maandag 2 juli 2018

Grote weerschijnvlinder




“Wordt het een mooie foto?” Ik steek mijn duim op naar de kale, over zijn hele lijf, tot in zijn gezicht aan toe getatoeëerde vuilprikker in oranje hesje. (En kijk voor de zekerheid naar mijn verderop gestalde fiets om te zien of de fietstas nog afgesloten is. En of de fiets er überhaupt nog staat.) En óf het een mooie foto werd! Of nou ja, in ieder geval een mooie waarneming: twee parende koninginnenpages! Kunnen ontdekken door een fijne tip van vogelgrafe J. 




“Die man zit te poepen!” De op ‘De oversteek’ langsfietsende jochies met baard in de keel negeer ik. Terwijl ik gehurkt een beetje een fatsoenlijke foto van het koninginnenpagepaartje probeer te maken. Niet makkelijk tussen al die grassprieten.

Valt dit nou onder de noemer ‘lesbische vlinderseks’? Koninginnenpages die met elkaar aan het paren zijn? Of zit ik nu wel heel erg de grapjas uit te hangen...?






(Minstens) zeventien van die gele prachtvlinders zaten er. Je zou haast spreken van een heuse koninginnenpageplaag...









Na de vlinders, via een tussenstop bij de Lentse huiszwaluwen, nog even door naar de zwarte sterns.





De Beleef-de-lente-camara begint aardig overwoekerd te raken door het hard groeiende riet. Het begint steeds meer een uitdaging te worden om naar de cam, met het toch al slechtste beeld, te kijken. Of dat riet te verwijderen is zonder de sterns te verstoren? De tijd zal het leren.



Kuiken 10B groeit intussen nog steeds als kool.


10B, omdat hij/zij op vlotje tien zit, en om aan te geven dat er ook een 10A was. Die het, zoals bekend, niet gered heeft.





Natuurlijk had ik het jong ook, wat vriendelijker, een leuke, genderneutrale naam kunnen geven. Maar dan had ik dat bij de andere 17 kuikens ook moeten doen. Ik wil natuurlijk geen stiefkuikens maken. En achttien genderneutrale namen verzinnen vind ik wat veel van het goede.




Dit blijft een leuk tafereel. Zo’n fuut met meevarende jongen. Meevarend jong, in dit geval. Het jongste fuutje mocht er niet bij van zijn grote broer. Jammer dat ze zo ver weg zwommen.





Ook bij de zwarte sterns kwam ik een koninginnenpage tegen. Én deze grappig gekleurde Sint-Jacobsvlinderrups. Die wordt later een leuk zwart-met-rode-vlekken, overdag vliegend nachtvlindertje. Waarom hij dan overdag vliegt? Al sla je me dood.






Ik was het natuurgebied nog maar net ingelopen, of ik zag haar zitten. Éindelijk! Hoe váák ik al niet naar de grote weerschijnvlinder gezocht heb. Helaas geen mannetje. Niet dat die véél mooier zijn dan de vrouwtjes, maar ze hebben wel een heel bijzondere blauw/paarse glans op hun vleugels. Nou ja, heb ik toch nog mooi iets om naar uit te kijken. De twee uur daarna niks interessants meer tegengekomen. Nauwelijks vogels en belachelijk weinig vlinders. Misschien was ik toch nog net iets te vroeg in de tijd van het jaar. 




Oké, zo'n ver weg overvliegende buizerd met prooi was nog wel aardig om te zien.




En dat deze vermoedelijke rietgors op mijn computerscherm een vermoedelijke wespenspin in haar snavel bleek te hebben was ook best leuk. (Deze foto op waarneming ingevoerd onder 'geleedpotigen' natuurlijk, niet onder 'vogels'.)




Deze verstekeling was een eindje met mij meegereisd op mijn fietstas. Verder dan dat het een wants is kom ik niet.

Edit: het is een zogenaamde zuringwants. 'Bij aanraking wordt een bruine vloeistof afgescheiden die erg stinkt en moeilijk is te verwijderen.' Dus ik ben nog goed weggekomen.

Ik heb nu alweer zin om naar de sterns te gaan kijken! De live-sterns, bedoel ik.