maandag 29 januari 2018

Zwartbuikwaterspreeuw (5]


Je fotocamerareserve-accu verliezen is stom. Je nieuwe fotocamerareserve-accu onopgeladen in je fototas doen is welhaast nog stommer. Je voorband knetterlek fietsen is gelukkig gewoon pech.

De dag begon zo mooi met het bezichtigen van een rietgebiedje langs de A325. Ik hoorde en zag een mannetje baardman. Pas de tweede (vastgelegde) waarneming op die plek. Wat verderop schoot een roepende watersnip de lucht in.




Bij Park Lingezegen hoorde ik ook baardmannetjes en zag ik een zwermpje vogels dat verdacht veel barmsijskenmerken vertoonde. Vanuit de verte schoot ik wat foto’s tot mijn accu leeg was. Vervolgens vloog het groepje om me heen, over me heen en ging het wat verderop op het prikkeldraad zitten. Te ver weg om ze met mijn kijker te kunnen determineren. Maar op een mooie afstand voor mijn telelens... Dát feest ging dus niet door. Thuisgekomen bleken het 'gewoon’ zestig kneutjes te zijn. Die had ik uitgesloten omdat die 's winters normaal gesproken in het zuiden schijnen te vertoeven.

Mijn plan om wat betere witstuitbarmsijsfoto’s te maken viel dus in het water. Teleurgesteld fietste ik langzaam — mede dankzij een forse tegenwind — richting huis om op de Lentste dijk de lekste fietsband die ik ooit heb gehad voor m’n kiezen te krijgen. Met de schaamtepet diep over de ogen getrokken richting huis lopen werd het dus.





Ik wilde mijn vogelzondag echter niet in mineur afsluiten. Dus ik stalde mijn fiets net voorbij de Waalbrug en wandelde naar mijn trouwe waterspreeuwkameraadje. Ik hoorde hem al voordat ik hem zag! Volop aan het zingen was-ie. Het ideale medicijn voor mijn geschonden humeur. Ik nam plaats op de eretribune langs het bruggetje, at een lekker chocoladebroodje en genoot van de vrolijke klanken uit het witte keeltje. 







Op een gegeven moment schrok hij op van twee passerende jongens, vloog mijn kant op en vervolgde zijn optreden op drie meter afstand naast mij! Toen moést ik mijn iPhone natuurlijk even uitsteken.

vrijdag 26 januari 2018

Witstuitbarmsijs



Je pikt hem er zo uit! Hoor ik collegavogelaar J. zeggen. Ik knik bevestigend en denk tegelijkertijd wanhopig: wáár dan?! Wélke dan?! Ik zal het maar aan een gebrek aan telescoop wijten. Voor mij was het in ieder geval geen sinecure om die ene witstuitbarmsijs tussen de negenendertig grote barmsijzen uit te vissen. Door mijn luie blik lijken ze allemaal op elkaar. Oké, de witstuit is wat bleker. En dankzij de aanwijzingen van de medevogelaars — zeventiende van links! — heb ik hem toch nog kunnen fotograferen. Op grote afstand, door een groot, hoog hek heen. In een havengebied in Arnhem.





Dit was de foto die ik hoopte te maken. Zo’n leuk gezicht! Die zeer zeldzame witstuitbarmsijs was eigenlijk maar bijzaak. 
Helaas onscherp. Ik was nog niet bijgekomen van mijn fietstocht. Waardoor ik m’n camera niet ontspannen en relaxed op de vogeltjes wist te richten. En helaas de enige keer dat ze zo dichtbij op die plek zaten.


 
Heel even ook maar. Ze waren nogal opvliegerig. De typische havenlawaaigeluiden deed ze regelmatig opschrikken.





Deze jongen was nou de ster van het hele gebeuren. 




Hoe de barmsijzen op deze kale, dorre plek al dagenlang voedsel weten te vinden is me een raadsel. Een uurtje foerageren met z'n veertigen en het is op, zou je denken.





Heel even verlieten ze hun vaste plek en gingen ze verderop in een boom zitten. Dit is daardoor wel mooi, samen met de (veel betere) foto van vogelgraaf R., de enige afbeelding van de witstuit in een Arnhemse boom! Vooralsnog. (Tweede van rechts.)





Na de witstuitbarmsijstwitch fietste ik nog even naar Het Waterrijk bij Park Lingezegen. 





Daar zat een meerkoet die zich verdacht dichtbij liet benaderen. Ziek, vermoedde ik. Maar toen hij na een tijdje richting water strompelde bleek hij zijn rechtervoet te missen. Of hoe heet dat bij een vogel.




Als je een ree in het wild wil zien moet je gewoon eens een keer achter mij aan lopen. Ik struikel bijkans over die beestjes. Oké, ik overdrijf. Maar ik zie ze wel vaak en van dichtbij de laatste tijd.







Tijdens de schemering kwam er een grote zwerm wulpen naar het waterrijk om te overnachten. Ik schatte dat het er zo’n tweehonderd waren. Thuisgekomen leek me dat wat veel en maakte ik er honderdvijftig van. Een dag later besloot ik ze met behulp van een foto toch eens te tellen. En kwam ik uit op vierhonderdenzeven vogels... En dan kunnen er nog een paar buiten beeld gevallen zijn.

Op een feestje diezelfde avond kon ik door de harde muziek mijn verhalen over de zwartbuikwaterspreeuw en de witstuitbarmsijs nauwelijks verstaanbaar doorgeven. Ik zie de teleurgestelde gezichten nog voor me...!

maandag 22 januari 2018

Week 4

De zwartbuikwaterspreeuw in de Ooijpolder is een ideale vogel om te bestuderen. Hij heeft een vaste plek, is niet schuw en zijn duiksprongetjes in het water blijven een lust voor het oog. Het probleem is dat-ie zo beroemd is. Dan kun je wel je capuchon over je hoofd trekken, de kijker strak voor je ogen houden en zoveel mogelijk ineengedoken gaan zitten; er is toch altijd iemand die naar je gaat roepen naar welke vogel je zit te kijken. Of twee voorbijgangers gaan uitgebreid in gesprek op het moment dat-ie net heel eventjes zingt. Of je schrikt je te pletter van een nieuwsgierig iemand die zijn fiets tegen de metalen brugleuning aanklettert. Ja, mijn leven is héél zwaar... Dus ik ben nu op zoek naar een vergelijkbare, maar heel gewone vogel om te volgen en te bestuderen. In alle rust. Jammer dat ik geen tuin heb.



Er leven zo'n 3.500.000 huiskatten in Nederland. Persoonlijk heb ik liever een spinnende zwartbuikwaterspreeuw op mijn schoot. Dat die katten jaarlijks naar schatting 100.000.000 (!) vogels doden maakt mij er niet vrolijker op.
Nou ja, laten we hopen dat de eigenaar van deze zwarte kat binnenkort niet een stukgekauwde waterspreeuw als cadeautje voor zijn voeten krijgt gelegd. In ruil voor een blikje kattenvoer.

Edit: niet gelijk alles geloven wat je leest, Mars. NRC checkt:
'Het is onwaar dat Nederlandse katten jaarlijks 100 miljoen vogels vangen. Deze schatting is ruim te hoog, op basis van onderzoek naar het jachtgedrag van katten die dag en nacht cameraatjes droegen.'



Wat mij dan weer wel vrolijk maakt waren de drie reetjes die ik afgelopen weekend op mijn pad vond. (Zelf waren ze er een stuk minder blij mee.)




Ook de klapekster liet zich weer zien. Zij het op grote afstand. Brókstukken schuwer dan mijn waterspreeuw. Maar minstens zo mooi.




Op de een of andere manier kom ik nog nauwelijks stormmeeuwen tegen. Het is een en al kokmeeuw wat de klok slaat. Tussen tientallen van die laatste zaten er gelukkig toch nog (minstens) drie. (De vogels zonder koptelefoon en zonder rode snavel.)




Over kokmeeuwen gesproken; sommige beginnen alweer een chocoladebruine zomerkop te krijgen. (Al las ik ergens dat die rui bij sommige exemplaren al in november plaatsvindt.)








Van puttertjes kan ik geen genoeg krijgen. (Sorry daarvoor.) Dus als ik een door profivogelteller M. geschatte groepsgrootte van zo'n 160 (!) van die prachtigvogeltjes tegenkom, dan ga ik er eens goed voor zitten. Vooral zo'n vrolijk gekleurd, gezellig kwetterend, voorbijvliegend zwermpje is een genot voor oog en oor. 




