Ik had hem deze winter nu al drie keer gezien. Waarvan één keer een 'zelfontdek' en één keer een ontsnapt exemplaar. Maar als de zeer zeldzame roodhalsgans dan op een zonnige zondag in de Oude Waal weer wordt gemeld, dan kan ik het niet laten om hem te gaan zoeken tussen de hónderden, misschien wel duizenden kolganzen.
Die best wel onrustig waren. Wellicht omdat ze ons land binnenkort weer gaan verlaten. Het blijft indrukwekkend als ze met tientallen tegelijk vlak over je heen vliegen. Overstekend tussen Oude Waal en weiland.
Ben je nou helemaal gek geworden?! Snel die struik uit en je plas in. En dat noemt zich waterhoen!
We waren gebleven bij vogel 102 op de Groenejaarlijst.
Negentwintig van de dertig keer zijn mijn compactcamerafoto’s onscherpe bewijsplaatjes waar ik nog iets van compositie in probeer te snijden. Het gaat mij er vooral om te laten zien wat voor leuks ik nou weer waargenomen heb. Ambities om een goede fotograaf te worden heb ik niet. Een briljante tekenaar zijn vind ik wel voldoende. Af en toe schiet er echter een aardig plaatje tussendoor dat grafisch ook nog enigszins bevredigt. Zoals deze foto van de helft van een steenuilpaartje. De andere helft zat een dakje verderop.
Enkele collegavogelaars hadden dezelfde ervaring. Verdraaid weinig kneutjes afgelopen winter. Op 13 maart zag ik pas mijn eerste groepje. Waarvan deze jongedame er een was.
12 - 13 maart: een uitstekend ganzenweekend. Schotse vogelaar M. bezorgde me achtereenvolgens de hierboven getoonde rotgans plus de eveneens hier zeldzame kleine rietgans. Met als extraatje een toendrarietgans binnen de tienkilometercirkel (rechts). Al had ik die eerder al een keer zien en horen overvliegen. Een bewijsplaatje schieten lukte toen niet. Links op de foto een kolgans.
Datzelfde weekend lieten de eerste overwinterende vlinders zich ook zien. De grote vos hadden we al. De citroenvlinder, dagpauwoog en gehakkelde aurelia (foto) volgden hem.
De afstand was enorm groot maar ik zag iets wat ik eerder niet in de gaten had. Namelijk dat de oeverloper (rechtsonder) een stuk(je) kleiner is dan de witgat (bovenaan de foto). Dat maakt het weer een tikkeltje eenvoudiger om ze uit elkaar te houden. En zo raak je als vogelaar nooit uitgeleerd.
Eind maart. De pech: een kapotte fietsketting. Het geluk bij een ongeluk: twee zwarte spechten die begonnen te paren op het moment dat ik al filmende op ze inzoomde voor een bewijsscreenshot. Amper twee minuten nadat ik een mannetje kleine bonte specht had ontdekt! Met boven mijn hoofd twee roepende raven.
Tien minuten voordat ik een prachtige man goudvink letterlijk op mijn pad vond.
Een poging om het spechtenvijftal compleet te maken lukte net niet. Grote bonte spechten had ik natuurlijk allang gezien. De groene specht ontdekte ik volkomen onverwacht op een plek waar ik juist op de middelste bonte specht had gehoopt. Die liet zich die dag echter niet zien. Had mijn fietsketting het niet begeven dan had ik die mogelijk ook nog wel ergens waargenomen. De zwartespechtenparing was gelukkig al een glorieus hoogtepunt van de dag.
En dat terwijl ik elders, een uurtje of wat eerder, al een zwartespechtenhol had ontdekt. Prachtige waarnemingen om de spechtenmaand en dit blog mee af te sluiten. In de hoop op lekker veel jaloerse lezers!