zaterdag 28 januari 2017

Roerdomp




















'Even overwogen om tussen duizenden meeuwen in de Loonse waard één exemplaar te zoeken met een zwart ringetje om zijn snavel. De zeer zeldzame ringsnavelmeeuw. Maar hoe zinvol is dat als je nog niet eens een geelpootmeeuw van een kleine mantelmeeuw kunt onderscheiden?' 
Schreef ik eergisteren. Helaas ben ik zo ruggengraatloos als de pest, dus vandaag meende ik toch maar eens die kant uit te moeten fietsen. Alleen al omdat ik nog niet bekend was met de omgeving waar de Amerikaanse meeuw zich al een tijdje ophoudt.

Het was niet bitterkoud en onderweg kwam ik al mooi een groene specht, een sperwer, een achttal wulpen en tientallen kramsvogels tegen. Halverwege de route waren gisteren twee wilde zwanen gezien, maar vandaag zaten er helaas alleen wat knobbeltjes. Bij de Loonse Waard stond een tiental vogelaars al uren op de ringsnavelmeeuw te wachten. Zelf wachtte ik slechts drie broodjes lang. Maakte een overzichtsfoto. Antwoordde een nieuwsgierige plaatselijke bewoner, die langs kwam fietsen, dat we slechts onschuldige vogelaars en écht geen jagers waren. En fietste weer door naar wat stiekem misschien wel het echte doel van vandaag was. Een blik werpen op die vermaledijde roerdomp!

Natuurlijk zag ik hem wéér niet. En ondanks dat ik me had voorgenomen om mijn humeur niet te laten verpesten door een derde roerdompdip, vloekte ik binnensmonds. Geïrriteerd richtte ik nog een laatste keer mijn kijker op de rietkraag recht voor mijn neus. En verhip als het niet waar was! Ik zag een streepjesmotief, iets wat op een oog leek, en een spits voorwerp dat wel heel erg aan een snavel deed denken. Halleluja, eindelijk beet! Wat een bril-jan-te schutkleuren heeft die vogel! Ik bleef naar hem kijken, zag hem slechts één keer een heel kleine beweging maken en probeerde wat bewijsplaatjes door mijn verrekijker te fabriceren.























Ja, ik zocht me dus ook een ongeluk! 

Dat laatste had ik wellicht beter niet kunnen doen. Het leverde me één foto op waarop je na héél goed speuren zijn streepjesmotief zou kunnen ondekken. (Rechtsonder. Als ik met m'n iPhone door mijn verrekijker fotografeer zie ik slechts een onscherpe stip op m'n scherm.) Maar daarna kon ik hem niet meer terugvinden. Spoorloos verdwenen. Nou ja, de buit was binnen en dat arme beest moet dagelijks al wandelaars, honduitlaters, joggers, mountainbikers, voorbijvarende vissersbootjes en andere vogelaars tolereren, dus ik ging er snel weer vandoor.

Voorlopig ga ik denk ik niet meer terug. Er komen me net iets teveel mensen voor in dat kleine gebied. En het is ook een heel eind fietsen. (Zul je zien dat ik er volgende week gewoon weer sta...)


















Ongelóóflijk knap, vind ik dat van mezelf. Een normaal mens ziet weilanden, paardjes, water, tegenliggers en een fietspad voor zijn neus, als hij de brug bij Grave oversteekt. Ík zie een zwart stipje in een kleine boom aan de rand van het water. En onmiddellijk gaat mijn ijsvogelalarm af. Verrekijker voor m'n neus: de bellen zijn volkomen terecht gaan rinkelen!











2 opmerkingen:

  1. Ha ha, grappig, vooral die Ijsvogel! Ja, als je ze eenmaal ziet, zie je ze 'overal' en begrijp je naar verloop van tijd niet, waarom iemand 'nog-nooit' een ijsvogel heeft gezien!?

    Ga zo door, groeten Frans

    BeantwoordenVerwijderen