijk mijn eerste raaf op. Nou ja, ik word door de collegatrektellers attent gemaakt op een ravenroepje een kilometer verderop. Desalniettemin een heuse waarneming. En m'n eerste 'lifer' van dit weekend.
















Doorfietsen naar de Kraaijenbergse plassen. In de hoop de grote zee-eend wat beter te kunnen bekijken dan een paar dagen terug. Ik heb geluk. Een tweetal vogelaars staat al te kijken naar het beestje dat op een honderdtal meter van de oever vandaan zwemt. De vogelaars blijken bekenden te zijn en één verwijst me naar een eveneens zeldzame zwarte zee-eend op een plas verderop. 

Vogelaar L. en zijn vrouw weten me de eend aldaar aan te wijzen. Zelf had ik hem nooit gevonden tussen al het gevogelte op het water. De eend blijkt ook nog eens bruin te zijn. Een vrouwtjeseend zal eens niét moeilijk doen! Wat later laat vogelaar J., die me op deze zeevogel attendeerde, me de jongedame door zijn telescoop bekijken. Lifer nummer twee!

Naar huis fietsen, eten, doorfietsen naar de Duivelsberg voor een nacht-van-de-nacht-wandelingGoede kans op een nieuwe Gelderse vogel: de bosuil. 

Het wordt een verschrikking. De opkomst is enorm. De wandelaars worden verdeeld in groepen van vijftien man. Kinderen in de kindergroep. Voor en achter de groep een excursieleider. Bedoeling van de wandeling: langzaam schuifelen door het bos, geen schijnwerpers en genieten van de nachtelijke stilte. Top! De realiteit is anders. Ik zit in een groep van vier-en-twintig man, met minstens zeven zenuwachtig piepende kinderen, die om de haverklap hun schijnwerper aandoen. Vóór mij een vader (met stadionverlichting op zijn pet) die onafgebroken praat tegen zijn aan hem hangende zoontje en dochter. En vice versa. Als ik me terugtrek naar het eind van de groep, in de hoop op wat meer stilte, moet ik het geflikflooi en gegiechel aanhoren van de tweede excursieleider. Die had het een goed idee gevonden om zijn vriendinnetje mee te nemen. Geïrriteerd loop ik de helft van de tocht met de vingers in mijn oren. En met zaklampverblinde ogen. Stiekem hopend op een welgeplaatste boomstronk voor de voeten van de irritantste deelnemers. 

Oké, ik geef toe; ik ben oud en zuur. En ik kom te weinig onder 'normale' mensen. Tussen al het gekir en geklessebes toch nog de bosuil mooi horen roepen. Derde lifer van de dag.















De volgende ochtend weer vroeg uit de veren voor een trektel-excursie bij de Bruuk. Het lichaam werkt nog net mee. Mooi begin: roepend witgatje en vier appelvinken in de top van een boom. Vanaf de heuvel waar we op staan bijna op ooghoogte te bekijken. Tien minuten later: laagvliegende rode wouw! Vierde lifer dit weekend! De uren daarna vliegt er nog leuk spul over als sijsjes, putters, watersnippen, koperwieken, verschillende merken ganzen en zeventienhonderdachtenzestig kramsvogels.
Na afloop maak ik een korte wandeling en pik ik nog mijn Bruuk-ijsvogeltje mee.

Thuis. Vier lifers in één weekend! Uitrusten nu.


Althans, dat dácht ik. Een waarneming.nl-alert doet mij anders beslissen.


Honderd jaar geleden werd de eerste gedocumenteerde kuifaalscholver in onze provincie 'verzameld'. Lees: uit een boom geschoten en opgezet. Hij foerageert nu in een museum in Twente. De tweede zit op dít moment achter de Escape-boot aan de waalkade. Op acht minuten fietsafstand. Voor mij is de vogel nauwelijks te onderscheiden van een gewone aalscholver. Maar ja, heel zeldzaam hè? Dan moet je hem zien.
















Ik moet nog even goed kijken voor ik hem daadwerkelijk zie. Het beestje is helemaal niet schuw. De omroepgeluiden van een of ander fietsevenement, vuurwerklawaai en een op een meter afstand van hem langsvarende boot laten hem compleet koud. 



















Van een echtpaar met een grote zwarte hond is hij echter niet gediend. Met een krachtige sprong verdwijnt hij onder water. 'Jongeman, wat zie je?' hoor ik de man roepen terwijl ik driftig sta te verrekijken. Maar ik ben al zevenenveertig dus ik houd me Oost-Indisch doof. Dat zal ze leren! Met hun stomme hond. Als je aan mijn kuifaalscholver komt dan kom je aan mij! 
















Uiteindelijk verdwijnt de zeevogel achter een van de pilaren van de Waalbrug. (Op het moment van schrijven, een dag later, is hij weer teruggekeerd naar zijn oude stek.)

Vijf lifers in een weekend! Dat heb ik niet meer meegemaakt sinds ik drie weken vogelde. Gelukkig zijn er nog zat nieuwe Gelderse vogels over. Op naar de hopsteltkluut en pestvogel!

dinsdag 25 oktober 2016

Grote Zee-eend
















Toch opgelucht dat mijn twee zwarte vlekjes zijn goedgekeurd.
BewarenBewaren
BewarenBewaren

zaterdag 22 oktober 2016

Roodhalsgans

Goede tip gekregen van een collegavogelaar over de plek waar hij even eerder een zeldzame roodhalsgans had gezien. Twintig fietsminuten later: tweeduizend kolganzen in een weiland. Na een halfuur hoofdpijnverrekijken bedacht één kolgans 'weet je wat, ik ga een eindje vliegen!’. Negentienhondernegenennegentig andere ganzen: 'goed idee!'. 

Nog wel een torenvalkje gezien en een wulp gehoord.

donderdag 20 oktober 2016

Cursus 'Vogels voor beginners 2017'

Het accent komt te liggen op herkenning van de algemenere soorten in de verschillende biotopen rond Nijmegen. Zelf overweeg ik om me in vermomming aan te melden. (Ik ben al te goed...)

zondag 16 oktober 2016

Mager


(Na negen uur vogelen vergeet je wel eens een werkwoord.)

Mager vogeldagje vandaag. Trektellen op het Maldens Vlak was geen succes. Naast het achtergrondgejengel van een of andere fietswedstrijd was er geen enkele professionele vogelaar aanwezig. Alleen twee vogelaars van mijn niveau. 

'Herken jij die zwarte stipjes?' 
'Geen idee wat dat zijn!'
'Kijk eens wat een grote zwerm!'
'Wisten we maar wat het waren, hè?'
'Is dat niet het roepje van een vink? Of toch van een graspieper?'

Doorgefietst naar de Bruuk. Daar zat gelukkig wel een professionele én behulpzame vogelaar. Die me echter geen smelleken, rode wouw of bastaardarend kon presenteren. Wel 8145 veldleeuweriken. Én een Gelderse appelvink. (Ik had alleen nog maar Duitse appelvinken gezien.) Er kwam precies één piep uit het overvliegende beestje, maar dat was voor de prof-vogelaar voldoende om hem te kunnen determineren. Nummer 176 op mijn werkgebiedlevenslijst!

Leermoment: de sijs heeft een klaaglijke roep en die van de heggenmus klinkt als ijl getril.

Zevenhonderveertig rietganzen bij de Erlecomse waard! En tweeduizend kolganzen! Als ik waarneming.nl mag geloven. En dan zijn er ook nog vogelaars die daar een kleine rietgans uit hebben weten te vissen!

Mijn bruuk-ijsvogeltje gaf deze keer geen thuis en ook op de andere vaste ijsvogelplekken was hij niet te vinden. Gelukkig kwam er tegen het eind van mijn vogeldag toch nog eentje mooi voorbij gevlogen bij de Oude Waal.

Eigenlijk toch best wel een leuk vogeldagje dus.

zondag 9 oktober 2016

Bladkoning [3]

Toch nog even naar de Goffert fietsen om te kijken of het zeldzame bladkoninkje er nog rondhangt. Aangekomen heb ik al snel een fietsende G. achter me. We lopen samen verder en stuiten op een telefonerende J. die het beestje natúúrlijk alweer gehoord heeft. J.’s man E. voegt zich bij de groep, en vogelaar B., die als een gek uit Beuningen is komen fietsen, sluit zich ook aan. Na een tijd met gespitste oren luisteren en zoeken in het struikgewas krijgen we het beestje heel even prachtig, zonbeschenen in beeld. Helaas een paar minuten nádat G. was vertrokken en een paar minuten vóórdat er nog drie vogelaars onze kant uit kwamen. Nou ja, die moeten de plaatjes die J. met haar fototoestelmitrailleur heeft geschoten maar bekijken. Uiteindelijk bleken er zich twee bladkoningen in de Goffert te bevinden. (En stiekem misschien nog wel meer...)

Mooi vogeltje hoor, de bladkoning. Maar omdat hij voor een beginnend vogelaar niet énorm afwijkt van de eveneens in het gebladerte rondfladderende (vuur)goudhaantjes, vrouwtjesvinken en tjiftjafs, raakte ik niet door het dolle heen van vreugde toen hij mij werd aangewezen. (Laat dat maar aan B. over.) Daarvoor heb ik naar ik vrees minstens een hop, steltkluut of pestvogel nodig. De ervaring om met een groepje mensen naar een piepende speld in een hooiberg te zoeken was echter leuk en amusant.

