zaterdag 28 juni 2014

Lawaaimaker

'Wat is dat toch voor een lawaaimaker?’ vroeg ik me af en dook het riet in om eens te gaan kijken. 


Een kievit met een wegjaagroep. Daar kwam ik achter toen zijn vrouw, zus, broers, tantes en buurvrouw mee begonnen te roepen en ik even later op de uitgedroogde rivierbedding bijna op een perfect gecamoufleerd jong ging staan. (Nou ja, dat dachten ze waarschijnlijk. Maar als 'volleerd vogelaar’ had ik hem natuurlijk allang in de smiezen.)


Verder: twee roodborsttapuiten op een meter afstand van elkaar. (Roodborsttapuiten gaan altijd verrekijkervriendelijk op de top van een plant of boom zitten te piepen.)
Een kluut! (Ja, ik kende hem ook nog niet.) Met een kromgetrokken snavel die eruitziet alsof iemand er een aansteker onder gehouden heeft. Een andere, onbekende steltloper, een gehavende roofvogel, een fazant en nog een paar van die ondefinieerbare musachtige vleugelaars. Plus een vogeltje dat zich écht niet liet zien en nodig gesmeerd moest worden, want hij kraakte in het riet dat het een lieve lust was.


Wacht, die laatste heb ik in m’n vogel-app aan z’n geluid herkend: de kleine karakiet. (Ik word hier nog goed in!)


Mars Gremmen, voor al uw saaie vogelverhalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten