dinsdag 27 maart 2018

Ongekookte kwikstaart en kartonnen vos

Weer veel teveel gevogeld de laatste tijd. Het is ook zo lekker. Foto's en commentaar in chronologische volgorde. Sommige vogels komen daardoor meerdere keren langs. Raak niet verward!




Voor de maandagochtend vogelcursusexcursie moesten we de vogels echt bij elkaar schrapen. Blijkbaar zaten ze allemaal te schuilen tegen de vrieskou en de harde wind. Longontsteking door diezelfde wind is een belangrijke doodsoorzaak voor vogels, begreep ik van excursieleider P. Na de cursus werd het weer wat beter. Terugfietsend met B., E., T. en een nieuw cursuslid hadden we ook toch nog wat leuke waarnemingen. Raaf, roepende havik, kuifmees en dit door E. ontdekte paartje zwarte roodstaart.



Beter weer... Maar het waaide nog steeds verdraaid hard. Vraag het deze buizerd maar.


Daar heb je 'm weer met z'n zwartbuikwaterspreeuw! Ik weet dat jullie dit vogeltje inmiddels niet meer kunnen zién. Ik was echter maar wat blij dat ik hem op zijn lang onbekend gebleven reserveverblijfplaats aantrof. In de gure wind was hij driftig aan het foerageren in de Waal. Als de golven van een voorbijvarend schip hem wat al te gortig werden, schuilde hij wat meer aan de rand van de krib. 


Ik heb wat zitten experimenteren met foto's maken in de camerasportstand. Gaat zoals verwacht wat ten koste van de scherpte.



Wel weer scherper dan een screenshot uit onderstaande video. Nee, hij schrikt niet van de fotograaf maar verplaatst zich naar een andere steen.


Voor scherpere foto's zweer ik nog steeds bij de tweesecondenzelfontspannerstand. Korte afstand en goed licht helpen daarbij natuurlijk flink. Een stilzittend vogeltje helpt al hélemaal.



Er moest natuurlijk ook weer even gefilmd worden. Op 0:25 is zijn duikhouding mooi te zien. Van een bol propje verandert hij in een doelgerichte, slanke roofvogel. Op 0:51 verliest hij z'n prooitje aan de golven. En op 1:57 schuilt hij voor diezelfde hoge golven.


  
Ik stond ergens vér weg op een krib foto's van deze slechtvalk te maken. Maar hij lijkt me hier gewoon récht aan te kijken. Vanaf bovenkant Waalbrug.




Eigenlijk houd ik niet van dit soort foto's. Nogal kitscherig. Maar ik vond het een beetje onbeleefd naar de zonsondergang toe om hem niet te fotograferen. Hij had er toch een hoop werk van gemaakt.




Mijn eerste lepelaar van het jaar.




Mijn eerste tureluurs van het jaar.




Ze vertoeven al een tijdje in Nijmeegs vogelwerkgebied. Laat ik ze dan toch maar een keer gaan zoeken, dacht ik. Tussen de hónderden brandganzen, en ook tientallen kolletjes, ontwaarde ik de roodbruine kleur van de roodhalsgans. Moeilijk zichtbaar achter het riet. Ik had ze nog maar net ontdekt of ze gingen de lucht in. Dus ik had geluk of pech. Ik houd het maar op geluk.




Achtentwintig grauwe ganzen en de volgende dag twee nijlganzen liepen er in de wei. Dus ik vermoed dat de achterkant van die gansverjaagvos gewoon wit gelaten is. Anders moet er echt een 3D-versie besteld worden. Of een levend exemplaar ingehuurd.