De baardmannetjes die momenteel in de Ooijpolder schijnen te zitten bewaar ik maar voor een andere keer. (Ik krijg nog uitputtingsverschijnselen van al dat gevogel!)

zaterdag 8 oktober 2016

Kruisbek















Samen met G. loop ik naar J. die op z'n vaste trektelplek op het Maldens Vlak zit. 'Ik kom voor de kruisbek.' Ik heb het nog maar nauwelijks gezegd of er vliegen er vier voorbij. Nieuwe Gelderse vogel! Hetzelfde geintje werkt helaas niet met de raaf.

Grappig dat ik als teller sta vermeld op trektellen.nl. Terwijl ik voornamelijk als zwartestipjesaanwijzer voor J. fungeer. Negen van de tien overvliegende vogels herken ik (nog) niet.

In de Bruuk heb ik nog vluchtig naar levendbarende hagedissen gezocht. Maar die zijn denk ik alweer naar het zuiden getrokken. Het Bruuk-ijsvogeltje was gelukkig wel thuis en ik kon zelfs een niet schrikbarend slechte foto door mijn verrekijker van hem nemen. 'Bewijsplaatje' noemen we dat, in de vogelaarswereld.

Daarna nog even naar de Goffert voor de wederom aldaar gesignaleerde bladkoning. Maar de ellendeling liet zich weer niet horen. Laat staan zien.

Mijn mooiste anekdote van de dag kan ik pas over een maand vertellen. Tot die tijd staat onze prachtwaarneming 'onder embargo'. Zo, heb ik mijn vogelaarcollega's ook weer even gek gemaakt.

De maand is voorbij (14-11-16):

'Ik ga even een velduil zoeken'. J. staat op uit zijn tuinstoel en loopt met grote stappen door het heideveldje naast onze trektelplek. Nog geen tien minuten later vliegt er op honderd meter afstand een prachtige, langvleugelige velduil op! In de tussentijd weet J. ook nog een overvliegende beflijster te traceren.

maandag 3 oktober 2016

Bladkoning [2]

Dat bruine vogeltje dat me niet de kans gaf om hem door mijn verrekijker te laten bekijken, toen ik onderlangs de bult bij De Bruuk liep, zit me dwars. Als ik aan hem denk word ik héél onrustig. Het zal toch niet de bladkoning zijn geweest...? Ik zal het verdikkie nooit weten!

zondag 2 oktober 2016

Bladkoning

Trektelpost De Bruuk. Vier professionele vogelaars veren tegelijkertijd op bij het horen van een vogelroepje. 'Bladkoning! Márs, bladkoning!' Verwachtingsvol kijken ze me aan. Ik peuter langzaam de iPhone uit m'n broekzak en mompel: 'hebbes'. Alom gelach. 

'Vijfentwintig graspiepers, twaalf vinken' de getallen vliegen me om de oren, maar om de vogels daadwerkelijk te kunnen zien moet je je kijker op een lege plek in de lucht richten. Met een beetje geluk zie je dan een paar flapperende, zwarte vlekjes. Eerlijk is eerlijk, soms vliegen ze zo laag dat zelfs ik ze kan determineren. Visueel. Qua piepende zwarte stipjes herken ik vooralsnog voornamelijk de witte kwikstaart, de spreeuw en de boerenzwaluw. Komende maand ben ik van plan vaker een trektelpost te bezoeken, in de hoop wat bij te leren. En vooral in de hoop eens honderden gevederde vrienden tegelijkertijd te zien overvliegen. Liefst met als krenten in de pap wat vis-, zee- en slangenarenden...

Een grote, donkerbruine roofvogel — lange vleugels met zwarte punten — vliegt laag over de grond richting een boom. Dat moet haast wel een bruine kiekendief zijn. Ik doe een paar stappen opzij om de drie luid blatende schapen achter mij voorbij te laten, zodat ze zich bij de rest van de kudde vóór mij kunnen voegen. Iets blauws schiet het struikgewas in. IJsvogel! Ik loop een stukje achter de schapen aan, richt mijn verrekijker op wat boompjes verderop en zie een groene specht in het gras zitten. Na nog een paar meter doorlopen draai ik me om, om alsnog een zweefvliegtuig boven een bos wat nader te bestuderen. Door mijn kijker zie ik hoog in de lucht een dertigtal grote, schroevende vogels vliegen. Rommelig, knik in de vleugels. Ze doen me wel heel sterk aan ooievaars denken*. Dit alles in nog geen tien minuten tijd over een afstand van zo'n honderd meter. Vogelen is zó leuk!

*Waarschijnlijk was het een zwerm grote, zeer hoog vliegende meeuwen. Maar dat is niet goed voor m'n verhaal.




















Door zijn wenkbrauwstreep hoopte ik héél even dat de bladkoning zich alsnog aan mij liet zien. Maar het was een minstens zo mooie winterkoning die ik op een vijftal meter afstand druk kon zien kwetteren.