zaterdag 11 maart 2017

Moord aan de waterkant





















Vandaag ging ik op pad met mijn nieuwe camouflage-'outdoorjas’. Of nou ja, in de zakken zitten patroonhouders dus stiekem is het gewoon een jagersjas. Al was de verkoper zo slim om dat woord op zijn site nergens te laten vallen. Hoe dan ook een verdraaid fijne jas, zeg. Wat draagt die stof prettig. En wat is hij lekker geruisloos. En wat zitten er veel handige zakken in. Nog even afwachten hoe hij het in de regen doet.

Vogelaar P., naast wie ik langs de A23 naar een verdwaalde bonte strandloper stond te kijken, gaf geen kik. Maar ik was zo onnozel om me verbaasd om te draaien. Had ik het echt goed gehoord? Een koekoek halverwege maart...? 

Geen koekoek, maar wel een lachende J. en haar vriend E. achter ons. Waarvan die eerste haar vogelgeluidenimitatietalent weer eens te berde bracht. Dezelfde J. die, toen ik weer van het natuurgebiedje was weggefietst, twee goudplezieren, drie zomertalingen en vijf IJslandse grutto’s wist waar te nemen. Lekker is dat...! Nou ja, die IJslandse grutto’s (nieuwe soort) heb ik dan misschien ook gezien. Eens kijken of ik dat nog kan uitvissen.

Een hoop dode vogels vandaag. Eerst een prachtige puntgave kokmeeuw in een weiland. Die ik bíjna mee naar huis had genomen. Om na te tekenen. Maar waarvan ik vermoedde dat ik daar gruwelijke spijt van zou krijgen. (Wormpjes.) Vervolgens een paar kilometer verderop een grauwe gans. Al wat minder puntgaaf. En op een paar meter afstand daar vandaan een mannetje wilde eend. Gedeeltelijk geplukt en zijn borstkas heerlijk aangevreten. Door een roofvogel, gok ik maar. Heel professioneel heb ik alledrie de vogels op ringen gecontroleerd. Maar die hadden ze niet. O ja, fietsend over de dijk kwam ik nog een vierde dode vogel tegen. Verderop in een weiland. Vermoedelijk een dode knobbelzwaan. Die heb ik maar gelaten voor wat-ie was.






















Vlak na het passeren van Bemmel stuit ik op een dertig-, veertigtal putters in een boomrijk gebiedje. Met één puttertje is mijn vogeldag al geslaagd, dus met een hele stoet kan de feestmuts opgezet worden. Voor het eerst hoor ik ze een vreemd geluid maken dat me nooit eerder opgevallen was. Wat ongetwijfeld helemaal aan mezelf ligt. Liefhebbers kunnen er hier naar luisteren. (Alleen al om even vrolijk van te worden.)

Vlak voor thuiskomst, in de schemering zie ik twee torenvalken onder de Waalbrug in een holte landen. Terwijl er tegelijkertijd bovenop de brug een donker bolletje zit dat wel haast een slechtvalk móet zijn. Als ik de brug op fiets kan ik mijn waarneming verifiëren en vliegt er zowaar een tweede slechtvalk bij. Wat zou het mooi zijn als ze in de Sint-Stevenstoren gaan broeden.



























Tot slot na al die dodevogelfoto's (als ik de ooievaar en het slechtvalkstipje even niet meetel), een zoekplaatje met twee ringmussen. Wat een beeldschone, smaakvol vormgegeven vogeltjes zijn dat zeg! Je zou het niet zeggen maar je ziet ze haast nooit. Ik niet tenminste. Dus ik was er maar wat blij mee dat ik ze tegenkwam. Dat begrijp je.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten