donderdag 23 september 2021

Rouwmantel en zwarte witvleugeluil



Helemaal gepakt en gezakt, inclusief rugzak met verrekijker en broodjes op m’n rug, besloot ik toch maar weer verder te gaan met de tekening waar ik al wéken aan werkte en die ik even eerder gefrustreerd in 1000 stukjes had willen scheuren. Die zeer zeldzame rouwmantel op de Mookerheide was sowieso maar één keer gemeld. Hij was ongetwijfeld na een korte pauze doorgefladderd richting wie-zal-het-zeggen. Na nog een uur vechten met tegenwerkend tekenmateriaal en tussendoor het nieuws van die aardige zanger uit mijn jeugd, die door ziekte zijn afscheidstoernee definitief had moeten afzeggen, gelezen te hebben, besloot ik toch maar wat stoom af te blazen en tegen beter weten in richting Mook te fietsen.





Zittend op een bankje in de zon zag vogelaarcollega J. een hijgende en puffende Fietsvogelaar zijn fiets door het rulle zand de heuvel op duwen. “Er zit hier een rouwmantel!” Mijn humeur begon gelijk op te klaren na die uitroep van J. De vlinder was vertrokken maar J. verwachtte dat het beestje wel weer terug zou keren om boomsappen te komen likken uit de berken die voor ons stonden. Uit het bos kwam nog een tweetal vlinderende vogelaars tevoorschijn. Kort daarop gevolgd door een derde. Die enthousiast uitriep: “Komt-ie!”











Wat een enorm beest! Als je er een atalanta op zou leggen dan zou de roomkleurige rand van zijn vleugels nog vrijstaan. Schatte ik zo in. De grootste waarnemingskans, áls ik de vlinder überhaupt nog zou treffen, leek mij een ver weg fladderend bruin stipje. Maar deze prachtvlinder poseerde zich suf voor een groepje enthousiaste veertigers, vijftigers. Met de uitdrukking op hun gezicht van een twaalfjarige in een speelgoedwinkel, die voor honderd euro aan speelgoed mag uitkiezen. Dan weer likkend onder aan een boomstam, dan weer zonnend in het zand, op twee meter hoogte rustend op een iel berkje en indruk makend met zijn grootte naast een dagpauwoog en een atalanta. Wat een gelukzaligheid opeens op zo’n rotmiddag!






Niet iedereen had zoveel geluk. Een hevig bezweette E. arriveerde net te laat om de inmiddels vertrokken rouwmantel nog te mogen aanschouwen. Ik kon hem echter op een zwart motje op een boomstam wijzen, dat even eerder heel knap door het zoontje van vogelaar/vlinderaar M. was ontdekt. E., die werkelijk verstand heeft van zo’n beetje álles wat er groeit, bloeit en rondvliegt in de natuur, appte direct een foto van de nachtvlinder naar zijn natuurvrienden. Om kort daarop bevestigd te krijgen dat het om een zwarte witvleugeluil ging. En “Die is nog zeldzamer dan de rouwmantel!” Dat verzacht zo’n rouwmanteldip toch weer aanzienlijk voor zo’n jongen.


Voor wie er geen genoeg van kan krijgen; zwiepende camerabeelden van de rouwmantel.


Ik maak geen stiefvlinders. Dus ook wat plaatjes van heel gewone jongens als de dagpauwoog…



De atalanta (met mot)…



En de gehakkelde aurelia.





Plus nog wat eerdere, typische najaarswaarnemingen. Zoals deze hoog vliegende, door een zwarte kraai opgejaagde visarend. Waar ik fietsend op de dijk in de Ooijpolder op stuitte. En waar mijn oog gelukkigerwijze op werd gericht door een groep van bijna tweehonderd langsvliegende aalscholvers.





De al weken in de Erlecomse waard vertoevende purperreiger was helaas even eerder opgejaagd door een illegale wandelaarster. Even verderop waren de twee juveniele zwarte ruiters gelukkig nog steeds ter plaatse.





Kleine plevieren zijn eind september grotendeels vertrokken. Je maakt nu een wat grotere kans op een waarneming van de zeldzamere bontbekplevier.




Nog een typische najaarsvogel; de groenpootruiter. Verhip, wat zit er nu naast hem? Zie ik dat goed?! Zo zit je zeven jaar te wachten op een befietsbaar exemplaar en zo zie je er twee binnen drie weken tijd! (Ik acteer nu even dat ik niet wist dat hij daar zat.)





 


Waarom heet dat leuke reigertje eigenlijk koereiger...?


En wat hoopt-ie dan te vinden bij die runderen...?




Geen typische najaarsvogel, wel altijd leuk om langs te zien vliegen; een roepende raaf. Ook leuk: een paar dagen eerder meende ik in mijn keuken ravengeluid te horen. Tussen al het kruispuntlawaai door. Dat leek me echter zo ondenkbaar dat ik het al snel weer vergat. Totdat ik een paar uur later een melding van een vogelende buurtgenoot op waarneming.nl zag. ‘Twee circelende, hoogtewinnende raven’ boven zijn huis. Bleek ik daadwerkelijk twee keukenraamraven gehoord te hebben!






Ik weet niet precies wat er aan de hand is. Het lijkt me iets blauwvleugelsprinkhaansekspartyachtigs.

Edit: twee dagen later heeft E. de rouwmantel alsnog kunnen bewonderen. Wie weet zat-ie al wéken op die plek... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten