Toevalligerwijs precies in de week dat de Eppo met de herdruk van Gleevers dagboek verscheen, over ons vogelavontuur, hadden collega L. en ik een nieuwe jaarlijkse vogelafspraak gepland. Op gepaste afstand, want jeweetwel. (Ik heb een heel slechte adem.) In nummer 10 - 2020 staat dat verhaaltje, als je het graag ouderwets op papier in een stripblad wilt lezen. Maar het staat natuurlijk ook al tijden op mijn blog. Net als mijn verslag van die ochtend in 2016.
Aan de ene kant hadden we geen mooiere dag kunnen kiezen. ‘Ons’ natuurgebiedje barstte bijkans uit elkaar van de vogels. En het was prachtig weer, tótdat er een flinke regenbui losbarstte.
Voor die tijd konden we echter genieten van een tweetal kemphanen. Deze jongeman lijkt me al een behoorlijk eind in prachtkleed. Naast hem een tureluur.
En hier passeert een kemphaan een getrouwde scholekster.
Ik kon L. zelfs zijn eerste baardmannetjes voorschotelen. Auditief én visueel. De foto’s in dit bericht heb ik overigens veelal voor en na onze wandeling gemaakt. Waarbij dit plaatje een puur lucky shot was. Van een vogelgraaf met veel geduld. De vogeltjes zaten diep in het riet verborgen. Om af toe tsjilpend op te stijgen voor een kort vluchtje. En dan lag er ook nog een flinke plas water tussen rietveld en mij.
Traditiegetrouw werden de vogelsoorten geteld. We kwamen tot 61 vogels in zo’n drie uur tijd. Zonder de regenbui hadden het er nog wat meer kunnen zijn. Met de kleine plevier (gele oogring)...
... en de wat zeldzamere bontbekplevier (oranje snavel) hebben we een beetje gesjoemeld. Bijna zeker kort gezien. Maar door de regenbui niet met 100% zekerheid kunnen identificeren.
Dit gehavende kneutje poseerde prachtig voor ons. Zijn karmijnrode borstje mochten we echter niet zien.
Dit mannetje roodborsttapuit hield zíjn mooie oranje borstje dan weer half verborgen in de schaduw. Het leven van een vogelgraaf gaat niet over rozen!
Het gewoonste maar mijns inziens ook mooiste sterntje in Nederland. Met de lelijke naam 'visdief'. Alsof je een Ferrari een 'rammelkar' noemt. Ik vind dat we de visdief moeten omnoemen naar Rudolf Nureyev-stern. Óf Vaslav Nijinsky-stern. Wie is beter? Zoveel verstand heb ik nu ook weer niet van ballet. Lees: ik heb er helemaal geen verstand van. Maar ik heb wel Google op mijn computer geïnstalleerd.
Ik vertelde L. dat toen de kluten hier een paar jaar geleden kwamen broeden, ze heel vijandig naar mensen waren.
Inmiddels zijn ze zo gewend aan de stroom van te hard voorbijrijdende auto’s, joelende fietsscholieren, al dan niet bewusteloos op de grond liggende rollerskaters (ambulance stond erbij) coronazweet spuiende hardlopers, vogelaars in vogelkijkhutten op vier wielen en wandelaars. En broeden ze gewoon open en bloot op een tien, twintig, dertigtal meter afstand van de straat.
L. miste, zoals gezegd, ook wat vogels die ik zelf voor en/of na onze wandeling tegenkwam. Zoals mijn eerste 2020-bosruiter.
Én, hoogtepunt van de dag, op het weerzien van mijn oude vriend na, een razendsnel voorbijvliegende roerdomp. Een verborgen vogel, die ik hoopte te horen. Maar dit was beter! Door deze waarneming weet ik nu ook vrij zeker dat ik hem ‘s nachts, in silhouet, bij de Oude Waal heb zien vliegen. Kortere, sneller flappende vleugels dan die van de blauwe reiger en de grote zilverreiger.
Op de terugweg. Rudolf Nureyev-stern op een paaltje.
En een gezinnetje wilde eend dat door twee mannetjes werd lastiggevallen.
‘s Nachts niet van vogels gedroomd. Maar van smalle gangen en knel-trapportalen. Waarin ik rakelings mensen moest passeren. En ook nog even bij mijn arm gegrepen werd door een donkere man, omdat er nóg meer mensen onze trap op kwamen lopen. Is corona toch nog in mijn nachthoofd doorgedrongen.
Dit was een snel tussendoorblogje. In de planning: nieuwe mei 2020-vogels en de 2020-uitgeklede-versie-Big-Day.
Hallo Mars, Heerlijk blog om te lezen en te bekijken. Humor ... ik wou dat ik zo humorvol kon schrijven. Mooie soorten die je/jullie hebben gezien.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Roos