dinsdag 27 oktober 2020

Keukenraambuizerdbel, vogeltekenles en 'Blondie the lovebird'




Natuurlijk is de fotokwaliteit van deze collage slecht. Het weer was donker en de klapekster vloog op grote afstand. Toch zie je prima de schoonheid van zo’n biddend vogeltje. Zó mooi hoe hij zich met gesloten vleugels laat vallen om op zijn prooi te duiken. Misduiken, in dit geval.





De eerste oktoberkolganzen (strepen op de buik) zijn weer gearriveerd. Er worden er zo’n 900.000 in Nederland verwacht. Da’s 80% van de hele wereldpopulatie!





Ook de eerste toendrarietganzen zijn weer van de partij. Het kan zijn dat ik corona in mijn hersenen heb. Ik was ervan overtuigd dat het deze dag zaterdag was. Maar het was nog vrijdag. Zat ik gewoon hartstikke illegaal weekend te vieren. Gelijk m'n baas op de kast! (Ik ben er ook weer afgeklommen.)





Bij zo’n ijsvogeltje kijk ik altijd even door m’n cameralens of het een vrouwtje of een mannetje is. En als je hem (zwarte snavel) dan toch in beeld hebt, dan kun je net zo goed even de ontspanknop indrukken. De tweehonderdtweeënveertigste keer dat ik een ijsvogel heb gezien. Da’s het voordeel van het van het begin af aan waarnemingen bijhouden van deze prachtvogeltjes. Dan kun je nog eens met getallen op de proppen komen.
            




Ik heb wat foto's nagepield om hem eens goed te bestuderen. Inclusief zijn skelet. Om beter te kunnen begrijpen hoe hij nou precies in elkaar steekt. Da's zelfs als je er uiteindelijk alleen maar een simpel stripvogeltje van wilt maken zinvolle kennis.
Nu die andere tweehonderdnegenennegentig 'Nederlandse' vogels nog. (Waarom ben ik hier niet dertig jaar geleden aan begonnen?!)





Toch nog een minivreugdesprongetje van mijn hart bij het vinden van de Millingerwaardroodhalsgans. Een verdacht beestje. Geen ring maar wel érg vroeg in Nederland gearriveerd. Hij wordt er al weken gemeld. Ik vermoed toch wel dat het een escape is.





Voor het maken van de roodhalsgansfoto leunde ik op één van de prooipaaltjes van een tweetal torenvalken. In de tijd dat ik er was vingen ze beide een muis. Maar alleen deze valk wilde met zijn buit op de foto.





Mijn vogelalarm ging af toen ik een flinke, wat log vliegende roofvogel een boom in zag vliegen. In verrekijkerbeeld bleek het toch een gewone buizerd te zijn. Een tijdje later, de vogel was inmiddels in het niets verdwenen, begon ik opeens aan een ruigpootbuizerd te denken. Maar dan zit ik wel heel erg diep in de whisful thinking. (Het is daadwerkelijk een buizerd.)





Oude Waal. Tientallen, zo niet honderden ganzen, kieviten, lepelaars en andere vogels vlogen in paniek de lucht in. (Op de foto slechts het gedeelte met de lepelaars.) Dan ga je onmiddellijk diezelfde lucht afspeuren naar zeearend. Totdat je vanuit de verte, door het lawaai van de vogels heen, het steeds luider wordende geluid van een helikopter opmerkt...





Er zat ook een twaalftal wulpen. Die zie ik daar normaal gesproken maar weinig. (Ik had ze ook liever ingeruild voor één regenwulp.)









Dit jaar wel één keer gehoord maar nog niet gezien. Nu had ik beet: kepen! En gelijk ook twaalf stuks. In een groep vinken.





Misschien zelfs wel meer. Lekker genietend van de beukennootjes. Ook de zwarte mees liet zich dit jaar éindelijk voor het eerst aan mij zien. Ik ben meer een openvlaktevogelaar dus zo heel gek is het niet dat ik dit naaldboomvogeltje niet zo vaak tegenkom. Een bewijsfoto schieten lukte niet. Een duetgeluidsopname met een goudhaantje ging me beter af.

-----------

“Nou die voorspelde buizerddag valt nog te bezien, hè? 
Waar kijken jullie naar?” 
"Buizerds!” Antwoordden de trektelvogelaars lachend op de vraag van F. Die de andere kant op had staan kijken.
Een belletje van zeven stuks. Toen we om twaalf uur stopten hadden we er honderdacht geteld. Met als hoogste aantal een groep van veertien vogels. Niet zo héél veel vergeleken met meldingen van andere werkgebiedtrektellers. Die groepen van veertig, vijftig buizerds hadden zien overvliegen.

Trektellen komt er nog maar nauwelijks van omdat ik van dat lange staan pijn in m’n rug krijg. En m'n stoelgang 's ochtends meestal andere plannen heeft. En omdat ik tijdens het ‘gewone’ vogelen ook al veel soorten voorbij en over zie komen. Maar het is leuk om bekenden weer eens te groeten. En er bestaat kans je werkgebiedjaarlijst nog wat aan te vullen met vogels die je gemist hebt. (Die jaarlijst waar ik dit jaar niks aan zou doen. Honderddrieëntachtig vogels heb ik op moment van schrijven in de knip.)





