maandag 25 september 2017

Rosse wouw en rode grutto

Vogelexcursieleider P. stelt voor om auto en fiets achter te laten en het stukje naar de vogelhut in de Liendense waard gewoon te lopen. Ik maak mijn fiets vast aan een verkeersbord vijftig meter verderop en hoor dan achter me enthousiaste geluiden uit de groep komen. Met z'n allen verrekijken ze één richting uit en ik hoor iemand 'wauw!' roepen. Of is het 'wouw'...? Een paar meter boven een weiland is duidelijk een roofvogel met de gevorkte staart van een rode wouw te zien! 



Ondanks dat ik hem al eens op een trektelpost heb zien voorbijvliegen, voel ik me minstens zo verrukt als bij de eerste waarneming van een ijsvogel. Uit blijdschap maak ik een onhandig stoer vuistjuichgebaar en volg ik met mijn kijker de wegvliegende wouw. Die over de dijk verdwijnt en een heel eind verderop in een boom gaat zitten.

0,3 seconden later zwaai ik met een grijns op m’n gezicht naar de nagenietende cursusdeelnemers en race ik op mijn fiets richting de prachtvogel. Ik zie hem niet zitten in de boom, maar nadat er een paar duiven opfladderen, besluit de wouw ook weer verder te trekken. Dé kans om wat minder beroerde bewijsplaatjes te schieten. Nu ik er beter op ben voorbereid. 






Ware het niet dat het licht niet veel beroerder kan dan dat het op dit moment op de vogel valt. Een photoshopcollage laat wel mooi het vluchtbeeld zien.  




Er verschijnt een kievit in beeld, die duidelijk niets van de wouw moet hebben. Hij voert een aanval uit. En als ik even langs mijn camera kijk zie ik dat de roofvogel in een wolk van kieviten is beland. Ik raak hem kwijt en na het verdwijnen van de kieviten, vind ik mijn rode vriend niet meer terug. Maar wat een prachtwaarneming! En wat een vreugde dat ik blijkbaar nog steeds uitermate vrolijk van een vogelwaarneming kan worden! Op m'n oude dag.






Na de excursie ontvangt vogelcursist T. een app-vogelalert. Rosse grutto in de Loonse waard! En die waard ligt, met een beetje fantasie, op de terugweg naar Nijmegen. Samen met B. fiets ik naar de plek, weten de reeds met auto gearriveerde T. en E. ons te vertellen dat hij nét voor onze komst uit beeld is verdwenen, vindt een twitchende toevallig in de buurt zijnde R. het beestje weer terug en steek ik eindelijk weer eens een nieuwe Gelderse vogel in m'n zak. Topexcursie!





Nog even terug naar de Liendense waard. Natuurlijk kan ik ook nog steeds genieten van twee lekker dichtbij foeragerende bonte strandlopers.




En een mooie determinatie-opluchtende kluut is ook niet mis.




Restfoto's. Leuke oudewaalwaarneming van deze week: een tweetal kleine strandlopers. Vergezeld door drie kemphanen. Waarvan de voorste een héél zeldzame driepotige kemphaan.




Al een paar dagen foerageert er een groepje strandlopers in de Oude Waal. Waarvan vier bont en twee klein. De grootste vogels op de foto zijn weer kemphanen. De kleine strandlopers openen en sluiten de rij.




Stel je voor dat deze foto scherp geweest zou zijn. Had-ie zo op de middenplaat van Vogels gekund!




Bijzonderste waarneming ergens vorige week: een krombekstrandloper. Op de (onderste) foto v.l.n.r.: bonte strandloper, een kokmeeuw die er helemaal ondersteboven van is, een kemphaan en de krombekstrandloper.

zondag 24 september 2017

Mistvogelen




Op de Waalbrug twijfel ik heel even. Heeft het zin om in deze moddervette mist, die zeker nog een paar uur zal blijven hangen, te gaan weekendvogelen? De brug zelf is slechts gedeeltelijk zichtbaar en als ik over de brugreling kijk zie ik letterlijk niks. Eén grote witte muur. Snel hak ik de knoop door. Natuurlijk moet ik juist nu gaan vogelen. De mist zorgt voor een fantastische spookachtige sfeer!








Aangekomen in Park Lingezegen zet ik mijn fiets vast en besluit ik net zo lang rond te gaan lopen tot de mist weggetrokken is. Van dichtbij zie ik twee grijze watersnippen, die een vaag manspersoon waarnemen die ze doet afvragen of ze nu wel of niet moeten opvliegen. 




Een paartje wilde eenden neemt geen risico. 





Op het pad naar het vogelscherm hoor ik zonder enig bijgeluid een groep wulpen roepen. Als grijze veegjes zie ik ze het luchtruim kiezen.






Een knabbelende rietgors laat zich prachtig van dichtbij bekijken. Het enige moment deze ochtend dat de mist me tegenwerkt. De mooi subtiele kleuren en tekening van het vogeltje zien er nu wat uitgebleekt uit.





Bij een ijsvogel werkt de mistdemping juist weer mooi op zijn nogal uitbundig gekleurde verenkleed. 





En ook bij de blauwe punkreiger levert de mist een aardig, sfeervol plaatje op.






Na een paar uur trekt de mist op en lijkt de zomer plotsklaps opnieuw van start te gaan. Het vogelparadijs breekt weer los en uit alle hoeken en gaten verschijnen er met telescopen, camera's en verrekijkers gewapende vogelaars op het toneel. Oeverlopers, witgaten, bosruiters, bonte strandlopers, wulpen, kemphanen en grote zilverreigers laten zich in het zonlicht bewonderen. De kleine zilverreiger zie ik die dag zeker vier keer onrustig op-, langs- en overvliegen.




Vanaf een van de vele paaltjes plonst een ijsvogel verschillende keren in het water. In de hoop uiteindelijk met een visje omhoog te komen.





Een overvliegende boomvalk zet een uitroepteken aan het einde van een prachtige vogeldag.


Volgende blog:

donderdag 21 september 2017

Buidelmees

























Waterral.

Kijk dat is leuk; 's avonds een appje van vogelringer B. Of ik hem de volgende ochtend kon helpen met de administratie. Zijn vaste sidekick was verhinderd. In je eentje een vogel ringen, meten, onderzoeken en gelijktijdig alle gegevens opschrijven is vrij moeilijk en vooral erg onhandig. Dus B. vroeg waarschijnlijk hulp aan een vogelaar van wie hij het beste handschrift vermoedde. Dan zit je bij een tekenaar vrij goed. En ondanks mijn schamele mavo-achtergrond heb ik maar één rijtje verkeerd ingevuld. Maar wel heel netjes dus.




Boomkruiper.

Leuke vangsten: een waterhoen, een boomkruiper en 3 (drie!) waterrallen. Die ik gelijk voor het eerst zag. Ik kende alleen hun biggenschreeuwroep. Voor de rest veel zwartkoppen en kleine karekieten. Waarvan het bij die laatste vogeltjes mooi is om te zien hoe ze enorm tekeer kunnen gaan en van zich afbijten. 

Het was me al eerder opgevallen; rietgorzen zijn enorm mooie vogeltjes. Ik durf het haast niet te zeggen maar de vrouwtjes zijn zelfs mooier dan de mannetjes! Ook leuk hoe deze vogels bij het vrijlaten steeds één roepje laten. Een soort opluchtings-'pfieuw!', maar dan op z'n rietgors'.



Waterhoen.

Een groepje alarmerende mezen zet B. gelijk op scherp. 'Er zal wel een sperwer in de buurt zijn.' Hij heeft het nog niet gezegd of er scheert er een vlak over de boomtoppen. 

En dan die overvliegende buidelmees die B. natuurlijk onmiddellijk hoorde roepen. Vet rood beletterd op waarneming! Nieuwe Gelderse vogel, Mars?! Nee! Sterker nog, ík herkende zijn geluid ook. Ik zal het maar onthullen; de buidelmees was mijn geheime vogel van een tijdje terug. Omdat ik een aardige jongen ben zal ik de foto's die ik toen maakte in het bericht hieronder plaatsen. (Als ik de kans krijg om mijn medevogelaars stikjaloers te maken, dan zal ik het natuurlijk niet laten.) 

Binnenkort moesten we maar weer eens een keertje gaan trektellen. Wellicht snel een verslagje over tientallen overvliegende zeearenden, rode wouwen en steppekiekendieven. (En die hop die op vijf meter afstand even kwam uitrusten.) (Vlak naast die draaihals.)

De geheime vogel [2]

12 juni 2017.

'Achter me langs zie ik hem in een rechte lijn zijn nest in vliegen. Ik geloof m’n ogen bijna niet! De vogelzelfontdekking van m’n leven. Of op z'n minst van het jaar. Als ik hem invoer op waarneming.nl wordt hij automatisch vervaagd en onder embargo gesteld. Natuurlijk is het nieuws allang rondgegaan. In de tijd dat ik er ben wordt de vogel achtereenvolgens bezocht door een vogelgraaf, een wat oudere vogelaar (ik moest half gedraaid door het volop met gras en brandnetels begroeide pad teruglopen omdat de grijns op mijn gezicht er anders niet doorheen paste. Dus hij had gelijk in de gaten dat ik Hem gezien had), een clubje vogelaars, nog een vogelgraaf en een gezin met een uitlegpapa. Waardoor ik uiteindelijk vertrek met een licht dierentuinbezoekgevoel. Desalniettemin heel leuk dat ik hem nu in het echt heb gezien. Daar had ik bijna niet op durven hopen. De van de opwinding en de door de hoge moeilijkheidsgraad slecht geworden foto’s maak ik over zevenenvijftig jaar openbaar op dit blog.'

Nou vooruit, iets eerder dan. (Bovenstaande tekst komt uit dit bericht.) Twee buidelmeesnesten hingen er in de boom. Een oud nest waarin een paartje met succes had gebroed en een nieuw nest waarin ze broedpoging twee gingen wagen. Om het nieuwe nest te bouwen werd het oude nest gesloopt. Foto's!




Het nieuwe nest.





Het oude nest.




17 juni 2017, een week later.





Kiekeboe.

dinsdag 19 september 2017

Week 37/38

Waarschuwing. Als je niet van gruwelijke beelden houdt, sla dan de laatste foto in dit bericht over. Door af te remmen bij de foto van de patrijs. Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb! (Zeg wel dat ik je nieuwsgierig heb gemaakt.)




Op de alweer derde vogelcursusexcursie, in Heumensoord deze keer, kon ik door mijn opmerkzaamheid de medecursisten op een reetje, een torenvalk en een groepje grote lijsters tracteren. Als een klein kind sta ik dan uit te kraaien hoe goed ik wel niet ben. Kraaien zagen we overigens ook verschillende. 
De krenten uit de pap vond ik traditiegetrouw ná de excursie. Een gekraagde roodstaart op een hek, achter een hek, die ik maar niet scherpgesteld kreeg en een mooi poserende tapuit.





Nog wat foto's van afgelopen week. Hóóg in de top van een boom zat een hele tros kneutjes. Zonder rood-roze zomerborstjes mogen ze er ook best wezen.





Grauwe ganzen op een spiegel. Er staat eindelijk weer een (dun) laagje water op de Oude Waal.





Deze twee elkaar liefkozende lepelaars, in dezelfde plas water, werden ruw verstoord door een stuntvliegende eend. Welk merk eend durf ik niet met zekerheid te zeggen maar hij is in elk geval behoorlijk wild.





Grauwe vliegenvanger in mooi ochtendlicht. Ik geloof dat ik bij het compositiesnijden van mijn foto's de neiging heb om de vogels net iets teveel omhoog te schuiven. Edit: ietwat overmoedig om deze (nog) niet door waarneming gekeurde vogel als grauwe vliegenvanger te determineren. Zojuist ontving ik een appje van vogelaar E. dat het zeer waarschijnlijk een eerstejaars roodborsttapuit is. Telkens als ik denk dat mijn vogelarij eindelijk een beetje ergens op begint te lijken, bega ik weer een blundertje. Vanmorgen ook al tante C. proberen wijs te maken dat er spreeuwen op haar tuinfilmpje te horen waren. Gelijk op m'n vingers getikt: huismussen. Harde kreun!





Van dagpauwogen heb ik eigenlijk al te vaak foto's genomen. Maar bij het op de fiets passeren van dit exemplaar spatten de kleuren zo van zijn vleugels dat ik wel moést remmen voor een fotostop.





Vogelparadijs Park Lingezegen. Ik vond de blauwe reigers zo mooi bij elkaar staan. Het is bijna dierentuinbezoek als je daar vogelt. 





De sport is om uit al die vogels de wat meer bijzonderheden te vissen. Zoals deze kemphaan...





...of deze bonte strandloper. Die ik in eerste instantie voor een kleine strandloper aanzag. Omdat hij er zo ontiegelijk klein uitziet naast die achterom loerende kievit.





Een late gele kwikstaart. Misschien wel de laatste die ik dit jaar gezien ga hebben.





Tien minuten voor thuiskomst kwam ik nog een zevental patrijzen tegen. Waarvan alleen deze een beetje fatsoenlijk op de foto wilde.





Vermoedelijk slachtoffer van Leatherface. Of van een torenvalkje. Schreef ik op waarneming.nl. Altijd leuk om een beetje baldadig te zijn op plekken waar dat niet hoort. Hij lag op de bovenkant van een hekpaal en fascineerde mij enorm. Die voortandjes, de snorharen en het verse bloed maakt het mijns inziens tot een lugubere, intrigerende foto.

zaterdag 16 september 2017

Veel foto's

Lekker vroeg weekendfietsen naar de Ooijpolder. De Oude Waal even scannen op steltlopertjes en dan door richting Park Lingezegen. Dat is het plan. Bij de Oude Waal kijk ik echter tot mijn schrik in de onscherpe zoeker van mijn fotocamera. Aan en uit zetten, allerlei knopjes uitproberen. Helpt niks, de camera is defect door overmatig vogelfotografeergebruik en gehobbel in mijn fietstas. Dat kan niet anders. Buitengewoon chagrijnig besluit ik mijn vogeldag af te kappen en keer ik terug naar huis. Daar blijk ik na een kwartiertje googelen alleen maar aan een piepklein wieltje links naast de lens te hoeven draaien om het zoekerbeeld weer scherp te krijgen. Pak van het hart van sufferdje Mars. 



Om de verloren tijd in te halen fiets ik niet mijn favoriete route naar Lingezegen (over de Bemmelse defensiedijk en tussen de weilanden door) maar neem ik de snelfietsroute over het Rijnwaalpad. Goede keuze, want daar tref ik in een weiland een groep van maar liefst veertien fazanten aan. Die achter elkaar over een smal slootje heen springen. Een mooi gezicht, dat nóg mooier is als bij nadere bestudering blijkt dat het geen fazanten maar veel zeldzamere patrijzen blijken te zijn. Veertien stuks! Ik ken vogelaars die al blij zijn als ze er na een zevenjarig patrijsloos leven ééntje tegenkomen!




In Park Lingezegen vind ik nog een van de laatste grutto's in Nederland. De meeste zijn allang naar het zuiden vertrokken. Ik geloof dat juvenielen iets langer hier blijven hangen. Dus dit zal er wel een zijn.



























Behalve op de wat gangbare oeverlopertjes en witgatjes stuit ik op een kleine strandloper. Volgens een vogelaar die ik op dit kustvogeltje attent maakte is die in dit gebied zeldzamer dan de Temmincks strandloper. Voor die laatste was ik echter hier naar toe gefietst. Want die heb ik nog steeds niet gezien. De laatste tijd wil het niet meer zo hard met nieuwe Gelderse vogels...




Prachtrups op het fietspad. Zuringuil. De rups van een nachtvlinder.




Zo vaak zul je die niet zo vlak naast elkaar aantreffen, lijkt mij. Een bosruiter en een watersnip. Een bijzonder tafereel. Wat de aanwezigheid van de drie als lijfwachten aangestelde kieviten verklaart.




Deze buizerd en bruine kiekendief zaten héél ver weg. Op de fotocompilatie is moeilijk te zien wie van de twee nou het grootste is. Ik geloof dat de buizerd indringer was in het gebied van de kiekendief. En vervolgens verjaagd werd.




We gaan even een dagje vooruit in de tijd. Ná de vogelcursusexcursie kwam ik dit doortrekkende paapje tegen. (Sorry, andere cursisten, maar dit flik ik nu altijd.) 




Wat verderop vloog een groepje roodborsttapuiten. In één gelukkige momentopname wist ik er maar liefst acht op één foto te krijgen. (Die linksonder zou overigens wel eens een paapje kunnen zijn.)

Ik zie dat ik achterloop met foto's op m'n blog plaatsen. Op mijn waarneming.nl-fotopagina vind je ze allemaal. Ik zal nog wat krenten uit de pap vissen.




Een stretchende slobeend wil ik jullie natuurlijk niet onthouden. Let op de joekel van een snavel.




Biddend torenvalkje. (Heer onze Heer, wij bidden U, verhoor ons. Schiet er nu als katholieke geheugenflard door m'n hoofd.) Een algemene verschijning. Wat het niet minder interessant maakt om haar eens goed te bestuderen.




Een biddende visarend is natuurlijk wel nóg leuker. Onscherp of niet.




Zelfs een onscherpe visarendduik is mooi genoeg om hier te laten zien.





Nu we toch in kerkse sferen zijn; deze kerkuil wist ik wel te wonen maar had ik nog niet eerder zichtbaar thuis aangetroffen. Deze keer had ik beet.




Nog een roofvogel die thuis was. Slechtvalk.




Tussen bovenstaande roofvogels in poseerde deze torenvalk ook nog even heel mooi voor me.




Een blauwe reiger op het dak van een woonboot kan zomaar heel fotogeniek zijn.



Eerder die dag had ik er al een op het bisonbaaibruggetje.




Met deze casarca had ik geluk. Meestal laten ze zich niet van zo dichtbij bekijken. Mooi hè, die zwarte snavel?




We gaan eruit met een doortrekkende tapuit. Over een tekort aan mooie waarnemingen hoor je mij niet klagen.