dinsdag 11 december 2018

De fietsvogelaar in Eppo stripblad




Ook Eppo stripblad ontkomt niet aan mijn ziekelijke vogelobsessie. Drie pagina's De fietsvogelaar in de kerstspecial. Donderdag in de winkel. Gok ik.



Die Wijchense pestvogel in de strip... Heb ik die niet al eens langs zien komen in dit blog? Inderdaad!

donderdag 6 december 2018

Fotowedstrijd, ruigpootbuizerd, witkoppige staartmees en hónderden groenlingen






















“Gefeliciteerd met je huiszwaluwfotoprijs!”

Appje van ganzenhalsbandaflezer M. 
Helemaal niet meer aan de fotowedstrijd gedacht! Vijftig deelnemers. Een gedeelde vierde plaats. 





Prijs: een mooi zwaluwboek. M. had het vernomen op de eenjaarlijkse Sovon-dag. Zelf moest ik toen nodig de één dag eerder ontdekte en ‘s morgens wederom waargenomen ruigpootbuizerd in de Ooijpolder twitchen.



Bij aankomst in de Ooijpolder zag ik alleen een gewone buizerd. De ruigpoot zou wel eens vertrokken kunnen zijn. Ik besloot naar een nabijgelegen plas te wandelen, in de hoop op een leuke watervogel. De aanwezige grauwe ganzen, knobbelzwanen en meerkoeten waren lang niet leuk genoeg. Dus ik wandelde met een overvol gedachtenhoofd weer terug naar de dijk. Om vervolgens bijkans tegen de ruigpootbuizerd aan te lopen! 




Rustend op een paaltje. Waarschijnlijk geïnspireerd door de Wageningse notenkraker* helemaal niet schuw. Nou ja, niet zo schuw als 'onze eigen' buizerds. Die er meestal snel vandoor gaan als je oogcontact makend op ze af komt lopen.

*Anderhalf uur fietsen en continu omringd zijn door tientallen vogelgrafen. Ik weet niet of ik hem nog ga bezoeken hoor. Gezien de schalen met noten die hij geserveerd krijgt zal hij nog wel een tijdje op dezelfde plek blijven zitten. Over een paar weken zitten we opgescheept met ‘s werelds eerste obesitasnotenkraker!





Geen prijsfoto’s deze keer. Daar was het veel te donker weer voor. Jammer want hij kwam regelmatig aardig in beeld tijdens het maken van een vast vliegrondje langs bomen, struiken en paaltjes. En tijdens een incidentele muisduik in het gras.








Eerlijk gezegd was ik normaal gesproken waarschijnlijk gewoon langs hem heen gefietst. Heel misschien had zijn minder stijve manier van vliegen een alarmpje bij me doen afgaan. En als ik hem al biddende had aangetroffen dan was ik zeker even gestopt. Ik citeer drie kenmerken (pdf): 

'Een ruigpootbuizerd heeft altijd:
- een overwegend ongetekende witte staart (dus niet stuit!) met een donkere eindband, zonder de fijne bandering die buizerd heeft.
- altijd overwegend lichte ondervleugels met opvallende donkere polsvlekken.
- heeft bijna altijd een donkere, bijna zwartbruine buik of anders (mannetjes) meestal donkerbruine, zwaar gestreepte flanken.'








Vlak voordat ik wilde vertrekken kreeg hij tijdens het toilet maken nog even mot met een zwarte kraai met beweegstreepjes. Ik zoomde er zo snel mogelijk al filmende op in. Dan krijg je kwalitatief slechte screenshots. Maar je mist niks en met een beetje geluk kun je je er in ieder geval mee onderscheiden van de overige tientallen ruigpootbuizerdfoto’s op waarneming.nl.





Een tijd later. 

Donkere herfstdag. De ruigpootbuizerd is alweer een paar dagen niet meer op zijn vaste plek in de Ooijpolder gezien. Andere bijzonderheden kwam ik ook niet tegen. Twee heggenmussen lieten zich wel mooi bekijken. Doodgewoon vogeltje maar daardoor niet minder fraai.




Op mijn favoriete sijsjesplek vond ik vinken, pimpelmezen, koolmezen en een verdwaalde keep.






En een opvallend niet-bange blauwe reiger in een boom. Dat blijf ik een apart gezicht vinden. Sijsjes lieten zich helaas niet zien. De regen wel.


Geen foto maar wellicht het vermelden waard; een zwarte kraai die naar een buizerd in een weiland dook en hem met zijn poten een fikse duw in de rug gaf. Waarna de buizerd er in zijn luie vleugelslag stoïcijns vandoor ging.

De notenkraker is inmiddels al zo’n beetje in alle talk- en nieuwsshows langs geweest. En studentes klagen over vogelgrafen die camerazoomlenzen op hun balkons richten. (Meestal als de kraker er zit.) Ik denk dat ik hem maar definitief laat schieten. Ik geloof nooit dat ik ter plekke nog veel opwinding aan die vogel ga beleven.





Normaal gesproken maak ik geen grote-afstandfoto's van de Ooijpolder-klapekster meer. Omdat ik hem al zó vaak gezien heb. Vaag achter het riet was hij echter nog niet voorbijgekomen. Dus: 'klik'.




Nee, ik ga geen carrière als abstract kunstenaar beginnen.


































(Groot opklikbaar.)

Dit is mijn manier om een enorme zwerm groenlingen per tien stuks te tellen. Er zaten ook een paar vinken tussen. En mogelijk nog wat andere soorten. Maar die heb ik op de foto's in ieder geval niet kunnen ontdekken. 780 vogels! 




Maar... heb ik niet een passerende zwerm spreeuwen op de achtergrond meegeteld? Even een andere, zekerdere foto nemen: 'slechts' 475 vogels. Hoe dan ook heb ik nog nooit zoveel groenlingen bij elkaar gezien!






Het was wederom heel slecht vogelgrafeerweer. Toch deel ik de foto's hier om mijn vogelende lezers een knagend gevoel van waarneemjaloezie te bezorgen. Zo'n persoon ben ik nu eenmaal.





Een biddende torenvalk trok zich niks aan van de groene jongens die hem passeerden. Hij deed ook geen poging om er een te grijpen. (Daar heb je natuurlijk ook een stevige aanloop voor nodig.)



Als je op een plek staat waar de bessenstruiken lekker worden belicht, dan loont het de moeite om te wachten op een gevleugelde bezoeker. Zoals deze 'net niet' scherp genoege maar wel leuk poserende koperwiek. (Die overigens ook net in een wat donkerder gedeelte van de struik ging zitten.)





Of dit vrouwtje huismus.


























(Foto opklikbaar.)

De honderden groenlingen van een paar dagen eerder riépen om een fotoschietherkansing bij beter weer. Of het er net zoveel waren als de vorige keer durf ik niet te zeggen. Maar er vlogen er zeker wel weer zo’n tweehonderd rond. Ter plekke viste ik er ook deze keer weer een paar vinken uit. En op de (tientallen) foto’s ontdekte ik precies één putter en één keep in de zwerm.




Putter. Ik vind het altijd gaaf om op foto's vliegende vogels in bevroren toestand als kanonskogels door de lucht te zien schieten.





Keep. Ik hoef hem niet aan te wijzen want speciaal voor de foto liet hij zich al vliegende op zijn allermooist zien. Uitslover!
















Het boerenpad naast de uitgebloeide zonnebloemen was één grote modderpoel. Dus het was een uitstekend idee om thuis mijn rubberlaarzen aan te trekken. Het hele pad af gelopen om de zon in mijn rug te krijgen. Met als resultaat veel betere foto’s dan de vorige keer.






“Zoekt u de witkopstaartmezen?”
Die zocht ik inderdaad. Een dag eerder waren er bij het Wylerbergmeer vijf gesignaleerd. “Ze vliegen steeds in de buurt van de container op de parkeerplaats.” Ik bedankte het wandelende echtpaar voor de tip en spoedde me richting de container. Ter plekke vond ik een groepje ‘gewone’ staartmezen 
(lange staarten waar een piepklein pingpongbalvogeltje aan vastzit) en één vogel met een wit kopje. Niet spierwit echter. Ondanks het uitgebeten fotowit. Een witkoppige staartmees. Een bastaardje. Al een keer eerder gezien toen ik nog maar net vogelde. En lang niet zo bijzonder als een witkopstaartmees. Maar zo houden we iets om naar te blijven uitkijken.




Op de terugweg zag ik een groep watersnippen in een akkerland. Getipt door een Weurtse vogelaar. Die ik even daarvoor de witkoppige staartmees had getipt. En zo helpen wij vogelaars elkaar. 

Na het schrijven van zo'n blog denk ik altijd: 'nu zullen de bijzondere vogelwaarnemingen wel op zijn'. En dan duiken er toch altijd weer mooie momenten op. Ben benieuwd!