dinsdag 3 april 2018

Paasvogelen





Godzijdank! De schrijnend lege plek van de zwartbuikwaterspreeuw is ingenomen door een paartje grote gele kwikstaart. Ik hoop tenminste dat het een paartje is. En dat ze gaan paren. En broeden. En minstens twee legsels produceren. Dan heb ik de komende maanden weer wat ontspannend studiemateriaal om handen.




Een van de (relatief) makkelijkst te fotograferen vogeltjes. De roodborsttapuit. Je ziet hem denken: "Donder nou eens op met dat fototoestel! Je ziet toch dat ik aan het baltsen ben!" Witte stuit.



Het is even goed kijken. In een groep van zo'n veertig kneutjes bleek één keep te zitten. Het voordeel van fotograferen is dat je zoiets thuis nog mooi kunt ontdekken.





Een van de eerste uit het zuiden terugkerende vogels is de boerenzwaluw. Hebbes, dacht ik dus toen ik deze jongen boven Waterrijk oost zag vliegen. Thuis het plaatje nog even determineren. Geen karakteristieke buitenste staartveren te zien, maar die zullen wel weggevallen zijn door de slechte kwaliteit foto. Het moét de boerenzwaluw zijn. En zo zit je jezelf met je stomme kop toch weer voor de gek te houden. Het is een oeverzwaluw.



Gelukkig maakte ik geen IJslandse grutto’s van deze gewone grutto’s. Ondanks enige kortesnaveltwijfel van mijn kant. Anders was ik deze week twee keer op mijn gezicht gegaan. Die wazige streep komt doordat ik dwars door het prikkeldraad heen zat te fotograferen.




Hij ziet ons niet! Hij ziet ons niet! Ik zag ze wel. Mijn tweede paartje al deze week. Waarschijnlijk is mijn patrijsradar het afgelopen jaar ongemerkt flink aangescherpt.






Deze twee bonte pieten (scholeksters) poseerden wel heel mooi voor me in het zonnetje.
Langzaamaan leer ik ook steeds beter hoe ik vogels moet benaderen. Zonder ze te doen opvliegen. (Want dat ervaar ik als een nederlaag.)






Stiekem hoopte ik dat ik het vogelwerkgroeplid was dat de eerste 2018-gele kwikstaarten heeft waargenomen. Maar ze waren twee dagen eerder al overvliegend gezien. En fotograaf R. had er natuurlijk allang alweer een fraai op de plaat gezet.






Ik laat ik op dit blog qua foto's de krenten uit de pap zien. Uit de letterlijk honderden foto's die ik schiet kies ik de minst onscherpe. Die ik in Photoshop rechtzet en bijsnijd. Beroerde foto's van zeldzaamheden of bijzondere gebeurtenissen plaats ik hier wel schaamteloos. Foto's als hierboven maak ik héél veel. Maar bespaar ik jullie zoveel mogelijk. Graspieper.




Nooit geweten dat een ooievaar er van achter zo mooi uitziet. Het lijkt wel kunst!





In de schemering zat deze sperwer vermoedelijk te wachten op rietslaapplaats bezoekende zangvogeltjes.







De zomergasten blijven binnenstromen. De blauwborst liet zich vooralsnog alleen nog maar horen en als vluchtig klein bruin vlekje in een struik kort zien. Deze normaal gesproken schuwe zomertalingen waren zo aardig om helemaal mijn kant richting oever te zwemmen. Jammer dat het zo'n bewolkt weer was. En jammer dat een jogger (met dikke billen) (dat zal haar leren!) zo nodig onder aan de dijk, vlak langs het water meende te moeten rennen. En daarbij tientallen vogels de lucht injoeg. Terwijl ze ruim van tevoren had kunnen zien hoe ik heel voorzichtig en behoedzaam diezelfde vogels aan het fotograferen was. (Behalve dikke billen had ze ook een onnozele blik.) 




Heel even zag ik hem om begrijpelijke redenen voor een zeldzame kuifaalscholver aan. Het is een gewone aalscholver in zomerkleed. Door het fotograferen met telelens merk ik dat alleen een verrekijker tekort schiet bij het vogelen. Die groene ogen, die witte vlek en dat kuifje; het is me vrees ik nooit eerder zo opgevallen.




Weer een onscherpe keep rechts op de foto. Samen met een mannetje vink en drie groenlingen (vrouwtje links).




Later voegden er zich ook nog wat puttertjes aan het gezelschap toe. Zo leuk, al die verschillende merken vogels bij elkaar in één boompje.

Volgende keer hopelijk een plaatje van een 2018-blauwborst. Dan hebben we dat ook weer gehad.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten