maandag 17 mei 2021

Big day 2019


Mijn Big-Day-2021-verslag bewaar ik voorlopig voor De mourik. Het blad van mijn vogelwerkgroep. Voor de liefhebbers plaats ik mijn 2019-verslag. Door een van de teamleden voorgelezen aan zijn vrouw, met tranen in de ogen.


Om de moeilijkheidsgraad op te hogen prepareerde ik mijn fietsketting zo dat hij continu tegen de kettingkast aan kletterde. En bevestigde ik met wasknijpers wat bierviltjes aan de fietsvork. Voor het betere fietsspaaklawaai. Op deze manier zou het halen van ons beoogde doel van de dag — honderd vogelsoorten waarnemen — een titanenklus van allure zijn. Die ons bij succes niets dan ontzag zou opleveren.

Om zes uur ‘s ochtends stond team De fluiters klaar op de Heumingsoord-parkeerplaats. S., R., organisator en zorgvuldig planner M. — die ook netjes de score bijhield — en ondergetekende lawaaimaker. De meeste bosvogels werden vrij snel ‘ingekopt’. Dus ik kan beter vertellen welke we gemist hebben. Zwarte, groene, kleine bonte specht, (vuur)goudhaan en kuifmees lieten zich niet of onvoldoende aan ons zien of horen.
O wacht, de zwarte specht was door de anderen gehoord zie ik op de lijst. In een van mijn autistische afzonderingsmomenten. Blij waren we met de twee tapuiten en de verschillende boomleeuweriken die we op het zweefvliegveld in de schoot geworpen kregen.

Bij de Kraaijenbergse Plassen kwamen we een prachtig roodbruin koekoeksvrouwtje tegen. Samen met haar grijze man. Het biggengeschreeuw dat M., S. en R. verbaasd deed opkijken, wist ik te determineren tot het gebals van een waterral. Dat is als ‘prille’ vogelaar het leuke aan een Big Day; je merkt dat je steeds weer wat beter wordt in vogels determineren. Als je een geluid niet direct herkent, weet je de zanger na een poosje nadenken toch vaak op naam te brengen.
Even verderop was een collegavogelaar dolblij dat ze haar eerste blauwborst van het jaar had gezien. Op onze beurt waren wij weer dolblij dat hij er nog steeds zat en we hem tegen onze verwachtingen in aan onze lijst konden toevoegen.

Minpuntje van de dag was dat we geen enkele zeldzame vogel zijn tegengekomen. Oké, de Cetti’s zanger. Maar tegenwoordig moet je je best doen om die vogel niét ergens te horen zingen. Witwangstern, zwartkopmeeuw, dwergmeeuw en dwergstern; ondanks dat we de plek hadden bezocht waar ze gezien waren, hebben ze zich niet aan ons getoond.

Ons team hield er regelmatig het tempo flink in. Ondanks  het ontzagwekkende vingerfluitvolume van S. bleven M. en R. doorfietsen in Verstappen-tempo. De telefoons werden niet gehoord of opgenomen. Dus er zat niks anders op dan achter deze snelle mannen aan te racen, om ze op het drietal gele kwikstaarten dat ik had ontdekt te attenderen. Bij Kraaijenbergse plas 5 werden lepelaar, bergeend, brandgans en kluut zomaar gepasseerd. Dat kon ook nog gecorrigeerd worden. Maar bij de zwarte roodstaart ging het mis. M. en R. knálden over de Maasbandijk richting Liendense waard. S. kon ik nog net inhalen om te vertellen dat de roodstaart er na mijn geroep en gebel in paniek vandoor was gegaan.

Even terug naar Tongelaar. Op de een of andere manier ben ik een meester in het oppikken van de zang van de geelgors. Om ze mijn rammelfietslawaai, op een zandweggetje vol met hobbelstenen, even te besparen, reed ik twintig meter achter de andere Fluiters aan. Toch was ík degene die zijn karige deuntje meteen hoorde. Nachtegaal-, spotvogel- en wielewaalzang volgden ook al snel.









We laten Tongelaar weer achter ons en keren terug naar de Maasbandijk. Daar wist R. een ijdele patrijs uit een akkerland te vissen. Kort daarop wees S. ons op een man paapje in kakelvers zomerkleed. Ik heb weinig foto’s genomen op de Big Day. Maar dit prachtvogeltje moest ik toch echt even vastleggen voor de Mourik-lezer.








De Liendense waard is goed voor oeverzwaluw, grutto, slobeend, kolgans. En wintertaling. “Ik heb een wintertaling!” Vliegensvlug in de rij achter de telescoop van M., om per man een blik van één seconde op het eendje te werpen. “Ja, gezien!"

Door richting Winssen. De vermoeidheid begint langzaam maar zeker toe te slaan. Korte Jumbo-pauze om het drankrantsoen aan te vullen en de bilspieren te ontspannen. Langs de dijk richting Weurt weet een graspieper nog enige opwinding te genereren. En na een tot onze wanhoop steenuilloze dag, weten we er kort achter elkaar maar liefst twee te ontdekken.

Dan doe ik iets stoms. Met behulp van omgekeerde psychologie besluit ik de minstens tien jaar oudere medevogelaars te provoceren. “Jullie zullen wel moe zijn. Maar als Benjamin van deze groep kan ik makkelijk nog een halve dag vooruit!” Vanaf dat moment werd het toch al hoge tempo verdrievoudigd. En hing ik continu als een hijgende hond achter de drie Zoetemelks aan.

Een stukje Ooijpolder voor bosrietzanger, sprinkhaanzanger en zwarte stern kon er dus ook nog wel bij. Die drie brachten ons totaal op negenenegentig vogels... Voor een mooi rond getal en het door M. al jarenlang gewenste persoonlijke fiets-Big-Day-record, kwamen we qua tempo bijkans los van de grond. Door een aardedonker Heumensoord vlógen we over het hobbelige bospad richting vogel nummer honderd: de nachtzwaluw. Die moest het echter met nummer honderdeen doen. Halverwege de rit konden we elkaar ter felicitatie de hand schudden met de echte vogel nummer honderd: een roepend bosuiljong.

“We schatten in van ca. 06.00 – 18.00 in de weer te zijn (misschien iets langer)”, mailde M. ons een paar dagen eerder. Kwart over elf was ik thuis. Waar ik al knikkebollende, in tevreden gemoedstoestand, een pathetisch liedje Duncan het songfestival kon zien winnen. Het was een mooie dag geweest. Met aangenaam gezelschap. Al kan het zijn dat ik ter afwisseling voor volgend jaar Team schildpad opricht. Om wat korter dan 120 kilometer te hoeven fietsen.

Foto's:

S., R. en M., vlak nadat we waren gestoord door 387 joelende, claxonnerende, scooterrijdende puberjochies in uniform. (Spijkerbroek, T-shirt.) Die om hun kameraadschap te vieren even verderop een gezamenlijke plas deden. Liendense waard.

Paapje, Lienden.

Grutto, Liendense waard.

Nestelende kluten, Liendense waard.

Twee kolganzen zijn vergeten weg te trekken met hun kameraden, Liendense waard.

Edit: er is één vogel afgevallen. Verkeerd gedetermineerd, denk ik. Precies honderd vogelsoorten dus. Hier vind je de lijst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten