“Hij zit er al de hele week. Misschien wel twee weken.”
Het verbaast me dat het meisje me durft aan te spreken. Moet toch een vreemd gezicht zijn, een man in poephouding, met de handen achter zijn oren, op een pikdonkere Duffeltdijk. Maar ik ben natuurlijk niet de eerste vogelaar die de zéér zeldzame kleinst waterhoen hoopt te horen zingen. Ze vergezelt me samen met haar hond om me de juiste luisterplek aan te wijzen. Alwaar de vogel zich onophoudelijk laat horen en zijn geluid nét niet wordt overstemd door een enorm kikkerkoor. Ik zie dan ook het drietal vogelaarsporen in het hoge dijkgras, die ik had gemist toen ik er langs was gefietst.
De avond begon al goed met roepende jonge bos- en ransuilen. De nacht gebruikte ik om de drie eerder getipte kerkuilplekken nog eens te bezoeken. Deze keer alledrie met succes. Met als hoogtepunt deze ijzingwekkende kreet uit een nestkast aan de dijk. (Het geluid staat zacht.)
Tijdens een nachtelijke plasstop zie ik voor het eerst van mijn leven een vallende ster. In een fractie van een seconde. Natuurlijk had ik ter plekke driehonderdzevenentachtig andere vallende sterren moeten wensen. In plaats van die schrale een miljoen euro. Vergeten mijn bankrekeningnummer bij de wens te vermelden ook nog. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt. Die nieuwe fiets komt eraan.
Kleine parelmoervlinder 1
Ik zal het gelijk maar verklappen; ik heb ‘m niet kunnen vinden, de hier zeldzame kleine parelmoervlinder. We gaan heel hard richting zomer. (Ik schrijf dit op 13 juni.) Niet de meest vogelrijke periode. Dus een hoop vogelaars ‘doen er vlinders bij’. Verder dan met wat hooibeestjes, een bruin zandoogje, een atalanta en een distelvlinder (foto) kwam ik deze middag echter niet.
Wel kwam ik wat uitgevlogen jong spul tegen. Zoals deze roodborst. Die nog niet goed wist hoe ze op mij moest reageren. (Gewoon even stilzitten en lachen naar de camera.)
En dit grasmusjong dat hier een rups krijgt toebedeeld.
Misschien wel het allerleukst; deze kuifmeesjes. Waarvan het jong hoog in de boom werd gevoerd.
Hoewel deze juveniele gekraagde-roodstaartjongen qua allerleukstheid aardig in de buurt van de kuifmezen komen.
Soms wordt er nog aan nageslacht gewerkt. Al moest dit vrouwtje kuifeend niks van het mannetje hebben. Na wat agressieve paarpogingen kneep ze er snel tussenuit. Op haar eendenhielen gezeten door de ruwe Cassanova.
Niet zo gek overigens dat ik nog niet heel veel vlinders zag. Juni is een vlinderarme maand las ik hier. De meeste soorten zijn deze maand eitje, rups of pop.
15 juni, mijn vogelaarverjaardag!— De fietsvogelaar (@MarsGremmen) June 14, 2019
Vijf jaar geleden voor het eerst met een verrekijker op pad. Daar heb ik mijn leven flink mee kunnen opleuken. Taart! pic.twitter.com/3bhzxioyHq
Twee dagen na mijn verjaardag was 'mijn' Beleef-de-lente-zwarte-sternkuiken jarig. Eén jaar geleden bezocht ik meerdere keren per week de zwarte-sternkolonie in de Ooijpolder. Dit jaar ben ik er nog geen twee keer wezen kijken. Best wel gek eigenlijk. Voor de mensen die ze toch weer graag zien langskomen hieronder wat 2018-herhaalplaatjes van BDL-kuiken 10B.
Zou-ie nog in leven zijn? We zullen het nooit weten.
Kleine parelmoervlinder 2
"Je komt jou ook overal tegen!", roept vlinderaar J. als hij uit zijn auto stapt. Ik vraag hem of hij ook op zoek is naar de kleine parelmoervlinder. Dat is hij. En terwijl ik nogal ruwweg de Hatertse vennen naar dit zeldzame vlindertje zat af te zoeken, weet J. me rechtstreeks naar de juiste plek te leiden. Alwaar hij gelijk al bijkans bovenop het oranje schoonheidje gaat staan. Gevonden! Ik zag er twee, J. zag er drie. Lekker zonnend, midden op het zandpad.
Later zie ik er ook nog een op een andere plek. Dus zonder J. had ik hem gelukkig ook wel gevonden.
Van dit prachtvlindertje kwam ik er meerdere tegen. Een ook overdag actieve nachtvlinder. Zuringspanner.
Tijdens het eten van een broodje op een bankje word ik ‘opgeschrikt’ door twee krijsende torenvalken. In hoog tempo achtervolgen ze een ondefinieerbare roofvogel met iets in zijn klauwen. De roofvogel duikt het bos in. De torenvalken blijven nog geruime tijd rondvliegen boven de plek waar hij verdween. Het kán haast niet anders dan dat ze een jong aan hem verloren hebben. De actie verliep razendsnel, dus ik heb alleen een van-heel-veraf-plaatje van de twee overstuur geraakte valkjes kunnen nemen.
Witte reus. Zweefvlieg. Geen familie van het wasmiddel. Alleen al om hun namen zijn insecten leuk om te determineren.
Een dambordvlieg. Met eronder een dood konijn.
Groene specht. Schuwe vogel. Op een dood exemplaar na heb ik hem nog nooit mooi voor de lens gehad. Meestal krijg je van dit soort, onscherpe, lange afstandfoto's. Die je dan tussen allerlei in de weg hangend takkenwerk moet zien te maken. Nou ja, uitdaging voor de toekomst; een mooi groene-spechtplaatje.
Hoe vaak ik al niet over het fietspad richting Groesbeek ben gereden met de verwachting een zandhagedis tegen te komen, wil je niet weten. Deze keer had ik eindelijk beet. En kon ik wat digitale plaatjes van hem schieten. Terwijl de nieuwsgierige/achterdochtige fietsers langs mij heen scheerden.
Eigenlijk ben ik niet zo van de libellen. Ze betekenen meestal: het weer is veel te warm en de vogels zijn op. Maar als ze mooi stilzitten dan schiet ik wel een foto. Waarneming.nl herkent sinds een tijdje automatisch het merk. Lang zoeken naar de naam hoeft dus ook al niet meer. Wat ik best wel lullig vind voor de mensen die jarenlang op deze insecten hebben zitten studeren om tot een juiste determinatie te kunnen komen.
Normaal gesproken komen zadellibellen niet of nauwelijks voor in Nederland, maar door de stormen van afgelopen week is deze libel met kilo's tegelijk (ik overdrijf) vanuit Afrika deze kant op gewaaid. Door heel Nederland komen meldingen binnen van deze dus zeer zeldzame soort. Eigenlijk had ik er op gerekend dat ik hem niet zou zien op de plek waar hij eerder waargenomen was. Maar na een klein uurtje libellen inspecteren en fotograferen, kwam er zowaar een forse libel langsracen met een helder, lichtblauw ‘zadel’ op zijn rug. Een leuke verrassing! Wat later was er zelfs sprake van copulatie met een tweede exemplaar. Waardoor ik dacht met uniek beeldmateriaal thuis te komen. Totdat ik de andere foto’s op waarneming.nl bekeek. Eén grote zadellibellenorgie!
Natúúrlijk is er ook weer een andere, iets minder zeldzame soort libel met zo’n blauw zadel. De zuidelijke keizerlibel. Maar die heeft groene ogen. Die van de zadellibel zijn bruin. Weet je dat ook weer.
Nog een libel omdat hij zo prachtig van kleur is. Dit is een zwervende heidelibel: blauwe onderogen en rode vleugeladers.
Die zwarte kraai op de eerste foto, wat was daar eigenlijk mee aan de hand?
Die had het bijzonder warm. Hij zat roerloos op een tak, nog geen drie meter van me vandaan. Met wijd open gesperde snavel. Op die manier verdampt hij vocht. Hij zweet als het ware. En dat leidt tot afkoeling. Ik kon zo langs hem heen lopen zonder dat hij de moeite nam zich iets van mij aan te trekken.
Voor de volgende keer staat er nog steeds een 2019-wespendief op het verlanglijstje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten