donderdag 31 maart 2022

Groenejaarlijst 2022 - maart



Op Twitter had iemand het idee om de #groenejaarlijst met een striptekening te promoten. Was er nu maar ergens een vogelende striptekenaar te vinden... 

Iedereen is vrij om een eigen invulling aan de lijst te geven. Zelf heb ik me de tienkilometergrensregel opgelegd. Om het een beetje plaatselijk te houden. De originele, Engelse benaming is dan ook Local Big Year.




Ik had hem deze winter nu al drie keer gezien. Waarvan één keer een 'zelfontdek' en één keer een ontsnapt exemplaar. Maar als de zeer zeldzame roodhalsgans dan op een zonnige zondag in de Oude Waal weer wordt gemeld, dan kan ik het niet laten om hem te gaan zoeken tussen de hónderden, misschien wel duizenden kolganzen



Die best wel onrustig waren. Wellicht omdat ze ons land binnenkort weer gaan verlaten. Het blijft indrukwekkend als ze met tientallen tegelijk vlak over je heen vliegen. Overstekend tussen Oude Waal en weiland.





Ben je nou helemaal gek geworden?! Snel die struik uit en je plas in. En dat noemt zich waterhoen

We waren gebleven bij vogel 102 op de Groenejaarlijst

102. 🚴🏼‍♂️ Toendrarietgans
103. 🚴🏼‍♂️ Tjiftjaf 
104. 🚴🏼‍♂️ Zwarte specht
105. 🚴🏼‍♂️ Boomleeuwerik



Negentwintig van de dertig keer zijn mijn compactcamerafoto’s onscherpe bewijsplaatjes waar ik nog iets van compositie in probeer te snijden. Het gaat mij er vooral om te laten zien wat voor leuks ik nou weer waargenomen heb. Ambities om een goede fotograaf te worden heb ik niet. Een briljante tekenaar zijn vind ik wel voldoende. Af en toe schiet er echter een aardig plaatje tussendoor dat grafisch ook nog enigszins bevredigt. Zoals deze foto van de helft van een steenuilpaartje. De andere helft zat een dakje verderop.




Hetzelfde uiltje een paar dagen eerder. In de gouden schemering. Het is de bedoeling van het diertje dat je zijn achterhoofd voor zijn gezicht aanziet. Een fikse afstand en aftakelende vijftigplusogen helpen daarbij.




Even een wat oudere foto van een bever tussendoor. Omdat hij zo braaf poseerde. En omdat ik vergeten was hem eerder te plaatsen.




Dat vind ik nou leuk. Dat mijn eerste 2022-vlinder de zeldzame grote vos is. Ook al is dit exemplaar maar viervijfde vlinder.


Een familielid van mij kreeg coronaziekenbezoek van een staartmees. Het vogeltje kwam verschillende keren terug om contact met hem te zoeken. (Of met zijn eigen weerspiegeling in het raam...)




"Mag ik iets vragen?" Erg aardig is het niet om iemand te negeren als je net de hier in het binnenland zeer zeldzame rotgans staat te vogelgraferen. 


De vogelaar naast mij die wél vriendelijk antwoordde zag alle ganzen echter de lucht in gaan voordat hij het rotje had kunnen ontdekken. Wacht dan even met je vraag stellen tot iemand niét meer zwaar geconcentreerd in zijn camera, verrekijker of telescoop kijkt, denk ik dan.



Enkele collegavogelaars hadden dezelfde ervaring. Verdraaid weinig kneutjes afgelopen winter. Op 13 maart zag ik pas mijn eerste groepje. Waarvan deze jongedame er een was.


12 - 13 maart: een uitstekend ganzenweekend. Schotse vogelaar M. bezorgde me achtereenvolgens de hierboven getoonde rotgans plus de eveneens hier zeldzame kleine rietgans. Met als extraatje een toendrarietgans binnen de tienkilometercirkel 
(rechts). Al had ik die eerder al een keer zien en horen overvliegen. Een bewijsplaatje schieten lukte toen niet. Links op de foto een kolgans.




Datzelfde weekend lieten de eerste overwinterende vlinders zich ook zien. De grote vos hadden we al. De citroenvlinder, dagpauwoog en gehakkelde aurelia (foto) volgden hem.

106. 🚴🏼‍♂️  Rotgans 
107. 🚴🏼‍♂️ Zwarte roodstaart 
108. 🚴🏼‍♂️ Veldleeuwerik 
109. 🚴🏼‍♂️ Kneu
110. 🚴🏼‍♂️ Kleine rietgans 
111. 🚴🏼‍♂️ Pontische meeuw 
112. 🚴🏼‍♂️ Kleine mantelmeeuw
113. 🚴🏼‍♂️ Tureluur
114. 🚴🏼‍♂️ Waterral





Nog meer gans. Even hoopte ik op een zelfontdekking van de rotgans. Maar al snel zag ik dat het een of andere hybride geval moest zijn. De scherpte van de tweede foto had precies andersom gemoeten. Maar hij vloog op toen de camera nog in de driesecondenzelfontspannerstand stond. Wel is mooi te zien dat hij oranje poten heeft. Het lijkt me een kruising tussen een kolgans en een rotgans. Of tussen een kolgans en een brandgans.




De eerste (twee) blauwborst(en) op 18 maart. Altijd een mooi moment. Ook al wilde hij nog niet mooi poseren en had hij weinig zangzin.












Lentebijvangst diezelfde dag: zingende roodborsttapuit, zingende veldleeuwerik, zonnende steenuiltjes, zonnende grote gele kwikstaart, nestbouwende witte kwikstaarten, dúizenden kolganzen en een helikopter die een zeearend had moeten zijn.

115. 🚴🏼‍♂️ Blauwborst
116. 🚴🏼‍♂️ Geelpootmeeuw
117. 🚴🏼‍♂️ Roerdomp
118. 🚴🏼‍♂️ Kleine plevier



De afstand was enorm groot maar ik zag iets wat ik eerder niet in de gaten had. Namelijk dat de oeverloper (rechtsonder) een stuk(je) kleiner is dan de witgat (bovenaan de foto). Dat maakt het weer een tikkeltje eenvoudiger om ze uit elkaar te houden. En zo raak je als vogelaar nooit uitgeleerd.



Eind maart. De pech: een kapotte fietsketting. Het geluk bij een ongeluk: twee zwarte spechten die begonnen te paren op het moment dat ik al filmende op ze inzoomde voor een bewijsscreenshot. Amper twee minuten nadat ik een mannetje kleine bonte specht had ontdekt! Met boven mijn hoofd twee roepende raven



Tien minuten voordat ik een prachtige man goudvink letterlijk op mijn pad vond. 



Een poging om het spechtenvijftal compleet te maken lukte net niet. Grote bonte spechten had ik natuurlijk allang gezien. De groene specht ontdekte ik volkomen onverwacht op een plek waar ik juist op de middelste bonte specht had gehoopt. Die liet zich die dag echter niet zien. Had mijn fietsketting het niet begeven dan had ik die mogelijk ook nog wel ergens waargenomen. De zwartespechtenparing was gelukkig al een glorieus hoogtepunt van de dag.



En dat terwijl ik elders, een uurtje of wat eerder, al een zwartespechtenhol had ontdekt. Prachtige waarnemingen om de spechtenmaand en dit blog mee af te sluiten. In de hoop op lekker veel jaloerse lezers!


donderdag 10 maart 2022

Groenejaarlijst 2022 - februari









Dat moeten we hebben. Even een blik over je schouder werpen terwijl je een buizerd met prooi vogelgrafeert, met naast hem een jaloerse raaf, en dan tegen een strak blauwe februarilucht een juveniele zeearend zien langsvliegen!

94. 🚴🏼‍♂️ Zeearend 




95. 🚴🏼‍♂️ Scholekster 
96. 🚴🏼‍♂️ Bosuil




Buiten de tienkilometercirkel:

Geoorde fuut 




Exoten en ontsnapte vogels tellen niet mee in de Groenejaarlijst. Maar die twee sneeuwganzen bij de Kraaijenbergse plassen moest ik toch echt even zien. De kans dat ik daar de befietsbare wilde versie van ga zien is uitermate klein. En zo tussen de kol- en de brandganzen in lijkt het toch nog een beetje echt. De vogels zijn afkomstig uit een Duits introductieproject.



Briljant. Tegen beter weten in de hele dag door het bos gesjouwd in de ijdele hoop op een kleine bonte specht. Arriveer ik in de schemering terug bij m’n fiets, zacht geritsel boven m’n hoofd… Vrouwtje kbs!

Na tien seconden spoorloos verdwenen. Gelukkig nog net deze prachtige foto's kunnen maken. Nummer 97 op de Groenejaarlijst. Zó’n leuk spechtje, niet groter dan een mus en het perfecte Fietsvogelaarverjaardagscadeau.



Die Noordse kauw, waar ik luid piepend voor remde, telt die mee als aparte soort? Was hij überhaupt wél Noords genoeg om hem zo te mogen noemen? Dilemma’s van een Groenejaarlijster…

Edit: profivogaar J. fluistert me in dat het waarschijnlijk een ’gewone’ kauw is. Niet alleen zijn halsbandje is wit; op zijn kop zitten ook witte veertjes. Dat noemen we ‘afwijkend’.

97.  🚴🏼‍♂️ Kleine bonte specht 
98.  🚴🏼‍♂️ Havik
99.  🚴🏼‍♂️ Roodborsttapuit 
100. 🚴🏼‍♂️ Oeverloper 

Nét buiten de tienkilometercirkel (we blijven genadeloos streng) grutto en kluut. Per soort precies één exemplaar.

101. 🚴🏼‍♂️ Grote mantelmeeuw