zondag 31 december 2017

Jaarlijst 2017

Met het binnenhengelen van de vergeten te noteren Turkse tortel heb ik dit jaar 200 werkgebiedvogels waargenomen. Tweehonderd! Waar een gebrek aan sociaal leven en opdrachten al niet goed voor is! De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik nog steeds een beetje twijfel aan de kleine bonte spechtwaarneming. En waarom staat de grote Canadese gans in de waarnemingenlijst terwijl er geen exoten in zouden zijn opgenomen?* Evenmin hybriden en ondersoorten. Aan de andere kant; die vermeende, roepende, ongenoteerde Cetti’s zanger in de Ooijse Graaf was er waarschijnlijk daadwerkelijk een. Al verschillende malen op dezelfde plek gehoord door collegavogelaars. En die gefotografeerde, onzekere kleine barmsijs in silhouet zou ook wel eens gewoon een zekere kunnen zijn. Met een slag om de arm om en nabij de tweehonderd vogels dus. Daar heb je verder niks aan. Bovendien ben ik een lijstjesrelativeerder. Maar stiekem vind ik het toch wel leuk.

-------------------------------------------------------------------------

Bovenstaande tekst schreef ik een weekje geleden. Te publiceren als ik de turkse tortel had gezien. Die heb ik echter nog steeds niet (met zekerheid) waargenomen, sinds ik hem wil invoeren op waarneming.nl. Wel zag ik deze week een absoluut zekere kleine bonte specht. En een volgens het waarneming.nl-forum zekere kleine barmsijs. Ook kwam ik mijn eerste Noordse kauw tegen. Maar dat is dan weer een ondersoort. Zéker tweehonderd befietsbare vogelwerkgebiedvogels in 2017 dus! Het zou me niks verbazen als ik dit persoonlijk record de komende jaren niet ga verbreken. Ook maar niet proberen. Gewoon lekker relaxed vogeltjes kijken in de natuur. Heerlijk.

Maar ik héb natuurlijk nog twee dagen voor een Turkse tortelzoektocht..!

Voor de liefhebbers: klik hier voor mijn complete vogelwerkgebied Nijmegen e.o. jaarlijst 2017.
(Vorig jaar: 180 vogels.)



Kleine bonte specht. Nauwelijks scherp te stellen tussen al die takken. Normaal gesproken frutsel ik niet aan foto's. Maar de onderste helft heb ik een beetje opgelicht ter verduidelijking van het vogeltje.





Dit schijnt een zekere kleine barmsijs te zijn. En ik geloof dat graag!



























Leuke onverwachte verrassing tijdens het zoeken naar een Turkse tortel, vlakbij huis: mijn eerste Noordse kauw. Overwinteraar in Nederland. Herkenbaar aan de sikkelvormige witte band om zijn nek. (Een overhaaste onscherpe foto is beter dan geen foto.)

*Op deze pagina wordt uitgelegd waarom de grote Canadese gans niet als exoot wordt beoordeeld. (Ik begrijp er ook niks van.)

-------------------------------------------------------------------------




Vlak na het schrijven van bovenstaande tweede tekst kijk ik uit het raam. Verhip! Het zal toch niet! Turkse tortel in mijn boom?!




Ai, mijn tt-obsessie begint ernstige vormen aan te nemen. De eerste vogelaar op de wereld met een Turkse tortel-psychose!


-------------------------------------------------------------------------

Na het schrijven van deze ontzettend leuke grap zag ik op waarneming.nl dat er een vogelaar wiens blog ik volg, aanwezig was bij de zwartbuikwaterspreeuw. Het leek me aardig om die man eens te twitchen en zijn foerageergedrag te bestuderen. Bij aankomst bleek hij echter gevlogen te zijn. Wel kwam ik profivogelaar P. tegen. Die mij kon vertellen op welke plek ik kans maakte op een Turkse tortel-waarneming... 

Ik zal jullie niet langer in ongelooflijke spanning houden. Twee straten van mijn ouderlijke huis vandaan vond ik hem eindelijk. 




Hij waaide bijkans uit de boom, maar de buit was binnen. 

Tweehonderdeen vogels in 2017. Geen mooi rond getal helaas. Maar met een beetje geluk wordt de kleine barmsijs alsnog afgekeurd. En vandaag ga ik goed m'n best doen om niet per ongeluk toch nog een nieuwe werkgebiedvogel te vinden. Moet lukken met de voorspelde wind en regen. 

Tot volgend jaar!


woensdag 27 december 2017

Zwartbuikwaterspreeuw




Zelden zo’n welwillend poserende vogel meegemaakt. Totaal niet schuw. Óf omdat hij mensen ziet zoals wij naar nieuwsgierige koeien achter het prikkeldraad kijken, óf omdat hij op geen enkele andere plek in de nabije omgeving aan voedsel kan komen. De profivogelaars mogen uitvissen of hij daar dus wel of niet stijf van de stress staat te foerageren, tussen al die pottenkijkers. 

Een heuse zwartbuikwaterspreeuw in de Ooijpolder. Op zeseneenhalve minuut fietsafstand. Wat ook wel eens prettig is. Kort geleden dipte ik er nog een in Groesbeek. Op één uur fietsafstand.

De vogel heeft de digitale krant gehaald, dus het is een komen en gaan van vogelaars en nieuwsgierigen. En heel veel toevallige voorbijgangers. Want hij verblijft op een drukke plek. Afwisselend zittend op een rotsblok, een boomstam en op wat stenen aan de oever duikt hij onder water om daar larven, kreeftjes en ander etenswaar op te duiken. Prachtig om te zien hoe de waterpareltjes aan zijn verenkleed bungelen als hij weer uit het water komt. En hoe hij regelmatig grappig door zijn knieën knikt. Al zijn knieën bij vogels eigenlijk enkels. Vandaar dat ze naar de 'verkeerde' kant gericht staan. (De echte knieën zitten verborgen onder het verenkleed.) Als hij zijn ogen sluit wordt zijn witte ooglid zichtbaar en lijkt hij even op een eng, blind vogeltje. Letterlijk hónderden foto’s heb ik van het beestje geschoten. En een kort filmpje. Een fotoselectie is hieronder gratis en voor niets te bekijken. Ik lijk wel gek!





Op het zoals bij mij gebruikelijk ietwat knullig gefilmd en gemonteerd filmpje is mooi te zien dat de waterspreeuw zijn prooitjes eerst even op het rotsblok heeft gelegd. Om ze later in één keer te nuttigen. Of dit standaardgedrag of toeval is weet ik dan weer niet.  




Hier zit-ie.




'Wat moet dat volk van mij?!'




De ooglidduikbril. Een soort wit vlies over de ogen. Hier goed waarneembaar.




Narcissus.




Z'n derde favoriete plekje.




Een omwonende mevrouw vroeg mij of ik haar alsjeblieft-alsjeblieft een foto van de waterspreeuw wilde sturen. Op haar smartphonefoto's zag ze alleen maar een bruine vlekje in een plas water. Hebben we gedaan. Was de mevrouw blij mee.




Van tijd tot tijd zwom hij een rondje. Voor onderwaterfoto's was het water helaas te troebel.




Prooien worden niet in het water maar pas aan de oever genuttigd.




Narcissus 2.




Waterpareltjes.




Kiekeboe.




Grijpgrage pootjes. 




Lekker spetteren.




Mocht je in slaap zijn gevallen van al deze zwartbuikwaterspreeuwfoto's; het kan zomaar zijn dat hij de hele winter op deze plek blijft. En dat jullie dus nog véél meer foto's van hem voor de kiezen krijgen. Waarvoor alvast excuses.

Komende blog: ga ik dit jaar nog de tweehonderd werkgebiedvogelsoortenwaarnemingen halen...?

vrijdag 22 december 2017

De lucht in

Dit twitterde ik zo'n twee maanden geleden. Het verslagje bewaarde ik voor de Mourik, verenigingstijdschrift van de Vogelwerkgroep rijk van Nijmegen e.o. 
Die plaatsten gisteren een pdf van het nummer online, dus nu mogen jullie het desgewenst ook lezen. (Klik voor leesbaar.)










Filmpje. (Ik lach wat zenuwen van me af omdat ik dacht dat de piloot een grap maakte.)




Foto met G. en de piloot door Mars.




Foto door G. met Mars en de piloot.


donderdag 21 december 2017

Staartloosmees

Dag 2 van mijn vogelweekend. Het weer is prachtig, maar echt mooie waarnemingen krijg ik niet voor de kiezen. Pas tegen de schemering vind ik een bijzonder staartmeesje: een staartloosmees. Het arme beestje is zijn staart vermoedelijk kwijtgeraakt aan een kat of een roofvogel. Desondanks is hij net zo druk en beweeglijk als de rest van zijn familie. Nauwelijks fotografeerbaar tussen de vele kale takken. Nu valt pas op wat een lange vleugels deze vogeltjes eigenlijk hebben.





Een eindje verderop zie ik wat beweging in een boomtop. Barmsijzen. Het licht is inmiddels zo slecht dat ik slechts wat donkere bewijsplaatjes kan schieten. Tijdens het verwisselen van mijn fotocamera-accu tel ik ze even en zie ik plotsklaps een sperwer als een bliksemschicht op ze afschieten! 

Tien kleine barmsijsjes gingen uit eten langs verre wegen. 
Eéntje werd geattaqueerd en toen waren er nog maar negen...

Nou ja, het waren er sowieso negen. Ik geloof niet dat de sperwer beet had. Bovendien waren het geen kleine maar grote barmsijzen. Een geluk bij een ongeluk trouwens dat m’n fotocamera-accu net leeg was. Anders had ik kijkende door de lens de sperwer vast te laat opgemerkt, wanhopig mijn camera op hem proberen te richten, de lens niet op tijd scherp gesteld gekregen en door de twee secondenzelfontspannerstand niks kunnen vastleggen. En door al dat gehannes dus bijna niks kunnen zien van het spektakel. Nu kon ik de actie van het begin af aan uitstekend bekijken en hoef ik alleen maar even mijn herinnering uit te kloppen om het jachttafereel nog eens terug te kunnen kijken in mijn hoofd.










Op de terugweg zag ik nog de silhouetten van twee luid roepende baardmannetjes. En besloot ik een verrekijkende vogelaar verderop niet te storen door te vragen waar hij naar stond te kijken. Een goudplevier...! Een donkergrijs stipje tussen de minstens zo donkergrijze kievitstipjes. Zag ik thuisgekomen op een waarneming.nl-foto. Dus veel visueel genot heb ik daar gelukkig niet aan gemist. Een goudplevier is bovendien niet half zo bijzonder als een staartloosmees. Zeg nou zelf.

dinsdag 19 december 2017

Kleine zwaan



Vogelaarsnederlaag. Een grote groep toendrarietganzen schiet de lucht in als ik aan kom fietsen. Terwijl ik me toch op grote afstand bevind en ze nog maar nauwelijks had opgemerkt. Gelukkig blijven de kleine zwanen gewoon op hun plek. Had ik niet voor niets anderhalf uur gefietst en me tien minuten eerder kletsnat laten regenen. Ik stop voorzichtig en kijk door mijn verrekijker hoe ze reageren. 








Tien gestrekte nekken. Geen plotselinge bewegingen maken dus, en niet dichterbij proberen te komen. Na een tijdje lijken ze aan me gewend te zijn en grazen ze rustig verder. Ik laat mijn fiets staan en schuif stiekem nog wat meters naar ze toe voor wat 
bewijsplaatjes. Weer gaan er nekken omhoog. Ik besluit geen risico meer te nemen en probeer niet nog dichterbij te komen. Dat dichterbij is sowieso relatief want zonder telelens zijn de zwanen nog steeds kleine, witte vlekjes:





Na de nodige foto's geschoten te hebben van deze nieuwe Gelder... Braban... werkgebiedvogels, loop ik heel rustig terug naar mijn fiets. Opgelucht dat ik deze jongens niet ook heb verjaagd. Ik gooi voorzichtig mijn been over het zadel en werp nog een laatste blik hun richting uit. Om ze met z’n tienen tegelijk de lucht in te zien gaan... 


Vogelaarsnederlaag 2. Al valt natuurlijk niet helemaal uit te sluiten dat iets anders ze deed besluiten er vandoor te gaan... 
Edit 20-12-17: Inmidddels zijn ze, vermeerderd met zeven, weer op dezelfde plek teruggekeerd.




Eerder op deze kleinezwanentwitchdag fotografeerde ik nog wat vrij gewone wintergasteenden:





Dit vrouwtje brilduiker maakte haar naam goed waar. Onafgebroken dook ze onder water. Om vervolgens weer op een verrassende plek op te duiken. Mij nauwelijks de kans gevend om mijn lens scherp te stellen. Dit was nog de beste van de om die reden wat tegenvallende brilduikerfoto’s.






Dit mannetje tafeleend was wat vriendelijker voor me en zwom rustig voor me langs. Een verrukkelijk gekleurde gijbaankop heeft deze vogel.





Mannetje krakeend. Poseerde ook heel mooi voor me. Prachtig subtiele motiefjes in zijn verenpak. Echt een smaakvol eendje.





Deze pijlstaart zat een heel stuk verderop. Voor hem zwemt een vrouwtje krakeend.


Volgende blog: de staartloosmees.

maandag 18 december 2017

Siberische Braamsluiper [10]

Tien berichtjes heb ik aan dat vogeltje besteed. Heel grappig als het een ordinaire braamsluiper geweest zou zijn. Al dat gedoe om een doodgewoon vogeltje; groepjes mannen die hem 's avonds bij zijn slaapboom opwachtten, vogelaars die hun verjaardag lieten schieten voor een onscherpe flitsfoto en een hoop gehannes met stokken en vangnetten

Maar het ging dus echt om een Siberische braamsluiper. De achtste met DNA-zekerheid vastgestelde in dit land. Dat maakt hem tot de bijzonderste vogel die ik in Nederland, laat staan in Gelderland, heb gezien. (Verder een klein, bruin saai vogeltje hoor. Dat weet ik heus wel.)





























Fragment uit een door Bram Ubels geschreven artikel in de nieuwe Mourik. Verenigingstijdschrift van de Vogelwerkgroep rijk van Nijmegen e.o.

vrijdag 8 december 2017

Grote barmsijs




In De Goffert had ik ze gemist. Dan maar richting Arnhem. Waar een groep grote barmsijzen in Park Lingezegen was gesignaleerd. Met hulp van vogelgraaf R. gevonden en wat foto’s geschoten. Moeilijk! Slecht licht, hoog in de boom en ze lijden allemaal aan ADHD. Wel mooi weer een nieuwe Gelderse vogel om op mijn lijst bij te schrijven. Helaas net buiten het werkgebied van mijn vogelwerkgroep, dus een dag later nog even naar de Kraaijenbergse Plassen gefietst om dat recht te zetten. Daar vloog namelijk ook een groepje rond. Foeragerend in nóg hogere bomen, in nóg slechter licht en zo mogelijke nóg drukker en beweeglijker. Maar de buit was binnen. Mooi kunnen profiteren van de eens-in-de-zoveel-jaar-grote-barmsijzen-invasie’!




























Grote barmsijzen in een els.




Grote barmsijzen in vlucht. Altijd leerzaam om even vast te leggen. De duidelijk gevorkte staart valt mij het meest op.




Om verwarring te zaaien zaten er natuurlijk ook andere vogeltjes tussen de barmsijzen. Putter, roodborst, pimpelmees en dit 'gewone' sijsje.

Korte dagen, nat en koud weer, niet ideaal om te vogelen. Maar ik heb toch nog een paar dieren kunnen schieten afgelopen tijd.



Zoals dit verlegen mannetje sperwer.




En deze een stuk minder verlegen kokmeeuw in winterkleed. In de zomer makkelijk herkenbaar aan zijn chocoladebruine kop. 





Op één dag kwam ik drie eekhoorns tegen. Waarvan er twee zo sympathiek waren om heel even te poseren.



Hoe vaak ik niet naar de appelvink heb gezocht toen ik net begon met vogelen... Ik weigerde zelfs de Gennepse hop te gaan twitchen omdat ik deze algemene vogel nog niet had gezien. Oerstom natuurlijk. Nu moet ik waarschijnlijk tien jaar wachten. (Of het vliegtuig naar Spanje nemen.)