vrijdag 3 mei 2019

Klaar voor de hop




Mijn vorige blog eindigde ik feestelijk met de ontdekking van een drietal piepende jonge bosuilen in de schemering. De volgende dag ontdekte ik de nestkast. Met een klein stukje bosuil.








Even overwoog ik om naast een dood ree te gaan liggen om live op YouTube te komen. Toch maar niet gedaan.




Een ooievaar vloog patrouillerend boven zijn nest toen er een rover in de buurt vloog. Een mannetje sperwer om preciezer te zijn.




Om mijn imago als enthousiaste, nu en dan hevig flaterende vogelaar hoog te houden blijf ik mijn blunders genadeloos opschrijven. Leedvermaak is goed voor mijn kijkcijfers.

Leuk zo'n fotocollage van de roofvogel die je gezien hebt. Maar dan moet je niet twee verschillende vogels voor één waarneming gebruiken. Als je de waarneming.nl-admins niet gek wilt krijgen.




Van elkaar losgepeuterd blijk ik eindelijk mijn eerste zwarte wouw gezien te hebben! Bij het Grote grindgat, dankzij de opmerkzaamheid van vogelaarcollega C.




De andere vogel blijkt een probleem te vormen. Dat het een kiekendief is staat vast. Geen bruine en ook geen, zoals ik door zijn witte stuit meende te mogen opmaken, blauwe kiekendief. Het gaat tussen de zeldzame grauwe kiekendief of de minstens zo zeldzame steppekiekendief. Een ongeluk bij het geluk is dat het niet uit mijn plaatjes is op te maken. Binnen een paar minuten twee lifers, zonder te weten wat die tweede dan wel is... Laat staan dat-ie meetelt in mijn levenslijst. Snif.





Twee paapjes maken veel leed goed.

Hop

Een hopmelding op waarneming.nl door een onbekende vogelaar met een zo goed als lege levenslijst. Vast een beginner die zijn eerste kievit heeft gezien, is de teneur in de vogelappgroep. De volgende dag vinden E. en J. echter daadwerkelijk een hop op de gemelde plek! 

Toen ik net begon met vogelen zat er een week lang een totaal niet schuwe hop in Gennep. Die heb ik laten schieten omdat ik vond dat ik eerst de ‘gewone’ vogels gezien moest hebben. Met name de appelvink wilde zich maar niet aan mij tonen. Ik ben nog steeds trots op die beslissing! Nú ben ik echter helemaal klaar voor de hop.

Aan een lijstje met 2019-vogels die ik nog moet zien voeg ik ‘hop’ toe. Het lijkt me bijzonder leuk om die straks tussen tuinfluiter en gierzwaluw in te kunnen doorstrepen. Ik arriveer tegelijkertijd met L. en B. Waarvan de eerste na een half uur zoeken de vogel ver weg in een tuin op een hek ziet zitten. Ik ben net op tijd bij haar om iets te kunnen zien wegduiken. B. heeft echter razendsnel een plaatje kunnen schieten. Het was de hop. De buit is binnen. (Af en toe ben ik gewoon een foute lijstjesvogelaar.)





Ik wuif naar collegavogelaar J., die honderd meter verderop staat en mij tussen neus en lippen door meldt dat hij naar een Engelse kwikstaart stond te kijken. Onmiddellijk laat ik de hop voor wat-ie is en spoed ik me naar dit ook al zeldzame vogeltje. Dat ik slechts één keer eerder, net buiten mijn vogelwerkgebied, heb gezien. 





De tijd verstrijkt vooralsnog hop-loos. J. geeft het op en vertrekt. Waarna de vogel zich natuurlijk niet lang daarna weer laat zien. Nog steeds ver weg maar goed te bekijken. Af en toe lijkt het wel of hij opgezet is. Zo stil zit-ie.




Waarneming.nl-admin J. voegt zich bij het kleine groepje vogelaars dat zich inmiddels gevormd had, en vist gelijk twee Noordse kwikstaarten uit het paardenweitje. Derde zeldzame vogel! Mijn vogelaarsgeluk is blijkbaar schier onuitputtelijk. Zelf heb ik nog een ook best wel leuke tapuit voor de heren in de aanbieding. Al bij al zeker een verbrande schedel waard, al die vogelpracht. (Vergeten je pet weer op te zetten, nadat je je kale kop een half uurtje hebt willen laten bijkleuren om niet met een witte helm boven je bruine gezicht te hoeven rondlopen, is niet slim. Ik draag nu een rode helm.) 




Het hele weiland zo goed als leeg en dan toch midden in een drol trappen. Mijn eerste 2019-tapuit in eigen vogelwerkgebied is nou niet direct een van de slimste exemplaren.





Terugweg. Gehannes met een ei. Achtereenvolgend een pontische meeuw (tweede kalenderjaar)...




... een geelpootmeeuw (rechts, ook tweede kalenderjaar)...






... een kleine mantelmeeuw...




... en een zwarte kraai deden zich tegoed aan twee rondzwervende eieren op de Lentse Waalstrang.

Dit is eigenlijk de eerste helft van een in tweeën geknipt, bij nader inzien veel te lang blog. In de tweede helft komen we er niet achter of Anne-Marie wil trouwen. Dan weet je dat alvast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten