donderdag 28 april 2016

Stroper

Een man in de verte, met een drietal honden, verjaagt onbedoeld de tien gele kwikstaartjes waar ik naar sta te verrekijken. Dus ik loop maar een eind van hem vandaan en voer de twee bergeenden, aan de rand van het Weurtse Grindgat, in op waarneming.nl. Dan duikt hij opeens achter me op. 'Nee, jij ziet er niet verdacht uit.' Hij haalt zijn mobiel tevoorschijn en ik verwacht dat hij een foto van een kras op zijn auto of een ingetrapt achterlicht wil laten zien. Hij presenteert me echter een foto van een dood konijn. Stropers! Een aantal strikken had hij al gevonden en opgeruimd en een tweetal konijnen was zelfs door hem bevrijd. Of ik de politie wil bellen als ik iets verdachts zie. Dat wil ik wel. Hij verontschuldigt zich nog dat hij mij voor een verdacht silhouet aanzag, maar ik protesteer en zeg dat hij dat heus wel goed gezien had. Ik heb het afgelopen jaar niet voor niets zo hard aan m'n rare snuiter-look gewerkt. Kom nou!

Mijn tweede belverzoek die middag, kreeg ik wat eerder van een vrouw met mini-neuspiercing, die mij vroeg of ik haar wilde bellen als ik een witte hond met bruine kop zag. Daar stond ze, zonder dat het bewust tot mij was doorgedrongen, al een kwartier naar te roepen. Ik kon hem gerust bij z'n kop vasthouden want hij beet echt niet... Ik zegde toe, voerde in een recordtijd haar nummer in, qua langzaamheid, want hoe doe je dat ook alweer met zo'n iPhone, en wandelde verder. Aan de vreugdekreten te horen, een vijftal minuten later, was het beestje niét in een konijnenstrik gelopen, en waren de twee alweer herenigd.

Ik was naar het Grindgat gefietst voor een Engelse kwikstaart, de beflijster of, op z'n minst, een tapuit. Ze lieten zich echter alledrie niet zien, dus ik verwachtte deze keer zonder waarnemingshoogtepuntje te moeten thuiskomen. Gelukkig fietste ik over de Waalbrug terug en kon ik daar een náár en ván de brug af vliegende slechtvalk nog aardig bekijken. Van het vogelen thuiskomen zonder waarnemingshoogtepuntje gebeurt eigenlijk zelden of nooit. Er is altijd wel een bijzonder moment. Al is het maar een spectaculaire wolkpartij, een regenboog of gewoon een puttertje aan de kant van de weg.



zaterdag 23 april 2016

Paapjes!

















Meestal ga ik na een excursie solo nog een paar uur door en soms heb ik dán pas de mooiste waarnemingen. Vandaag waren dat, in de Bemmelse polder, o.a. een zwarte mees, twee reetjes (die mij niet moesten), een paartje zomertalingen en twee ijsvogels. (Eerlijk is eerlijk; die tweede ijsvogel zag ik in de Ooijpolder.) Maar tíjdens de excursie hoorden we een rietzanger (uniek in dat gebied!) en zagen we twee paapjes! Twee paapjes! Godallemachtig, daar was ik al minstens een jaar naar op zoek! Helemaal goed!

Mijn rustpauze hield ik in het Natuurmuseum, alwaar de prijsuitreiking voor de beste natuurfoto's werd gehouden. Via een voorselectie had ik zelf ook mijn favorieten aangegeven, en één van mijn keuzes kreeg de tweede prijs. Waarmee ik maar wil zeggen dat de jury uiterst professioneel was.

Onthouden om te gaan roepen bij een volgende excursie van de Vogelwerkgroep Nijmegen vogelcursus voor beginners: 'Wat zit dáár nou voor een rare, roodpotige vogel op dat paaltje?' En: 'Is dat niet een roofvogel, die daar overvliegt?' En: 'O, wat prachtig! Is dat écht geen ontsnapte volièrevogel?' Als ik achtereenvolgens een tureluur, een sperwer en een puttertje ontdek. Dat is wat sympathieker naar de excursieleiders toe. En flink juichen bij de waarneming van een roodborsttapuit natuurlijk. 





Malle bomen in de Bemmelse waard.

Mars' waarnemingen van vandaag.

woensdag 20 april 2016

Mars' vogelboek

Héél langzaam begin ik een beeld te krijgen van het vogelboek dat ik wil gaan maken. Over een jaar of tien. Want ik moet eerst nog een hele tijd mijn geringe vogelkennis zien te vergroten, voordat ik mijn gevleugelde vrienden überhaupt dúrf te gaan tekenen. Bang dat ik nu nog niet zie wat ik na een paar jaar ervaring wel zal zien. Anderhalf jaar geleden zag ik bijvoorbeeld een beige vogeltje met zwart-geel-rode kleurmotiefjes. Nu zie ik een vink met een zwart-wit koppie, gele vleugelstreep, een rood gezicht en een spitse kegelvormige snavel. En god weet wat voor nieuwe zaken ik volgend jaar aan het puttertje zal zien! Zó leuk, steeds beter leren kijken! 
O ja, in dat boek ga ik aan de hand van een hoofdpersoon (ikzelf...? Elsje uit De ontdekkers…? Een karikaturaal getekende vogel…?) op luchtige en lollige wijze vogels in Nederland voorstellen. In verschillende tekenstijlen: realistisch, uiterst gestileerd en stripachtig. En voor vrolijke anekdotes kan ik mooi in het archief van dit Natuurlogboek graaien. Het wordt prachtig!*


















Vandaag was ik in het bos. (Vandaar bovenstaande ietwat saaie foto.) Prima waarneming van de viezige punkspecht gehad! En ook nog wat vlinders, eekhoorns en een (waarschijnlijk) rosse woelmuis gezien. De uitzichtbelemmerende bladeren beginnen nu wel érg snel aan de bomen te groeien. Wat mij me doet afvragen of ik de afgelopen weken wel voldoende tijd in het bos heb gespendeerd. Antwoord: nee.

























*Het komt er nooit want ik ben lui en lamlendig.

dinsdag 19 april 2016

Beflijster en dinsdagavondexcursie Bemmelse polder

Goed was dat, van die collegavogelares bij het Grote Grindgat. Niet, nadat we in een uur tijd steeds dichter naar elkaar toe vogelden, zeggen: 'Hé hallo, jij hier?' Maar gewoon erin knallen met 'Heb je ze al gezien? Ze zaten zonet nog in die struiken daar verderop!'. Als vanzelfsprekend ervan uitgaand dat ik ook op jacht naar de beflijster was. Die doortrekkende vogels zijn behoorlijk schuw en vlogen steeds in een wijde bocht om ons heen, om vervolgens een paar honderd meter verderop weer te landen. Zo'n anderhalf uur later kreeg ik ze echter behoorlijk aardig in beeld. Een soort stoere, energieke en krachtige versie van de merel. Met een wat meer getekende rug en een witte bef.

Wat doet een vader met een kinderwagen nu in het, met zo'n geval, lastig begaanbare Grindgat? Ach, daar komt de aap uit de mouw. Of, liever gezegd, de verrekijker uit de tas. En dat kind zich maar doodvervelen!















Tureluurtje.

Na dit middagje beflijstervogelen in het Grote Grindgat moest ik me nog haasten om op tijd te zijn voor het avondje excursievogelen in de Bemmelse polder. Leukste moment van die (nogal frisse) dinsdagavondexursie: de man die riep 'Dié jongen heeft de bever ontdekt!'. En daarbij verwees naar mij. 'Die jongen'! Ik ben van 1969! 
Die bever had ik ongeveer 0,4 seconden in beeld en hij liet daarna nog een glimpje van zichzelf zien aan een andere excursiedeelnemer. (Die sympathieke, roepende man.) Wat dat betreft was mijn eerdere ontdekking, een lekker gele kwikstaart die bij het hoofd van een paard landde, een groter succes. Die konden we allemaal uitgebreid bewonderen. Gróótste succes was echter de twee patrijsjes die een vrouwelijke deelnemer op een vouwfiets had gespot. (Die vrouw zat op de vouwfiets, bedoel ik. Niet de patrijzen.) Die beestjes hadden zich daar al een jaar niet meer laten zien. Leuke bonuswaarneming: twee grutto's in het weiland.


















Eens kijken tot hoe dichtbij ik een dagpauwoog met m'n iPhone kan benaderen, voordat hij wegvliegt.





















Potverdikkie, da's nog geen vijftien centimeter! (Jammer dat mijn schaduw ook zonodig in beeld moest.)

Mars' waarnemingen van vandaag.


zaterdag 16 april 2016

Reichswald excursie





















's Morgens voor zevenen op de fiets gesprongen om weer heu-le-maal naar Duitsland te fietsen. Voor de vogelexcursie in het Reichswald. Onderweg onderuit gegleden bij het stoppen om mijn sokken op te trekken. Ik kon me echter net staande houden, en door het slipgeluid zag ik mooi een opgeschrokken reetje het struweel in hupsen. Vriendelijke maar niet al te subtiele excursieleider; middelste bonte spechten werden met een geluidsbox aan zijn smartphone gelokt (er riep er ééntje iets terug), alpenwatersalamanders — ik verstond in eerste instantie openwatersalamanders — werden rücksichtsloos uit de modder gevist en aan de groep doorgegeven, en ik verwachtte dat hij ook nog wel een wild zwijn voor het avondeten zou afschieten. Maar dat gebeurde niet. Leukste waarneming tijdens de excursie: een paartje bonte vliegenvangers op nest. Leukste waarneming ná de excursie: twee appelvinken en een gekraagde roodstaart. Die appelvinken waren bijvangst toen ik heel netjes en beleefd voor twee stoeiende vinken mijn fiets aan de kant zette. (Zonder onderuit te gaan deze keer.) Dat gaat áltijd zo, maandenlang zoek je naar een bepaalde vogel, en heb je hem eindelijk gezien dan strúikel je er bijkans over!

Foto: kaboutertjes in het bos. (Óf ik was weer eens hopeloos achter geraakt...)

woensdag 13 april 2016

Kernbeißer en rietzanger

Ondanks het Duitse accent herkende ik de zang van drie appelvinken. Hóóg in de boom kon ik hun silhouetten ook nog even bekijken. Smaakt naar meer! Komende zaterdag heb ik op dezelfde plek (het Reichswald) een excursie en zie ik ze wellicht beter. Of moet ik hoger inzetten en gaan voor een kruisbek of een raaf...?! Van een vuurgoudhaantje kon ik een vrij beroerde geluidsopname maken.

Voor een minstens zo beroerde opname van de zang van een snor fietste ik weer naar de Kraaijenbergse plassen. Maar niet voordat ik een behoorlijk beroerde opname van een rietzanger had gemaakt. Dat is ook al een vogeltje dat je in onze Gelderse contreien zelden schijnt aan te treffen. Samen met de waarneming van o.a twee stoeiende blauwborsten maakte mij dat vandaag een mooie geluksvogelaar.

Op aanraden van een collegavogelaar had ik nog een derde nieuwe Gelderse vogel aan m'n lijstje kunnen toevoegen. Maar de kuifduiker in Plas 7 liet ik voor wat-ie was. De toch al vermoeide beentjes moesten nog veertig minuten naar huis fietsen, er zat een flinke regenbui aan te komen en ik wilde ook nog wat nieuwe Gelderse vogels voor de toekomst bewaren. (O wacht, de Kraaijenbergse plassen liggen in Brabant, bedenk ik me nu. Nou ja, dan kan ik die Brabantse snor mooi nog eens toppen met een Gelderse versie.)

Mars' waarnemingen van vandaag.

maandag 11 april 2016

Snor

Het is mooi weer, dus ik besluit naar de Kraaijenbergse Plassen te fietsen om de een dag eerder aldaar gespotte baardmannetjes te zoeken. Ik blijk echter niet de enige met dat plan te zijn... Een fotograaf is bezig een zingende blauwborst te besluipen, dus die stelt het vast niet op prijs als ik achter hem aan kom huppelen om naar hetzelfde beestje te verrekijken. Vlakbij staat een man een geluidsopname te maken, dus ik moet eigenlijk ook nog op m’n sokken gaan lopen en krakende grassprieten zien te vermijden. Een andere vogelaar komt naar mij toe en vraagt of ik de snor gehoord heb en misschien een beflijster heb gezien. (Voor alle duidelijkheid: dit zijn allemaal echte vogelnamen! En Nico en Hans waren nergens te bekennen!) 

Ik laat de 'drukte' achter me en fiets verder naar Tongelaar. Dat is een enorm fijn, mooi plattelandsgebied én daar zitten geelgorzen. En in geelgorzen heb ik nu minstens zoveel zin als in baardmannetjes. Ik vind er al snel een. Het vijfde symfonie van Beethoven-geelgorsriedeltje laat hij niet horen, maar met dit roepje ben ik vooralsnog ook tevreden. Verderop in een boom hoor ik een vink, maar als ik omhoog kijk blijkt het een schizofrene spreeuw te zijn! Spreeuwen kunnen ontzettend goed geluiden imiteren. Autoalarms, wekkers, opengaande treindeuren; een spreeuw draait er z’n vleugel niet voor om. Ook de vinkenslag gaat hem blijkbaar makkelijk af.




















Een rode eekhoorn trekt zich niets van mij aan en blijft rustig op zijn nootje knabbelen.


















De laatste keer dat ik opkeek van geritsel in het struikgewas bleken het twee wezeltjes te zijn. Normaal gesproken is het een merel of een roodborst, maar nú was het een (vermoedelijk) veldmuis die mij vanuit zijn holletje aanstaarde. Door mijn kijker bestudeerde ik zijn koppie. Nadat hij in zijn hol verdwenen was maakte ik een schetsje uit mijn helaas niet fotografische geheugen en fotografeerde ik zijn woning van dichtbij.

Op de terugweg stop ik toch weer even bij de Kraaijenbergse Plassen. Op een paar rumoerige meisjes wat verderop na, is er deze keer niemand. Nauwkeurig bestudeer ik het hele rietveld, tot een monotoon, snorrend geluid mijn aandacht trekt. Verhip, dat is vast de snor waar die vogelaars naar op zoek waren! Laten zien doet-ie zich niet en z’n zang kan ik helaas niet opnemen; de accu van m’n iPhone is leeggeraakt omdat ik zo nodig wat vinkenzangopnames moest maken… Kort daarop komen er drie andere vogelaars aanlopen en wordt mijn snor-determinatie officieel bevestigd. Zeldzame gast in Gelderland en voor het eerst aanwezig in dit gebied! Stiekem maakt dat de waarneming toch weer een stukkie leuker. Ze attenderen me ook nog op de roep van een waterral en een voorbijvliegende kleine mantelmeeuw. En ze waren zichtbaar blij dat ze een échte striptekenaar hadden ontmoet. Geef ze eens ongelijk.

Mars' waarnemingen van vandaag.

zondag 10 april 2016

Ei

En terwijl ik bovenstaande tweet schreef, in mijn notitieboekje, op de trap van de loopbrug bij 't Zwanenbroekje, hoorde en zag ik drie meter verderop een puttertje vrolijk kwetteren in een boom. 

Prima gevogeld in de Millingerwaard, al weet ik niet of v.d. M. het vier uur lang hebben moeten aanhoren van mijn enthousiaste vogelverhalen psychisch zal aankunnen. 
Maar ík heb mooi weer m'n eerste gele kwikstaartje van het jaar binnen! (v.d. M.: 'hij is wel érg geel!')

Vraagje aan mezelf over tien, twintig jaar: van wie is/was dit ei?






















Ik had er een muntstuk naast moeten leggen, bedenk ik nu. Maar hij was iets kleiner dan een kippenei. Ik denk dat het een eendenei is.

In 't Zwaneveldje kwam ik een heringetreden, vogelende collega tegen. Opvallend hoeveel tekenaars ook iets met vogels hebben. (Peter van Straaten, Siegfried Woldhek, Peter Vos, Boris Peeters, gisteren nog Charles Donker. En in mijn vogelwerkgroep zitten behalve ik nóg twee tekenaars. En misschien wel meer. Volgens mij heeft het met de liefde voor, of de kunst van het goed kijken te maken. Of zoiets.

zaterdag 9 april 2016

Tielse kneutjes















Vogelen in Tiel! Maar eerst een bezoekje brengen aan de opening van de expositie van Charles Donker in de Waalgalerie. Prachtige etsen, met gedétailleerd tekenwerk om steil van achterover te slaan. Tijdens het bewonderen van de etsen kreeg ik ook nog uitleg van een andere grote kunstenaar: Willem den Ouden. Achtentachtig jaar en niet te beroerd om mij over de druktechniek van de prent waar we voor stonden te vertellen. In het fijn geschreven voorwoord van het ter gelegenheid van de expositie uitgegeven boekje Charles Donker Grafiek, lees ik dat Donker (die een innemend open gezicht heeftdit terzijde) wekelijks modeltekent maar dat werk niet als onderdeel van zijn oeuvre beschouwt. Dat is jammer, want ik wed dat het juwééltjes van modeltekeningen zijn, waar ik graag een blik op zou willen werpen. Nou ja, ik zou zeggen ga die expositie zien, koop dat boekje en wandel daarna nog even door naar de Wetland Passewaaij. Met een beetje geluk zie je daar dan, net als ik vandaag, ooievaars, bergeenden, roepende scholeksters, één smient en negen kneutjes in een boom. Ik sluit graag af met: leve het talent en het vakmanschap van de oude kunstenaar! (Of sla ik nu door?)

Foto: Tiel heeft zomaar een vogelkijkhut.

vrijdag 8 april 2016

Rat

Zal wel een bruine rat geweest zijn. 
Of misschien een ontsnapte tamme.

donderdag 7 april 2016

Bomen

Zomaar twee bomen die ik vanmorgen vroeg op de stuwwal tegenkwam. Bij de ene ben ik benieuwd of er nog daadwerkelijk bladeren aan die overbelichte takken gaan groeien. (Gaan we in de gaten houden.) Bij de ander is een of andere onverlaat op een tamelijk onhandige manier aan zijn stukjes brandhout gekomen. Nou ja, er zal vast wel een logischere verklaring voor zijn.














Mars' waarnemingen van vandaag.

dinsdag 5 april 2016

Vogels tekenen

Siegfried Woldhek over vogels tekenen.  
(Radio-interview, negen minuten, met goede tips!)

Bekijk ook (of niet natuurlijk) Woldheks tekenles aflevering 5: 'Vogels vangen', die hij voor het NRC maakte.

maandag 4 april 2016

Wezels!


Vorig jaar máándenlang gezocht naar die beestjes en nu struikel ik er bijkans over. Twee stuks vandaag en ik meende zelfs nog wat meer blauwborsten te horen. Mede dankzij het feit dat de andere lawaaierige rietzangers nog niet terug zijn uit het zuiden, herken ik ze aan hun geluid. Deze keer maakte ik een (wederom slechte) opname van hun roep. Waarschijnlijk de 'ga weg, enge man!’-piep. 
















Terwijl ik langs de dode rietkragen op een blauwborstje sta te hopen, hoor ik wat geritsel in het struikgewas achter me. Een roodborst, of een merel zal het wel zijn, vermoed ik. Tussen de takken door zie ik echter een eekhoornachtig wezentje over de grond ritselen. Niet met een lange pluim achter z'n rug, maar met een klein, kort staartje. En hij is niet alleen! Ik maak er een opvallend amateuristisch schetsje van, en thuisgekomen vis ik twee wezeltjes uit de zoekmachine. Wat een leuke beestjes. En wat zijn ze kléin!

Op dezelfde plek hoor ik nu eindelijk ook mijn eerste fitis van het jaar. De zwartkop had ik afgelopen zaterdag al op de 
Duivelsbergvogelcursusexcursie, dus volgens mij lig ik aardig op schema wat betreft het waarnemen van recent uit het zuiden teruggekeerde vogels. En er komen er nog wel een stuk of wat!

Na afloop nog even langs het HD-gemaal gefietst, want ik had al vijf dagen geen ijsvogel gezien. Gelukkig was-ie deze keer thuis.


Mars' waarnemingen van vandaag.

zondag 3 april 2016

03-04-16

'Hier stonden dus die rietkragen met al die blauwborsten…’ 
De wel erg grote excursiegroep, en het teleurgestelde gezicht van de gids bij het binnenlopen van de platgebulldozerde Millingerwaard, deden me besluiten om solo verder te gaan. Terwijl ik de groep enigszins verloren op de grote zandvlakte zag staan, diende zich bij mij gelijk al de eerste staartmees aan. Gevolgd door nog wat leuk maar gewoontjes spul. Rietgors, grote zilverreiger, opvallend veel grote bonte spechten en de kleine bonte liet zijn naaimachientje ook even horen. Bij een stel parende meerkoeten heb ik mijn gezicht even afgewend. Wat later ben ik weer teruggekeerd naar het excursiestartpunt en kon ik met omhooggetrokken mondhoeken toch nog een blauwborstje, op vijftien meter afstand, bekijken. Én beluisteren. Ik heb er zelfs een winderige geluidsopname van kunnen maken. Benieuwd of de groep het vogeltje toch ook nog heeft kunnen zien.



















Kijk, dat is nou een blauwborst.

Grauw miezerig weer vandaag, maar tegen een uur of twaalf brak eindelijk de zon door, en kon ik op de terugweg over de dijk mijn sjaal afdoen en maar liefst vijf zomertalingen, dat zijn rode lijst-eenden, goed bekijken. Er zaten ook wat nog niet vertrokken wintertalingen, en die staan ook al op de rode lijst. Lente- en herfsttalingen staan op geen enkele lijst. Die bestaan namelijk niet.

Aan mijn determinatie van een tureluur twijfelde ik even. Op m’n vogel-app checkte ik zijn even tevoren gehoorde roep. Ik had het geluid echter te hard aan staan, waardoor het beestje samen met zijn of haar partner, die ik nog niet eens had gezien, onmiddellijk op mij kwam afvliegen. In de vogelaarswereld is vogelgeluiden in de nabijheid van de vogels afspelen een doodzonde*, dus ik hoop dat hier nóóit iemand achter komt. Enfin, ik heb nu wel een goede blik op die fraaie beestjes kunnen werpen. Prachtig. En wat een knáloranje poten hebben ze! (Maar misschien heb ik het oranje op mijn nieuwe verrekijker nog wat te hoog ingesteld.)

Vannacht om vijf uur opgestaan (vier uur wintertijd) dus nu moet ik even gaan liggen…

Mars' waarnemingen van vandaag.

*Vogels hebben hun energie hard nodig om te versieren, paren, verdedigen en hun jongen groot te brengen. Dus dan moet je ze als vogelliefhebbende vogelaar natuurlijk niet voor niks doen laten opvliegen en in verwarring achterlaten.

zaterdag 2 april 2016

Duivelsbergvogelcursusexcursie

'Indruk' gemaakt op een aantal professionele vogelaars door met m'n dure kijker een kwartier lang naar een dennenappel in een dennenboom te staren. Hij bewoog ook wel érg weinig...

Een roodborst haalde een enorme regenworm uit de grond om er vervolgens drie stukken af te hakken en op te eten. Het kronkelende reststuk liet-ie (voorlopig) voor wat het was. Een tamelijk onsmakelijk gezicht.

Zo’n middelste bonte specht mag dan wel een zeldzaam vogeltje zijn, voor mij blijft het toch een beetje een grote bonte specht die nog niet helemaal rijp is. Met een ongewassen onderbroek aan. Nee, dan de zwarte roodstaart die ik na de Duivelsbergvogelcursusexcursie per ongeluk in beeld kreeg! In de Ooijpolder. Je raadt het; zwart vogeltje met een (prachtig) rood (wip)staartje. Een staart die ik goed kon bekijken omdat het beestje zo vriendelijk was om van paaltje naar paaltje te vliegen. En dan ook nog eens zo'n gezellig grijs petje op z’n kop! Al een paar keer eerder gezien, maar nog nooit zo mooi belicht als vandaag.

Morgenvroeg een IVN-excursie in de Millingerwaard. Uurtje of vijf opstaan. Eens zien of ik dat red...