Zo'n waarneming is een waarschijnlijk ter plekke verloren fotocamerareserve-accu dubbel en dwars waard. Hoewel... (Ik maak altijd een snelle foto van een lege accu om te voorkomen dat ik hem thuis vergeet op te laden.)





Na de kaliwaalputters fietste ik door naar de millingerwaardbevers. Die had ik al eerder bezocht, maar toen zag ik alleen maar oog-, oor- en bewegingsloze bruine haarbulten op wat houten takwerk. Nu waren ze net zo bewegingsloos maar kon ik hun voor- en achterkant wel onderscheiden. Normaal gesproken zitten ze overdag in hun burcht maar het hoogwater noopt ze ertoe op het dak te gaan zitten. Een leuke toeristische attractie. Toen ik er kwam stonden er twéé met natuurliefhebbers volgestampte tourbussen!




Een voorbijvarende, overbelichte knobbelzwaan moet natuurlijk ook even fotografisch vastgelegd worden.




In 2018 zou ik minder gaan twitchen. Maar deze grote zee-eend bij de Kraaijenbergse Plassen kon ik toch weer niet aan me voorbij laten gaan. Op een gegeven moment kwam ze wat dichterbij gezwommen. Maar toen plénsde het van de regen en ik wilde niet uitproberen of mijn camera waterproof is.




Eigenlijk houd ik niet zo van vogels tellen. Maar aan de ooievaarstelling van vorig weekend heb ik met plezier meegedaan. (Eén.)

De overlast van het populairste knuffeldier van Nederland.

woensdag 17 januari 2018

Zwartbuikwaterspreeuw [4]



'Zondag was het helemaal erg! Zúlke telelenzen en dan toch zo dicht mogelijk bij hem zien te komen. Het arme beestje werd continu opgejaagd! Ik ga er niet tussen zitten. Want dan weet ik dat ik me dood ga zitten ergeren!’ Terwijl M. staat te hannesen om haar telescoop onder de snelbinders vast te krijgen, lucht ze even haar hart over de vele fotografen die op de zwartbuikwaterspreeuw afkomen. Ik geef haar groot gelijk. En loop door naar het H-D-gemaal. 

'Er stond op de brug een ouwe vogelaar vreselijk tekeer te gaan tegen de fotografen! Dat we het beestje zouden opjagen. En dat we niet van vogels zouden houden. En intussen maar de waterspreeuw in de schaduw zetten! Ik heb mooi een foto van die kerel gemaakt!’ Of ik even op het enorme teletoetertoestel van de deze keer enige aanwezige fotograaf wilde passen, want ze moest een plas. Teruggekomen lucht ze even haar hart over die tierende, woedende vogelaar van afgelopen zondag. Ik geef haar groot gelijk. 

Als hybride vogelaar x fotograaf moet ik zelf natuurlijk een beetje tussen deze twee uitersten laveren. 

Zelf heb ik er eerst lekker relaxed door mijn verrekijker van genoten dat ik het gedrag van de vogel inmiddels grotendeels kan voorspellen. En na een half uurtje kon ik het niet laten om ook weer wat foto’s en filmopnamen te maken.




In de categorie niet eerder van de zwartbuikwaterspreeuw genomen foto's: een plaatje met een waterhoen.




En deze heb ik ook nog niet voorbij zien komen.



En welja, we gooien er nóg een filmpje tegenaan. Als ik daar toch lol in heb...

(Volgende keer m'n schetsboekje eens meenemen. Als het niet te koud is om te tekenen.)

maandag 15 januari 2018

Zwartbuikwaterspreeuw [3]




Hij zat er weer! Vogelaars en vogelgrafen in overvloed, een steeds platter gestampte oever en... hij (of zij) zóng! Je zag het aan zijn keeltje. Z'n snavel bewoog niet of nauwelijks. Ik heb het kunnen filmen. Met héél veel omgevingsgeluidsruis. Desalniettemin een heel leuke waarneming. Ik begin zijn gedrag en maniertjes ook steeds beter te kennen. Nog even en ik ben een echte zwartbuikwaterspreeuwexpert!




De zwartbuikwaterspreeuw is een echte zwartbuiksprekerwaterspreeuw. Zingt met z'n snavel dicht.




Lastig maar wel leuk; plaatjes schieten van de (bijna) Nijmeegse vogel die ik nog niet eerder voorbij heb zien komen. Hier is de spreeuw zijn hoofd even kwijt.




Ja, je ziet het goed. Een zwartbuikwaterspreeuw achter een groene buis. Nog nooit eerder vertoond!




En deze dan! Speciaal voor mij hield hij zijn buik in. Omdat ik hem in een vorige post een dikkerdje heb genoemd. Uniek fotomateriaal! (Moet je natuurlijk geen eten in je snavel hebben.)

Profivogelaar Mark W. (die mij een jaar geleden mijn huidige fotocamera aanbeval) stond dichterbij, heeft een vastere hand en maakte een beter filmpje van de zingende waterspreeuw.

vrijdag 12 januari 2018

Zwartbuikwaterspreeuw [2]



Hij zit niet meer standaard op zijn vaste plek bij het H-D-gemaal. Wellicht beginnen de rivierkreeftjes op te raken. Soms laat hij zijn gezicht nog wel eens zien. Helaas al een tijdje niet meer aan mij. Om mijn zwartbuikwaterspreeuwwaarnemingstekort een beetje te compenseren heb ik nog twee filmpjes in de aanbieding. Geeft toch wat troost...




Overigens grappig om te zien hoe vrijwel iedereen die over het 'bruggetje' loopt even naar beneden kijkt of hij er nog zit. Ook leuk om te zien hoe de normaal gesproken uiterst schuwe waterhoentjes op dezelfde plek zich inmiddels helemaal niks meer aantrekken van al dat vogelaarsvolk in hun leefgebied. In het pre-zwartbuikwaterspreeuwtijdperk gingen ze er als een speer vandoor als je ook maar enigszins in de buurt kwam. Net als op mijn eerste waterspreeuwfilmpje is mooi te zien hoe de vogel eerst wat prooitjes verzamelt, om ze vervolgens in één keer op te eten.


Beetje gruizelig beeld i.v.m. de invallende schemering. En voor de tweede helft van de opname stond ik wankel boven het water, balancerend op een smal muurtje achter een hek. Wat niet de meest strakke opnames opleverde. 
Zou hij onder water de steentjes op dezelfde manier omdraaien als de stukjes mos in dit filmpje?







woensdag 10 januari 2018

Hoogwater 08-01-17



De zwartbuikwaterspreeuw laat al een paar dagen verstek gaan. Ik zag het bij aankomst bij het H-D-gemaal al direct aan het chagrijnige hoofd van een forse, bebaarde teletoeterfotograaf. Die zijn megastatief half in het water had gespietst en er vermoedelijk al een paar uur zat. Wachten op een vogeltje waar inmiddels al honderden dezelfde foto’s van zijn gemaakt — de een wat beter dan de ander — is niks voor mij. Ik ga voor de geluks- en toevalstreffers. Zoals in dit geval drie zonbelichte puttertjes in een boompje aan de weg. Die zich prachtig lieten bekijken. Het (vrij) koude weer maakt de vogels wat minder opvliegerig heb ik gemerkt. Dus ik kon ze belachelijk dichtbij benaderen. Zelfs voor vlakbij passerende wandelaars en fietsers gingen ze niet de lucht. Ik heb het meen ik al eerder gezegd. Van een afstandje en in de lucht zijn putters prachtig gekleurde vrolijke verschijningen. Maar van dichtbij doen hun zwartrode gezichtjes echt een beetje duivels aan.




















Hoogwater. Sfeer- en herinneringsfotootje voor op waarneming.nl. Met als plaatsingsexcuus een voorbijvliegende zwarte kraai.


















Een overwinterend mannetje roodborsttapuit bleef tot het allerlaatste moment in zijn inmiddels piepklein geworden territorium. Honderden, zoniet duizenden passerende wandelaars, fietsers en automobilisten konden hem niet van zijn plekje verdrijven. Zelfs geen opdringerige natuurvogelgraaf.



Met het hoogwater wordt een hoop 'troep' opgetild. Deze aalscholver trekt zich daar vast niet veel van aan. Wel vraag ik me af of het hem meer moeite kost om vis te vangen. Die hebben nu immers veel meer ruimte om zich te verspreiden.

Een beetje vink foerageert gewoon op die golvende bodem.