maandag 18 februari 2019

De februari-oogst

Het zijn geen grauwe ganzen of kolganzen. En brandganzen maken een meer keffend geluid. Achter me hoor ik iemand hoopvol veronderstellen dat het kraanvogels zijn. Dan verschijnen er van achter de boomtoppen veertig overvliegende spierwitte vogels. Zwanen! Dat kunnen alleen kleine of wilde zwanen zijn. Met behulp van mijn vogelgeluidenapp maken we er kleine van. Wel het laatste wat je verwacht te zien tijdens een vogelexcursie in het bos!




Wat we wél verwachtten te zien, of waar we in ieder geval flink op hoopten, was de (steeds minder) zeldzame middelste bonte specht. Helaas gebeurde dat niet. De groep bezocht na afloop van de boswandeling mibowaarnemingsloos het nabijgelegen pannenkoekenhuis voor een kop koffie. Op één eigenwijze, sociaal gestoorde vogelaar na. Die liep terug het bos in. Om daar nog geen vijf minuten later pardoes tegen de roepende specht aan te lopen.




Eén van de excursiedeelnemers die mijn blog volgt, liet ietwat verontwaardigd doorschemeren dat ik teveel zeur dat mijn foto’s onscherp zijn. Ik geef toe, het zijn vooral de bewijsplaatjes en de foto’s die ik ondanks de matige kwaliteit wil laten zien, die vaak onscherperig zijn. Maar ook een uitstekende Mars Gremmen-foto is meestal maar net goed genoeg voor een plekje op een foto-site als birdpix. ‘Gebrek aan scherpte’ kreeg ik daar o.a. verschillende keren te horen. Ik probeer mijn foto’s dus op professioneel niveau te beoordelen. En dan zijn ze op hun best leuk en aardig. (Mijn waarnemingen zijn dan soms wél weer fantastisch. En die deel ik graag. Geïllustreerd met plaatjes.)


Op naar de volgende onscherpe foto! Maar eerst nog even een matkop-ezelsbruggetje tussendoor dat ik tijdens de excursie opving:

Matkop = natkop (zit vaak/meestal in vochtige habitats). 

Matkop - matador - stier: de matkop heeft een stierennek. 
In tegenstelling tot de ijzersterk op hem gelijkende glanskop. (Die normaal gesproken dus niet in vochtige gebieden zit.) Het beste kun je natuurlijk gewoon even afwachten tot ze hun snavel opendoen.

JAARLIJST


Op het moment van schrijven dankzij de kleine zwanen, middelste bonte specht, grote lijsters en roepende zwarte specht in het bos, rechtstreeks doorgestoten naar een zesde plaats in de vogelwerkgroepjaarlijst! Jahoepie!




Van grote afstand leek het of er één sinaasappel in de boom in het weiland groeide. Wat dichterbij hing er ook eentje. Een van de excursieleden wist hem tot een gele trilzwam te determineren. (Zo komen de zwam- en paddestoelliefhebbers ook eens aan hun trekken in dit blog.)




Als Nijmegenaar mag ik dat Vitesse-patroon op zijn goudhanenkopje eigenlijk niet fantastisch mooi vinden. Maar dat doe ik wel. (Bovendien geef ik niks om voetbal.)

LEVENSVERHAAL

Vijftig. Een mooi rond getal dat totaal niet bij me past. Het twaalfjarige jongetje in mij sputtert fel tegen. Terugblik. Levensdoel: stripmaker worden en publiceren in Eppo. Al bereikt op m’n drieëntwintigste. Stóm! Jarenlang aangemodderd. Godzijdank een kleine vijf jaar geleden een nieuwe passie ontdekt. Vogels kijken! Kunnen we mee doorgaan tot we erbij neervallen. Einde van dit prachtverhaal.




Deze onscherpe (sorry) verjaardagssperwer zat op een plek waar ik een tijdje terug bijna zo goed als zeker een smelleken gezien meende te hebben... 

Nou ja, qua entertainment is het voor dit blog wel beter als ik hardnekkig door blijf vogelblunderen.





Hij moét haast wel de heerlijkste vogel om te vogelgraferen zijn. Hangt doodstil in de lucht. Dus je hoeft alleen maar het geluk te hebben dat je qua licht op de goede plek staat. Daarna inzoomen en klikken maar. Door de drukte in Nederland kan de torenvalk het zich niet meer permitteren om heel schuw te zijn. Dus hij jaagt ook nog gerust op slechts tien, vijftien meter afstand van je vandaan. Op deze foto's is het licht nog niet helemaal goed. Maar ik kom hem vast snel weer tegen voor een 'perfect' plaatje.




Heel gewoon, zo'n grote bonte specht. Maar gezien vanuit mijn keukenraam vind ik het toch wel weer een bijzondere waarneming.

TOPDAG

Allemachtig! Normaal gesproken heb ik al te kampen met buitenproportioneel veel vogelaarsgeluk, maar de tweede zaterdag van februari was het helemáál raak.

Vlak nadat ik twee eerder door vogelaarcollega P. ontdekte kleine barmsijzen, op twee, drie meter afstand, prachtig in het zonnetje kon bekijken, zag ik hoog in de lucht een lange sliert van zevenenzeventig kraanvogels overvliegen! In Heumensoord hoorde ik iemand smakgeluidjes naar me maken en ontdekte ik maar liefst negen appelvinken, hoog in een boom. Op precies dezelfde plek zie ik een grote bonte specht op nog geen meter afstand naast een kleine bonte specht gaan zitten. Puttertjes, sijsjes, kepen tonen zich royaal op ooghoogte en korte afstand. ‘s Avonds werd Abraham door de familie getrakteerd op een gezellig etentje. Topdag!





De heggenmus zit meestal op de top van een boompje te zingen. En laat zich daar veelal goed bekijken.








De kepen blijven maar gezellig in Nederland rondhangen. Nog nooit zoveel gezien als dit jaar. Benieuwd welke vogel ons land volgend jaar gaat binnenvallen. De onderste keep lijkt me een vrouwtje.




De merel laat je als vogelgraaf meestal aan je voorbij gaan wegens te gewoon. Maar als ze dan zó mooi in het licht zit...






Normaal gesproken hangen ze als zwarte vlekjes, ondersteboven, hoog in een boom elzenproppen te nuttigen. Dit is een mannetje sijs.




En dit een vrouwtje.





Terwijl ik van bovenstaande vogeltjes zat te genieten vlogen de twee barmsijsjes vlak voor mijn neus in een boomachtige struik. (Of een struikachtige boom.) 



Van al dat zaden eten krijg je een droge snavel. Dus er kwam er een zijn dorst lessen in een watertje dat langzaam aan het ontdooien was.






Na een tweetal verkenningsvluchtjes vlak voor de enge man met zijn fotocamera, durfde deze jongen wel wat slokjes te nemen. En vertrok de enge man snel om hem niet verder te storen.

Thuisgekomen begon de enge man te twijfelen aan zijn waarneming. Zijn het wel kleine barmsijzen...? De twijfel was terecht. Het zijn grote barmsijzen.





Als ik naar dit vage plaatje kijk voel ik de verbazing en opwinding weer opkomen. Wat een prachtige sliert kraanvogels! Waar heb ik al dit moois aan verdiend?!





Appelvinken. M'n fiets op de standaard, midden op het wandelpad. M'n camera récht omhoog. Links en rechts passerende wandelaars. Die ik straal negeer. Eén oogcontactje is genoeg om door nieuwsgierige kuierbejaarden aangesproken te worden. En dan sta je een kwartier lang te klessebessen over vogels die zij in Zuid-Polen hebben gezien, terwijl je in je ooghoek al je prachtvogeltjes in de verte ziet verdwijnen. Kunnen we niet hebben!

Ik zal het even uitleggen aan niet-vogelaars. Stel, je zit uiterst geconcentreerd de krant te lezen, en een wildvreemd persoon komt naar je toelopen om te vragen wát je aan het lezen bent. Zo voelt een vogelaar zich als hij aangesproken wordt terwijl hij door zijn verrekijker staat te turen. Niet verstoren dus, die vogelaars! (Oké... de minder sociaal gestoorden zullen het misschien niet zo erg vinden.)

Overigens ben ik verder dól op bejaarden. Ik ben er zelf ook zowat een.





Het feest was nog niet voorbij. Negen appelvinken, een grote bonte én een kleine bonte specht (foto) recht boven m'n hoofd. Verrukkélijk!

GRUTTO

De volgende dag. Vorig jaar zag ik mijn eerste grutto op 9 maart. Desondanks voelde ik de drang om naar gruttogebied te fietsen. In de hoop dat ze door het mooie weer wat vroeger zouden arriveren.





Het duurde tot aan het eind van de middag. Maar ik viel alweer met mijn neus in de boter. Precies één grutto in rivier De Linge. Waar ik op weg naar huis langs besloot te fietsen. Ik durf hier wel van puur mazzelpikisme te spreken!




Andere nieuwe 2019-vogels afgelopen zondag waren deze scholekster.




En (eindelijk!) dit steenuiltje. Tijdens het vogelgraferen draaide hij zijn kop naar me toe. Wat me verbaasde, omdat ze meestal al naar je kijken als je aan komt fietsen. Er bleek echter nog een kaper op de kust te zijn. Op een tiental meter voor hem stond een autootje. Met daarin een fotograaf met een enorme telelens. Die mij tamelijk woest aankeek. De fotograaf, niet de telelens. Dus ik ging er snel vandoor. En nam de te snel geknipte, onscherpe foto maar voor lief.

Na met deze nieuwe 2019-vogels thuisgekomen te zijn natuurlijk snel even de jaarlijst bekeken. Gedeelde vijfde plaats met honderdvier Gelderse vogels! De kluut was ook Gelders maar viel net buiten mijn werkgebied. Een hogere positie ga ik denk ik niet meer halen dit jaar. Dus met een beetje geluk zijn jullie nu van mijn onnozele lijstjesgezeur af.




Hola! Vergeet ik bijna de drie lepelaars in Waterrijk Oost. Als kersverse Beleef-de-lente-lepelaarblogger stort ik me nu natuurlijk op elke lepelaar die ik tegenkom! (De BDL-lepelaars zullen overigens waarschijnlijk nog op zich laten wachten tot begin maart.) 

SPREEUW

Vorig jaar verzorgde een grote groep spreeuwen, behalve veel poepoverlast, dagelijks een prachtige vliegshow in de schemering. Hier een paar straten verderop hadden ze hun slaapboom midden in een woonwijk. Allemaal schone auto's gisteravond; dus ze hebben voor dit jaar helaas een andere boom uitgekozen. Wel kwam ik ietsje verderop twee slaapbomen tegen met maar liefst vijfenveertig eksters. Mijn vorige eksterrecord stond op tweeëndertig vogels. Boven mijn hoofd zwierde een honderdtal kauwtjes. Ook leuk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten