zondag 31 juli 2016

Koninginnenpage












Veertien ooievaars in een weiland. Als ik er langs fiets vliegen er een paar op naar een weiland aan de andere kant van de weg. Daar tel ik achttien blauwe reigers. In de lucht zie ik de komende tien minuten drie torenvalkjes en een buizerd. De tientallen aanwezige kokmeeuwen heb ik maar niet proberen te tellen. Hoezo is de zomer een slechte tijd om te vogelen...?

Bij de E.W. ga ik fanatiek op zoek naar de koninginnenpage. En mijn hart maakt een verheugd sprongetje als ik haar een twintigtal meter verderop eindelijk zie vliegen. Hoog boven het gras, groter dan ik al hoopte dat ze zou zijn en driftig fladderend van bloem naar bloem. Prachtvlinder! 

De tweede keer dat ik Hare majesteit zie, ben ik zo door haar aanwezigheid gebiologeerd dat ik een bijtend insect pas opmerk als hij mijn halve rechterpink heeft leeggezogen. Ik sla het kreng snel dood tegen mijn sweater en lik de bloedvegen van mijn vinger. 

Bij de dérde keer dat ik haar zie (ik weet niet of het drie verschillende vlinders waren, of dat het steeds dezelfde was), laat ik mijn fiets in het gras vallen, schiet de dijk over en ren ik als een malloot achter haar aan. Passerende wandelaars, een nadrukkelijk neuriënde nieuwsgierige fietser en een auto die stopt hoor ik wel, maar gun ik geen blik waardig. Éven opzij kijken betekent: vlinder kwijt! En dat moeten we niet hebben natuurlijk.

Morgen hoop ik de wielewaal nog eens te mogen horen zingen. Wordt vervolgd! (Je bent een stripmaker of je bent het niet.)
















Wolkenfoto. Die fladderen tenminste niet steeds van je iPhone-camera weg.
BewarenBewaren

donderdag 28 juli 2016

Zwarte ibis


Op naar de E.W., in de hoop nu eindelijk eens een blik te kunnen werpen op de aldaar gesignaleerde koninginnenpage

Tijdens het tellen van de lepelaars in de waard, vliegt er ineens van alles op. Tientallen spreeuwen, kieviten en kokmeeuwen schieten de lucht in. Dat kan maar één ding betekenen: roofvogel in de buurt! En het blijkt niet zomaar een roofvogel te zijn. De slechtvalk! Het snelste dier ter wereld. Op spectaculaire wijze achtervolgt hij een kievit die slechts door zijn soepele wendbaarheid aan zijn jager weet te ontsnappen. Na nog een paar jaagpogingen, waarbij hij zelf ook wordt belaagd door kokmeeuwen en visdiefjes, verdwijnt de valk weer uit beeld.

Een tiental minuten later begint het schouwspel weer opnieuw. Deze keer heeft hij bijna een wulp te pakken. Bij zijn derde terugkeer, weer een tiental minuten later, stort hij zich op een zwerm kokmeeuwen. Hij vliegt nu zo dicht bij de dijk, en ik heb hem zo fantastisch in beeld, dat er geen determinatiemisverstand meer mogelijk is. Nou ja, het kón ook eigenlijk niks anders zijn dan een slechtvalk. Zoveel kracht, zoveel snelheid, zulke grote prooidieren. Waarvan hij er overigens, in mijn nabijheid, geen enkele weet te grijpen. Mijn eigen prooidier, de koninginnepage, ga ik vandaag ook niet meer zien. Maar daar komen we gewoon nog één, of meerdere keren voor terug.

Als ik met een blijde grijns op m'n gezicht naar het zitbankje terugwandel, arriveert er een collegavogelaar op zijn fiets. Met Schots accent meldt hij mij dat er bij de Kerkdijk, een kleine tien minuten fietsen hiervandaan, een zwarte ibis is gesignaleerd! Hij laat mij een kersvers filmpje van de vogel zien, terwijl ik mijn spieren aanspan om op m'n fiets te springen en op slechtvalksnelheid (oké, ietsje minder snel) richting deze bijzondere vogel te racen. Mijn dérde, gloednieuwe, zeer zeldzame Gelderse vogel van deze week. Waarschijnlijk pas de tweede waarneming in de Ooijpolder.

















Vanaf de Kerkdijk zie ik al een groepje Facebook- en vogelwerkgroepbekenden op een zandweggetje bij de waterweilanden staan. De zwarte ibis staat belachelijk dichtbij, en goed zichtbaar, in een plas naar eten te zoeken. Weer zo'n vogel die je je veel groter had voorgesteld dan hij in werkelijkheid is. Desalniettemin een buitengewoon fraai wezentje waar we nog een half uurtje van kunnen genieten voordat hij opvliegt en in de verte verdwijnt.

Leuke bijkomstigheid is dat ik nu even met een collegatekenaar kan praten. Hij staat ter plekke te tekenen in een klein notitieblokje en verbaast me met zijn grote vogelanatomiekennis. Waar ík nog stevig moet nadenken over naar welke kant de 'knieën' van een vogel ook alweer knikken, weet hij alles te vertellen over de schubjes, plooitjes en vlerkjes van mijn nieuwe hobbyobject. Aan telescopen en luxueuze verrekijkers doet hij niet; dan krijgt hij veel te veel details binnen. Hij kijkt door een kleine kijker, onthoudt wat hij ziet, tekent het op papier en weet de delen die hij vergeet, in te vullen met de ingebouwde vogelcatalogus in zijn hoofd. Daar heb ík nog wel een jaartje of twintig voor nodig. Of achttien en een half.

Na deze ontmoeting fiets ik nog even terug naar de E.W. Daar kom ik weer een paar dezelfde, met de auto vooruit gereden vogelaarsgezichten tegen. Dankzij wie ik nog twee roodbeletterde pontische meeuwen op mijn waarnemingenapp kan bijschrijven.

Op de terugweg zie ik aan de rand van de berm een mol wroeten. Qua blindheid doet hij zijn naam eer aan, want ik kan hem tot een centimeter of tien met m'n iPhone benaderen, zonder dat hij iets in de gaten lijkt te hebben. (Met onscherpe filmbeelden tot gevolg. Maar ik moet nog een beetje met de camera leren omgaan.) Tot mijn verrassing zie ik op nog geen meter afstand zijn eveneens wroetende broer zitten. Wie komt er nu, onderweg naar huis, twee vlak bij elkaar zittende, zichzelf krabbende mollen op een dijk tegen? Nou, ik dus. 




In de veronderstelling dat een kwartelkoning in De groenlanden deze zeer geslaagde natuuravond zojuist beëindigd heeft met zijn zangzie ik helemaal aan het eind van de Ooijpolder een silhouet over de dijk vliegen. Duidelijk een reiger. Maar een stuk kleiner en compacter dan de reigers die ik ken. Zou het een roodbeletterde reiger zijn? Of toont hier de zwarte ibis zijn fraaie verschijning nog één keer aan mij? Nee, die had ik zeker herkend aan zijn kop. We zullen het wel nooit te weten komen. 

Ik denk dat ik morgen de zoektocht naar de koninginnenpage maar weer eens ga hervatten. Voor een half zo geslaagde avond als deze begint mijn verrekijker al te jeuken!
BewarenBewaren
BewarenBewaren
BewarenBewaren
BewarenBewaren
BewarenBewaren

dinsdag 26 juli 2016

Krombekstrandloper



Als ik mezelf dan toch officieel tot het twitchisme heb bekeerd dan kan ik net zo goed het waarneming-zeldzame-vogel-alert inschakelen. Een zwarte ooievaar in De Hamert moet ik laten schieten. Mijn vogels moeten wel befietsbaar zijn. De snor bij de Kraaijenbergse plassen heb ik al eens gehoord. Maar de krombekstrandloper in de Lentse waard, op nog geen vijftien minuten fietsen hier vandaan, kan ik natuurlijk niet laten liggen!

Vanaf de dijk zie ik vogelaarster J. al bij een groepje kokmeeuwen staan. Ze wijst me de opvallend kleine krombekstrandloper aan, en maakt me met behulp van handgebaren duidelijk hoe ik bij haar kan komen. Als ik heel voorzichtig langs het prikkeldraad haar richting in sluip, zie ik op de dijk een busje stoppen. Een vogelaar met telescoop stapt uit, loopt de dijk af, stapt gewoon over het prikkeldraad heen en kan vervolgens samen met mij het vogeltje uitzwaaien... Gelukkig hebben we de foto's nog.

De onbesuisde vogelaar vertrekt weer en J. en ik besluiten verderop toch nog even ons geluk te beproeven, ondanks dat de schemering inmiddels al flink begint in te vallen. Vanaf de Zaligebrug zie ik aan het water, links van een enorme hoop paardenpoep iets bewegen. J. ziet dat het drie oeverlopertjes zijn en ontdekt een meter verderop zowaar ons strandlopertje weer. Bij mijn eerste zeer korte waarneming was het een grijs vlekje, nu is het een zwart stipje. Desalniettemin, één dag na de griel, alweer een nieuwe Gelderse vogel voor op mijn levenslijst!

Dan schiet J. in de lach. De paardenpoep is ter plekke 'ontploft' en blijkt uit een groepje van zeven wilde eenden te bestaan. Eén mama met haar zes kleintjes. 

Benieuwd welke alerts ik morgen ga binnenkrijgen. Voor de krombekstrandloper wil ik eigenlijk nog wel een herkansing.

maandag 25 juli 2016

Griel





















Staan ze nu echt vanaf de snelweg naar dat beestje te kijken? Gezichtsbedrog; er staat een fietser tussen. Het blijkt een autoweg te zijn met een snelweg er vlak achter. 

Mijn iPhone-app heeft me naar een doodlopend boerenweggetje gebracht. Naast me in een maïsveld vliegt een torenvalk met prooi op, en zo’n tweehonderd meter verderop zit een groep bruine vlekjes waarvan er één vermoedelijk een griel is. Een vogel waar ik, voordat hij op waarneming.nl verscheen, nog nooit van gehoord had. Via het weiland dichterbij komen is illegaal en gaat me een stel woedende, met de vuist zwaaiende vogelaars in de verte kosten, dus ik besluit om te keren en me bij de (veelal) mannen op het viaduct aan te sluiten.

Als ik aankom zie ik de griel onmiddellijk tussen de kieviten zitten. Hebbes! Ik ga wat verderop, op een hogere positie, in de berm zitten en ben de vogel gelijk kwijt. Een twintigtal minuten later wordt hij weer ontdekt. Hij zit vlak voor een blauwe reiger in een greppel. Zijn kopje steekt nét boven het gras uit. 

Als er een buizerd in de lucht verschijnt vliegt de hele groep op en kan ik de griel met zijn lange vleugels met zwart-wit patroon prachtig met mijn verrekijker volgen. Ze vliegen de weg over, maken vervolgens weer een draai en vanaf dat moment zijn we hem weer kwijt. Ik verklaar mijn waarneming als mooi genoeg, om niet te zeggen zéér geslaagd, en vertrek richting huis.

Thuisgekomen bedenk ik dat de griel na het oversteken van de weg enkele seconden buiten het werkgebied van de Vogelwerkgroep Arnhem is geweest. Ik heb hem dus zeer korte tijd in mijn, óns werkgebied gezien. Dat betekent dat ik na de ontdekking van de dwergstern in de Erlecomse waard vorige week, wederom Vogelwerkgroep Nijmegen e.o.-geschiedenis heb geschreven! Dat kan niet anders! Op waarneming.nl zoek ik wat getuigen op om mijn bewijsloze waarneming voor de vogelrechtbank eventueel kéihard te kunnen verdedigen. Ik zet Bram M. alvast klaar in de startblokken. O nee, die mag niet meer.

Benieuwd wat mijn volgende twitchvogel wordt!








donderdag 21 juli 2016

J. en T.

Baardmannetjes, het erg leuke televisieprogramma met Hans Dorrestijn en Nico de Haan is weer begonnen. In de aflevering van vandaag zag Hans de derde zwarte specht van zijn leven. Da's grappig, want toevallig zag ik er vandaag twee in de Hatertse vennen. Plús twee groene spechten, plus een drietal grote bonte spechten. Waarvan er van die laatste eentje nog geen twee meter onder een boomvalk in een boom ging zitten. In totaal heb ik de afgelopen twee jaar 12 keer zwarte spechten gezien. Als Hans dit zou lezen dan had hij vast zijn enkels verstuikt van het op de vloer stampvoeten van jaloezie.

Ze moésten het wel zijn. De met fototoestellen met telelens om zich heen speurende oudere man en vrouw. Toen ze op een bankje bij mij kwamen zitten bleek het, in tegenstelling tot wat ik had gedacht, geen echtpaar te zijn. Ze waren broer en zus. J. en T. 

Broer J. en zus T. plaatsen regelmatig foto's op waarneming.nl. Dankzij een foto van J. kon ik afgelopen week mijn eerste witgat determineren. Zus T. wist precies hoeveel soorten vogels ze had gezien en noemde alle rood beletterde waarnemingen op. 
Broer J. fotografeerde inmiddels achttien maanden en plaatste alleen meldingen op waarneming als hij een bewijsfoto van de vogel had kunnen maken. Hij verdacht sommige collegavogelaars van het valselijk melden van ijsvogeltjes in gebieden waar ze helemaal niet voorkomen. En de mensen die de patrijzen vorig jaar 'geringd' hadden met voor roofdieren opvallende kartonnen platen (?) zouden ze aan de hoogste boom moeten 'opkneupen'. Dat nam ik maar met een korreltje zout. Echte Nijmegenaren met het hart op de tong.

zondag 17 juli 2016

Dwergstern en witgat



Felicitaties van de vogelwerkgroep in de mail voor mijn vondst van een dwergsterntje in de Erlecomse waard. Toen ik thuisgekomen van mijn lange vogelochtend zag dat het beestje vet roodbeletterd was, begon ik nog ernstig aan mijn waarneming te twijfelen. Zou het geen ordinair juveniel visdiefje met een nog ongerijpte snavel geweest kunnen zijn? Maar nee, ik had het goed gezien. Twee topvogelaars hadden zijn aanwezigheid bevestigd. 'Mars Gremmen, de ontdekker van de dwergstern in de Erlecomse waard op 17 juli 2016.’ Zo zal ik de geschiedenisboeken in gaan. Potverdikkie, wat een eer!

Twijfel was er ook toen ik op dezelfde plek mijn eerste witgat zag. Op waarneming.nl zag ik het beestje echter in gefotografeerde vorm terug, en kon ik hem bijschrijven als tweede nieuwe Gelderse vogel van de dag. 

Ook leuk vandaag: mijn waarneming van maar liefst vijf groene spechten. Alle onafhankelijk van elkaar gezien (en eentje gehoord). Dus geen familiegroenespechtuitstapje.

Mijn hoofddoel van de dag, de porseleinhoen wat uitgebreider horen zingen dan twee dagen geleden, heb ik dan weer niet bereikt. Maar mij hoor je niet klagen!

Kaas


zaterdag 16 juli 2016

Porseleinhoen
















'Hallo, kom er maar bij!’. Ik had de vijf vogelwerkgroepleden niet eens in het gras zien zitten, toen ik in de schemering naar de ooievaars bij de Millingerwaard stond te verrekijken. In de hoop dat de aldaar gesignaleerde porseleinhoen zich zou laten horen. Enfin, even later zat ik, weer eens geheel tegen mijn twitch-principes in, naast de vogelaarcollega’s muggen van me af te slaan. Allen met een smartphone/geluidsrecorder in de hand om de zweepslagroep van het hoentje voor het nageslacht vast te leggen. Waaróm eigenlijk in vredesnaam? Wat interesseert mij dat beestje, dat zich sowieso niet laat zien, nou helemaal? Toch de spanning en opwinding van krijg ik hem wel of niet te horen, denk ik. Twitchen is is een soort Pokémon Go voor volwassenen. Om dit berichtje maar even met een actuele gedachte te laten eindigen.  

woensdag 13 juli 2016

Gierzwaluwexcursie 2016

Tijdens m’n derde gierzwaluwexcursie aller tijden heb ik de beestjes éindelijk in en uit hun nest zien vliegen (lees: onder de kier van een dakpan zien verdwijnen / tevoorschijn zien komen). Prachtig gezicht! De drie zwarte roodstaarten op de Stevenskerktoren waren mooi meegenomen.

Op en bij de trappen van het Valkhofpark zaten minstens vijftig man naar Pokémonfiguurtjes te zoeken. Ik heb nog even meegezocht met mijn verrekijker, maar geen Squirtle of Bulbasaur te zien.

Na de excursie ben ik naar de kwartelkoning gefietst. Helaas liet hij zich deze keer niet aan mij horen. Laat staan zien. Lekker zonder licht door de Persingensestraat richting huis gefietst in de hoop op een uil of een ree. Die zag ik allebei niet (ik tel de twee steenuiltjes op de heenweg even niet mee) maar er verdween wel iets vosachtigs in het struweel. (Infraroodkijker vergeten.)

Tip: donderdag 21 juli vindt de laatste gierzwaluwexcursie van dit jaar in Beek plaats.

zondag 10 juli 2016

Kwartelkoning


De vanochtend op waarneming.nl gemelde kemphanen in de Erlecomse waard zullen er wel niet meer zitten maar ik besluit er toch heen te fietsen. Nu we eindelijk eens een lekker warme (en droge) avond hebben. Bij het HD-gemaal begint mijn vogelavond gelijk al goed. Na hem daar wéken niet meer te hebben gezien zie ik 'de blauwe flits' achter een struik verdwijnen. Even later flitst hij weer verder richting de Waal. Aan de andere kant van het gemaal zie ik wéér een ijsvogel wegvliegen, terwijl ik achter mij twee grote gele kwikstaarten hoor kwetteren. (Ik sluit overigens niet helemaal uit dat het een en hetzelfde ijsvogeltje was. Misschien had hij wel een rondje gevlogen.)

Wat verderop fiets ik langs de plek waar een familie steenuilen zich heeft gehuisvest. Eén van de familieleden laat op het dak van een schuur zijn of haar rug door mij bewonderen. 


Door naar de plas waar ik nóg een ijsvogel weet te wonen. Ik hoef maar heel even te wachten om zijn geluid te horen, en zie hem vervolgens prachtig langs me heen over de dijk vliegen. Tegen beter weten in loop ik honderd meter zijn wegvliegrichting in om te kijken of hij zich nog ergens laat zien. Precies op dat moment hoor ik het krex-krex-geluid van een op waarneming.nl roodbeletterde vogel: de kwartelkoning! Nieuwe Gelderse vogel! Gelukkig herkende ik zijn zang onmiddellijk omdat ik het eerder op de dag online beluisterd had. Hij was namelijk gisteravond al waargenomen. Zelf had ik geen moment meer aan het beestje gedacht. 

Met m'n iPhone neem ik zijn geluid op. Als het niet van het tijdelijk stoppen van mijn eendaagse glaasje wijn komt, dan trilt mijn hand zowaar van de opwinding dat ik zomaar de zang van deze zeldzame vogel kan registreren. In het hoge gras laat het beestje zich naar goed gebruik helaas niet zien.


Het schemert al flink als ik bij de Erlecomse waard aankom. Het stikt er van de vogels. Een negental lepelaars, tien blauwe reigers, achttien wulpen in silhouet, zeker honderdtwintig kokmeeuwen en dan vergeet ik nog een hele berg andere vogels. Geen idee of er nog kemphanen tussen zitten. Voor dit soort situaties kun je eigenlijk niet zonder telescoop. Ik maak nog een ongelooflijk kitscherige foto van de lucht (ik geloof nooit dat de kleuren van mijn iPhonecamera levensecht zijn) en fiets weer terug richting huis.

Onderweg stop ik voor de nog steeds zingende kwartelkoning, maar hervat onmiddellijk weer mijn fietstocht omdat ik me in een oceaan van muggen blijk te bevinden. En ik heb het niet zo op die beestjes. Iets verderop zie ik een egel de weg oversteken. Die wil ik ook nog even vastleggen. Terwijl ik hem fotografeer maak ik wat dondergeluiden,* zodat hij denkt dat het gewoon een beetje onweert, in plaats van dat er een gek met een flitstelefoon plaatjes staat te schieten.

Het was een EK-finale-avond om nooit te vergeten!


*Dit grapje moest ik even kwijt. De foto van de egel is mislukt. 

zaterdag 9 juli 2016

09-07-16

donderdag 7 juli 2016

Niks geen leuk wijfje