Na een wildplas voélde ik dat er iets vanuit het struikgewas naar me zat te kijken. (Of, nuchterder gesproken, ik zag dat iets mij in de gaten hield omdat ik al dan niet onbewust continu takken, struiken, paaltjes en boomtoppen naar vogels afspeur.) Ik vermoedde een buizerd. Maar hij ging na ons oogcontact maar een klein stuk verderop zitten in hetzelfde struikgewas. Een buizerd zou er gelijk ver vandoor gaan. Ik zette m'n (film)camera aan en liep richting achterkant struiken. Daar vloog hij weer op om, tot mijn stomme verbazing, laag over de grond récht op mij af te vliegen en in een scherpe boog te verdwijnen. Verrassende waarneming! Met nattelensbewijsfilmpje. (Oké, ik heb meestal ook geen zin om al die filmpjes aan te klikken. Het was een ransuil.)





Eerst zo'n vervelende ganzen-de-lucht-in-jagende brommerparachutist boven de Ooijpolder. Wat later deze flauwvallende luchtballon.






“Wat maak jij hiervan?” Met uitgestrekte arm loop ik op J. af, die niet eens de kans krijgt om zijn groet af te maken, en toon hem het beeldschermpje van mijn camera. Mijn vermoeden bleek juist; ik had even van tevoren een nieuwe Gelderse vogel op de foto gezet. Een heuse o
ngekookte kwikstaart. De rouwkwikstaart! Ooit beschouwd als ondersoort van de witte kwikstaart, nu een eigen soort. Hij onderscheidt zich o.a. door een opvallend zwart ruggetje. 
J. was net als ik op de melding van de twee inmiddels in de Bemmelse polder vertoevende roodhalsganzen afgekomen. Zelf had ik mijn speurtocht net opgegeven. De grote afstand, de trillende lucht en de honderden brandganzen waar ze tussen zaten maakten mij het telescooploos vinden van de vogels onmogelijk. Zonder ze de lucht in te jagen. Beide waren we eerlijk gezegd ook veel blijer met de rouwkwikstaart. (J. zag hem een half uurtje later ook.) Dezelfde roodhalsganzen hadden we eerder al elders gezien.







Wat niet wegnam dat ik snel op mijn fiets sprong toen de hele troep de lucht in schoot. En ze een eindje verderop gingen zitten waar ze vanaf de dijk prachtig te zien waren. Soms schaam ik me voor de hoeveelheid vogelaarsgeluk die ik regelmatig over me heen gestort krijg! Al heeft dat geluk ook veel van doen met het domweg uren maken.




J. die wat later met zijn auto kwam aanrijden durfde de dijk af te lopen om de ganzen van dichterbij te kunnen bekijken. Daarmee leerde hij me een trucje dat ik goed in mijn geheugen heb geknoopt. Nooit vogels van bovenaf benaderen. Dan gaan ze er vandoor. Een omtrekkende beweging maken, afdalen, en dan heel rustig hun richting uit wandelen.




M. zag mij bij het passeren nog in de schemering op het bruggetje staan. Dus de zwartbuikwaterspreeuw moést nog aanwezig zijn. Dat klopte. Meer dan een uur had hij bewegingsloos op een steen aan de oever gezeten. Terwijl ik met mijn camera klaar stond om het begin van de vlucht naar zijn slaapplek te filmen. Nog nooit had ik hem zo lang stil zien zitten. En nog nooit had hij het zo laat gemaakt. M. kon hem nog even actief zien op de rotsblokken in het water. Waarna hij precies om 19:16 onder ons bruggetje door kwam vliegen om richting Ubbergseweg in de duisternis te verdwijnen. Een andere route dan normaal. Waren we getuige van zijn definitieve vertrek...? De tijd zal het leren. (Dan zijn jullie wel mooi eindelijk van die vogel af!)





We eindigen met de doodgewone, maar o zo leuke, witte kwikstaart. (Ik zou hem wel eens naast een brandgans willen zien. Ook zo'n mooie zwartwitvogel.)
BewarenBewaren
BewarenBewaren

2 opmerkingen:

  1. Hallo Mars, bedankt weer voor de David Attenborough waardige filmpjes en verslaggeving. Jawel het verveeld me nog steeds niet. bedankt weer voor de lessen, vooral de les dat buiten zijn leuke en bijzondere waarnemingen oplevert.
    Groet, Ronald

    BeantwoordenVerwijderen