Dat aanvullen lukte prima. Ik was nog maar nauwelijks gearriveerd of er er kwam al een smelleken over de boomtoppen voorbij gejakkerd. 
Dat in al zijn haast toch nog een uitval deed naar een passerend ‘vogeltje onbekend’. 
Dankzij mijn wildplas in het struweel kon ook een opvliegende 2020-velduil op de lijst!
Als dank voor deze prachtwaarneming werd mij door profivogelaar C. twee roepende grote of kleine barmsijzen cadeau gedaan. Behalve deze prachtvogels en de tientallen buizerds, vlogen er ook honderden lijsters over. Met de koperwiek in de ruime meerderheid; een kleine drieduizend stuks! Ook kon ik een blik werpen op mijn eerste kramsvogels van dit najaar. Een vruchtbare trektelochtend dus. (De twee beflijsters die ik miste omdat een van de trektellers mij op dat moment grafieken van de vogeltrek op zijn smartphone liet zien, vergeet ik maar even...)




Als kersjes op de taart kwam ik op de terugweg wéér een zwarte mees tegen. (Zul je altijd zien.) Wat resulteerde in mijn allereerste zwartemeesfoto. Is-ie niet práchtig...?!




En wat verderop liet een vrouwtje goudvink zich wel mooi bekijken. Ook geen vogel waar je regelmatig over struikelt.



 Een tweet later zag boswachter T. toch nog achtentachtig buizerds over zijn binnenstadstuin vliegen. 



De keukenraambuizerds. Als er geen grote boom voor mijn huis stond, dan zou ik op balkon nog aardig kunnen trektellen. 





Ook veel slierten kolganzen




Ik had liever een sliert trompetterende kraanvogels gehad. Maar wat niet is kan nog komen. 


Nog steeds geen 2020-bosuil op mijn jaarlijst. Dus ik dacht ik fiets even langs het bos. Binnen tien minuten een vliegend mannetje, luid zingend (hoe-hoehoe) over mijn hoofd! Prachtmoment! Ik hoorde hem zeker een kwartier lang, verspreid over het bos zingen. Alle algemene werkgebiedvogels staan nu wel op mijn jaarlijst. Eens zien of we er nog wat bijzonderheden aan kunnen toevoegen. (De door mij wanhopig begeerde kruisbek wordt ook als algemeen aangemerkt. Maar zich laten zien; ho maar.)

Eén dag na het schrijven van bovenstaande kruisbekwens; een mij niet bekend voorkomende vogelroep, plus twee mosgroene vogels ondersteboven in een den. Gelijk mijn iPhone gepakt om het geluid op te nemen. Om vervolgens mijn camera op de boom te richten. De vogels waren onmiddellijk stil. En ik kon ze niet meer terugvinden in de den... Met mijn huidige kennis kan ik er alleen maar kruisbekken van maken. (Geen gele groenlingvleugelstreep te zien.) Maar met mijn determinatieblunderervaringen tel ik ze zonder bewijsvoering heel streng niet mee. Met pijntje in het hartje.






Een bosje veren onder een boom. Duidelijk van een specht. Vermoedelijk een grote bonte. Ik vind veren altijd een beetje viezig, dus ik heb ze mooi laten liggen. Misschien dat een bosmuis die het lot wil tarten er nog een leuke indianentooi van kan maken. Een kraakhelder skeletje had ik wél mee willen nemen. De basisvorm van een vogel. Beeldschoon. Eigenlijk zonde dat Moeder Natuur er allemaal vlees en veren overheen plakt. 





Even terug naar het vogels tekenen. Op YouTube vond ik wat video's van natuurtekenaar John Muir Laws. Hij heeft een hele berg workshops nogal klungelig laten filmen maar legt wel enthousiast en goed uit. Ik heb tenminste al behoorlijk wat opgestoken van de paar filmpjes die ik inmiddels bekeken heb. Voor de liefhebbers en/of potentiële vogeltekenaars; dit is de link naar zijn website: John Muir Laws


En dit is een van die leerzame video's. Ook interessant als je slechts wat meer over het verenkleed van een vogel wilt leren. Zonder er gelijk een tekenpotlood bij te pakken. Engelstalig.





Om beter te begrijpen hoe een vogel er onder zijn veren uitziet, ben ik op Instagram Rhea The Naked Birdie gaan volgen. Een bloterige parkiet. Je hebt continu de neiging om hem te marineren en met kruiden op smaak te brengen. Maar daar maak je zijn 360.000 volgers niet blij mee.

O wacht, hij is al jaren dood, googel ik zojuist. Moet ik mijn wrede grappen snel weer inslikken. Ontvolgen en op zoek naar Rhea.02...

Blondie The Lovebird wordt het dan!

Ik wilde er eigenlijk uitgaan met een knaller van een zeldzame vogel. Maar jullie zullen het met Blondie moeten doen. Op naar de winter! (Brrr.)