maandag 10 mei 2021

Groentje, kortteenleeuwerik, poelruiter

Ik moet gewoon de vogel-alert-app verlaten! En mijn levenslijst op waarneming.nl verwijderen, inclusief alle waarnemingen. Nooit meer op zeldzame-soorten-jacht. Nooit meer me een slag in de rondte fietsen voor een plaatsje in de vogeljaarlijsttop-tien. Gewoon lekker ontspannen vogelen, zonder al die bijkomende onzin. 

Allemachtig, wat was ik chagrijnig toen ik, voor mijn doen, tergend vroeg een rondje rond het Grote grindgat maakte. Om niet afgeleid te worden van mijn werk aan een monnikenwerktekening, had ik een dag eerder de vogel-alert-app op ‘dempen’ ingesteld. En besloot ik niet op waarneming.nl te kijken. Dat mislukte door een zwakke ruggegraat. Waardoor ik vreselijk baalde dat de gemelde, zéér zeldzame, voorbijvliegende kortteenleeuwerik toch geland was en een hele rij bekenden hem getwitcht bleek te hebben. Ook de zeldzame Arnhemse poelruiter had ik achteraf gezien ‘s avonds, na een dagje peutertekenen, gewoon nog kunnen gaan bezichtigen. 

In het voorjaar trekken vogels doorgaans zo snel mogelijk door. Dat ik toch naar de verblijfplek van de kortteenleeuwerik was gefietst kwam omdat ik dat al eerder die week gepland had. Eind april, begin mei: kans op Noordse kwikstaart.






Die vond ik direct bij aankomst al twee. 





Kort daarop gevolgd door een Engelse kwikstaart. En twee eerder verschillende malen gedipte casarca’s. Waardoor mijn baalpijn al ietsje minder werd. Ook kon ik de eerste 2021-zwarte-sterns en -tuinfluiter toevoegen aan die jaarlijst ‘waar ik niks meer aan ging doen’.





Na het sluiten van mijn rondje grindgatplas, stuitte ik op wel érg veel medevogelaars. 





De kortteenleeuwerik was toch nog een dagje gebleven! En liet zich heel mooi bekijken aan de rand van het water. Een pak van mijn hart.





Het werd nóg beter. Een eveneens zeldzame roodkeelpieper had zich bij de leeuwerik gevoegd en poseerde, prachtig in het zonnetje, voor de tientallen toegesnelde vogelliefhebbers.





Als je je in een groep topvogelaars bevindt, dan is er altijd wel iemand die de roep van een zwartkopmeeuw herkent. Twee overvliegende vogels! Dat scheelde me weer een uur fietsen richting Kraaijenbergse plassen. Er wilde er maar een op de foto. Geen zwart op de vleugelpunten, dus niet te verwarren met een kokmeeuw.







Later op de dag bleken er meerdere van die prachtige Engelse kwikstaarten aanwezig te zijn.





Het ging nog vrij langzaam maar mijn humeur was duidelijk aan de beterende hand. Even naar huis voor koffie, sinaasappel en droge sokken. Om daarna snel richting Arnhem te fietsen. De poelruiter was weer gemeld! In eerste instantie zag ik hem, bijkans onherkenbaar, ver weg als grijzig vlekje in het struweel. 









Een paar uur later kon ik hem dankzij een gouden tip van vogelaarcollega J., op een andere plek, in m’n eentje, prachtig bekijken op een veel prettigere afstand. 



Hij lijkt op afstand best wel op de groenpootruiter. Maar die is zoals je op de foto ziet een slag groter. En hij heeft zo'n leuke, licht opwippende snavel. Terwijl die van de poelruiter zwart en recht is.









l





In hetzelfde gebied pikte ik nog drie paapjes, vijf tapuiten, drie kleine strandlopers, een krombekstrandloper en acht kemphanen mee. 

Zou ik, om de dag met een kers op de taart af te sluiten, ook nog een 2021-roerdomp aan mijn daglijst van twee zeer zeldzame lifers en zeven zeldzame vogels kunnen toevoegen? Ik wist er een te wonen...

Nog helemaal verrukt na het invallen van de roerdomp in het be-la-che-lijk kleine rietveldje, wat me tot mijn verbazing het grootste blijdschapsgevoel van die dag opleverde, sprak ik met een honduitlatende omwonende. Die verschillende keren het Waterschap had laten komen. Omdat hij niet kon slapen van het lawaai van de sluizen in de plas. Ondanks dat ze steeds weer werden schoongemaakt, bleven ze ‘s avonds en ‘s nachts een diep, hoempend geluid maken... Totdat een vogelliefhebbende medewerkster van het Waterschap met de naam van de veroorzaker van het lawaai op de proppen kwam. Nu de man wist dat het om een roerdomp ging, kon hij ‘s nachts gewoon weer slapen.

De eerste vogels, twee groenpootruiters, voerde ik die ochtend om kwart voor zes op waarneming in. Met letterlijk van vermoeidheid trillende 50-plusknieën nam ik de zang van de roerdomp op rond negenen ‘s avonds. En toen moest ik nog drie kwartier fietsen... Deze dag, bomvol zeldzame waarnemingen, was onverwacht uitgelopen tot een oriëntatie-Big Day. Al kon ik oriënteren wat ik wilde; die kortteenleeuwerik gaat team De fluiters over twee weken niet meer terugvinden!


Eindconclusie; ondanks dat het een mooie dag was is het misschien toch geen slecht idee om de eerste paar regels van dit stukje nog eens te overwegen.

Leestip: een eveneens bloggende collegavogelaar zag deze dag precies dezelfde vogels als ik. Op een temmincks strandloper na. Die liet zich niet aan mij zien. Of was er al van tussen.





Hoe vaak en hoeveel jaar ik niet al naar die groene ellendeling op zoek ben geweest, wil je niet weten.





Dankzij een gouden tip van medevlinderaar S. kon ik hem dan toch eindelijk vinden. Ondanks verstoring door Henk, sommige mensen noemen hun loslopende tekkel zo, wist ik wat bewijsplaatjes van hem te schieten.




Niet zo gek dat ik de vlinders eerder niet kon vinden. Gezeten op een jong berkenblad is het groentje volslagen onzichtbaar. En het beestje vliegt zo kort en zo snel dat mijn ogen hem nauwelijks kunnen volgen. Gelukkig ging hij ook een paar keer, duidelijk zichtbaar op de grond zitten. Prachtige ellendeling!





Het blijft toch altijd bijzonder. Zo'n waarneming van de (piep)kleine bonte specht. Geheel in zwart-wit uitgevoerd; dus een vrouwtje.





Leuk, leuk! Eerder slechts één keer gehoord en één keer overvliegend gezien als aangewezen grauw vlekje. Nu had ik zomaar drie zelfontdekte regenwulpen voor m'n lens. Duidelijk kleiner dan de 'gewone' wulp. Kortere snavel. Lichte wenkbrauwstreep.





"Moeder! Een bruine kiekendief! Gak! Gak!"







Geruzie buizerd - ekster - zwarte kraai in boom.

Buizerd vliegt weg en — raar! — keert weer terug om verder te ruzieën. Vliegt wederom weg. 

Toch even bij de boom kijken. 

Plotsklaps laag opvliegend uit het struweel: havik met prooi!






Half april: bosuiltakkelingentijd. Ik wist een plek waar ze zouden kunnen zitten en besloot een uilskuikenzoektocht te gaan ondernemen. Van zoeken kwam niks terecht. Ter plekke stond een drietal fotografen hun camera’s te richten op één volwassen en drie juveniele bosuilen in een boom. 



Op die manier is er eerlijk gezegd geen bal aan. Snel een paar foto’s schieten en wegwezen, was mijn devies. Desalniettemin was het natuurlijk een prachtwaarneming. Bovendien was het mijn eerste volwassen-bosuil-bij-daglicht. Hij wist evenwel niet de opwinding van de waarneming van de bosuil, die ‘s avonds op slechts enkele meters afstand, luid zingend, over mijn hoofd scheerde te overtreffen.






Rare gewaarwording. Het lijkt me een blauwe reiger. Hoe hij daar terechtgekomen is...? De dader kan geen grauwe klauwier geweest zijn. Die zaten nog in het zuiden.





Een echte Nijmeegse roodborsttapuit.





Eindelijk weer eens patrijzen in de Ooijpolder! Die zie je daar nog maar zelden of nooit.





Een van de weinige vogels die ik nog niet gevogelgrafeerd had was de rietzanger. Op 25 april heb ik echter deze prachtplaat kunnen schieten...!





Een Arnhemse rietzanger werkte een week later alweer ietsje beter mee.




Het wonderschone vogeltje dat mij inmiddels alweer een zeven-, achttal jaar geleden aan het vogelen wist te brengen. Man gekraagde roodstaart. (Waarom ben ik inmiddels niet een veel betere vogelaar?! Verdikkie.)





Thuis ontdekte ik pas dat ik niét twee vechtende buizerds had gevogelgrafeerd. Maar een raaf die een buizerd probeert te verjagen. Om zijn nest te beschermen? Dat zou mooi zijn!





"Zijn er hier middelste-zaagbek-liefhebbers?" 
In no time vloog het vogelaargroepje, dat ik op de aanwezigheid van deze hier zeldzame vogel attendeerde, op de zaagbek af. Ik was er speciaal even voor teruggefietst om het te melden. Dankbaarheid was mijn deel. Als je ziet hoeveel vreugde zoiets oproept, dan kan het haast niet anders dan dat middelste-zaagbek-aanwijzer mijn doel op deez aard is.



De wielewaal was nog niet gearriveerd. Maar een mooi poserend mannetje zwarte roodstaart is ook een mooie afsluiter van dit blog.

Volgende week: Big Day 2021!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten