vrijdag 7 juni 2019

Avondvogelen



Na een uur met m'n verrekijker recht omhoog de boomkruinen afzoeken naar ransuilen — ik voel m'n nek nu nóg — hoor ik een zacht bedelgeluid. Overduidelijk van een ransuiljong. Ik loop in de richting van het geluid en zie vlak voor m'n neus een juveniel op de grond zitten.




Allemachtig, wat hebben we weer geluk! Wonderschoon, de oranje ogen van een ransuil. Gewoon met rust laten zo'n takkeling. Vliegen kan hij nog niet. Maar met behulp van klauwen en snavel klimt hij zelf weer terug in een boom. En daar wordt hij gewoon weer gevoerd door zijn ouders. Óf hij redt het niet. Maar dat is ook normaal. In de natuur. En dan heeft-ie toch nog eeuwige roem op het internet kunnen meepikken.











Als ik omhoog kijk zie ik ook zijn broertjes en/of zusjes. Die er al een stuk groter uitzien.




Hier mooi te zien: het knipvlies. Een horizontaal bewegend derde ooglid dat o.a. het hoornvlies schoon en vochtig houdt.



Hier heb ik nou lol in. De zeldzame kwak half afsnijden en de foto als meerkoet plaatsen op waarneming.nl.





Natuurlijk heb ik ook nog wat serieuze plaatjes van de kwak geschoten. Ook al zo'n mooi oranje oog. Zou-ie stiekem familie zijn van de ransuil...?



Ik heb nog geprobeerd hem ter plekke te tekenen. Helaas komt mijn gebrek aan fotografisch geheugen dan om de hoek kijken. Ik moét elk veertje van de vogel intensief kunnen bekijken om hem goed te kunnen natekenen. En dat gaat lastig met een zware verrekijker, die net niet genoeg vergroot, in je linkerhand. En een tegenstribbelend tekenboekje in je rechter. Echte vogeltekenaars hebben zo'n kwak al helemaal in hun hoofd zitten en kunnen gedeeltes zonder voorbeeld correct aanvullen. Als je begrijpt wat ik bedoel. Nog tien jaar oefenen dus. Er zit niks anders op.

Avondvogelen 27 mei




Beter dan Netflix: een avondje fietsvogelen. Met onverwacht mijn eerste 2019-boomvalk. Rode broek, dus mannetje.

Edit: Oeps. Ik nam automatisch aan dat het vrouwtje wel weer saai bruin zou zijn. Niet dus. beide dragen een rode broek. Het vrouwtje is iets groter. 



Verder een kortstondig nieuwsgierig om mij heen vliegende nachtzwaluw (al veel te donker voor een fatsoenlijke foto), drie bedelende jonge ransuilen op de terugweg en wat later nog twee bedelende jonge ransuilen op de plek waar ik ze eerder ontdekt had. Dat laatste doet mij vrezen dat het derde, hierboven gevogelgrafeerde ransuiltje, het niet gered heeft. En de andere kuikens moeten komend weekend een hardrockfestival zien te overleven. Een uilenleven gaat niet over rozen...



Een mooi mannetje grauwe klauwier moet ik later die week helaas dippen. De kwak liet zich wel weer zien. Wat beter verborgen in het struweel deze keer.





Het voordeel van een boerenzwaluw ín het H-D-gemaal is dat je geen last hebt van hard zonlicht. Dus je kunt z'n mooie rode gezichtje prima zien.

Diezelfde middag hoorde ik een kwartel! Da's heel leuk want die hoor je hier nog maar heel weinig. (Zien doe je ze al helemaal niet.) Het waren slechts een paar korte roepjes. Dus ik moet nog eens gaan luisteren in de schemering. Dan komt er wat meer geluid uit. En ben ik wat zekerder van mijn zaak.

Diezelfde avond: kwartel was goed gehoord. Van een vogelaarcollega kreeg ik wat tips waar ik kerkuilen zou kunnen horen. Die had ik nog nooit kunnen beluisteren. Op één van de drie genoemde plekken hoorde ik tot mijn vreugde bedelende jongen. En zag ik ook nog in een flits een geluidloze donkere schaduw voorbijflitsen. Moet haast zeker wel een ouder geweest zijn. Tien minuten daarvoor stak een vermoedelijke bunzing de straat over. En vijftien minuten erna hoorde ik een Cetti's zanger roepen. Vlak bij huis nog een drietal roepende bosuiltakkelingen. Zelfs in het pikkedonker kun je prima vogelen! Nog extra spannend ook.




De uilen blijven maar komen deze weken. Fietsend over een parkeerplaats trok een mij bekend voorkomend, zacht, bedelend roepje mijn aandacht. Zoeken in de kruin van de boom waaruit het geluid vandaan kwam...



En hoppetee, weer een juveniele ransuil! Die zijn jeugddons al bijna verloren heeft.

Eerder hoorde ik al eens een zanglijster die de zang van een groenpootruiter perfect imiteerde. Deze avond hoorde ik een bosrietzanger wiens zang heel even onderbroken werd door de zang van een boerenzwaluw. De b.r.z begon daarop vervolgens naadloos de zang van de zwaluw te imiteren. Prachtig!

Warm




Wat een ellende. Het eerste weekend van juni is loeiwarm. En gelijk zijn al m'n vogels op. Nou ja, ze laten zich een stuk minder horen en zien. Als de mooiste waarnemingen van een weekend vogelen een kneu en een collegavogelaar zijn, dan wordt het hoog tijd dat we richting herfst gaan voor de najaarstrek. De zomer kan me gestolen worden. (Ik word bejaard...) 























Als je de foto groot klikt dan zie je een solokluut bij de zwarte kraaien zitten. 




'Wilde' paarden zoeken broodnodige verkoeling in Kraaijenbergse plas 7. En dan is het nog niet eens 31 graden. Zoals het de volgende dag zou worden.




Ik vergeef het ze. Ze kunnen niet lezen.




Ja, ik keek er ook even raar tegenaan.

Begin juni




De Keentse dwergaalscholver zat nét buiten het werkgebied. Bovendien is de route ernaartoe tamelijk saai. Dus ik ging voor mijn eerste optie. Kijken of de grote weerschijnvlinder zich al liet zien. Dat deed hij niet. In plaats daarvan kreeg ik een groepje eikenprocessierupsen in mijn maag gesplitst. Op dat moment wist ik dat ik de verkeerde keuze had gemaakt.






Oké, een paar ooit al dan niet illegaal geïntroduceerde zilveren maantjes lieten zich goed bekijken. Die zeldzame vlinder vind je doorgaans door op zoek te gaan naar platgetrapte moerasviooltjes, gevlekte orchissen en andere blauwgrasflorasoorten. Daarna even in de rij gaan staan bij andere vlinderaars om wat plaatjes te kunnen schieten. En daarna jezelf afvragen waarom je in godsnaam niet naar die dwergaalscholver bent gefietst.




Deze 'gevaarlijke jongen' zat er ook. (Of is het een meisje?) Hornaar.





In deze tijd van het jaar kun je al verschillende uitgevlogen jongen zien. Het leuke daarvan is dat bijvoorbeeld grote-bonte-specht-juvenielen nog lekker dicht bij elkaar in de buurt blijven.



Door hun roze onderbroek zou je ze kunnen verwarren met de middelste bonte specht. Maar die heeft een rood petje zonder zwarte onderrand en een wit gezicht.



We sluiten af met een donker kuifmeesbewijsplaatje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten