zondag 8 april 2018

Arnhemse Engelse kwikstaart




Mijn verzameling kwikstaartwaarnemingen begint aardig ‘uit te dijen’. Na de witte, de gele en de rouwkwikstaart kan ik er nu een Engelse kwikstaart aan toevoegen.




Ik was juist van plan om Waterrijk-Oost langzaamaan te gaan verlaten toen ik fotograaf R. tegenkwam. Die meldde mij dat hij de vogel eerder die middag had waargenomen.




Samen met twee oudere, met telescopen gewapende vogelaars zochten we het weiland af waar hij hem gezien had. De Engelse kwik vonden we niet. Wel lieten de medevogelaars enthousiast weten een hier minstens zo zeldzame rouwkwikstaart in het vizier te hebben. Erg overtuigend rouw bleek hij niet te zijn, toen ik mijn foto’s thuis bestudeerde. Dat vond de waarneming.nl-moderator ook. “Op die foto is de stuit niet goed te beoordelen, al lijkt deze niet zwart te zijn. Daarnaast is de rug niet vlekkerig wat zou duiden op een vrouw Rouwkwikstaart. Een donkere (hybride) witte kiwkstaart is dus ook niet uit te sluiten.”

Een uurtje later vond ik alsnog, solo, de Engelse kwikstaart. Tot vreugde van de blijkbaar op dat moment telescoopvogelende J. Zo las ik op waarneming. “Zag Mars in sluipgang gaan. Moest dus wel iets bijzonders zijn ..... (Dank Mars!)” Voordat ík in sluipgang treed moet er zich inderdaad minstens een roodbeletterde vogel voor mijn lens bevinden. (Graag gedaan, J.!)




Met mijn hoofd vol kwikstaarten meende ik in deze jongen een juveniele gele kwikstaart te herkennen. Alleen zat hij daar veel te stil voor. En zijn buik is niet gelig maar licht zalmroze. Bovendien moeten de meeste vogeleieren nog gelegd worden, dus hij kán helemaal niet juveniel zijn. Leucistisch is hij ook niet. Het bleek een waterpieper in zomerkleed te zijn. Geen moment aan gedacht! Het blijft gewoon hondsmoeilijk, dat vogelen. Vooral als je met mijn type klonterhersenen zit opgescheept.






Weer zo’n lastige vogel. Grutto, ja. Maar zou het een IJslandse kunnen zijn? Dat weet ik op het moment van schrijven nog niet. Op waarneming vraag ik het me openlijk af. Waarschijnlijk met gevolg dat ik mezelf en mijn schrale vogelkennis wederom te kijk zet...





Eerder op de dag vond ik de ongeringde vogel van de grutto’s hierboven ook al een twijfelgeval. Gelukkig vraagtekenloos ingevoerd op waarneming.nl. Het bleek inderdaad een ‘gewone’ grutto te zijn. Wel een idee om te kijken of ik de roodblauw-geringde grutto vaker ga tegenkomen. Bij gebrek aan een zwartbuikwaterspreeuw.




Ietsje verderop poseerde een gele kwikstaart. Ze zijn nog maar net terug in Nederland en ik struikel al bijkans over deze vogels! Maar ja, zo’n heerlijk geel vogeltje kún je toch niet ongefotografeerd laten?




Nee, dit is geen vliegend euroteken in spiegelbeeld. Mijn oeverzwaluwblunder van eerder deze week heb ik hopelijk een béétje kunnen compenseren met deze foto van een daadwerkelijke boerenzwaluw. Mijn eerste van dit jaar. 




Net als dit visdiefje.






Behalve voor het twitchen van de Engelse kwikstaart kwam ik voor dit leuke doortrekkende dwergmeeuwtje. Dat zich gelukkig mooi liet bekijken. Zoals duidelijk moge zijn een van de kleinste meeuwsoorten. Dé kleinste las ik zelfs ergens.












Even verderop zaten deze aalscholvers met elkaar te flirten (dat maak ik er tenminste van). Terwijl een van de vogels steentjes aan het doorslikken was. Dit schijnen ze te doen om makkelijker en dieper te kunnen duiken.




Een opvallende waarneming tussen de waterpieper en de ‘rouwkwikstaart’ in was deze snoek. Die mij in een ondiepe sloot op z’n gemak passeerde. Op de foto lijkt hij klein. Maar het was een flinke joekel van zeker veertig centimeter.




Toen ik tijdens het fotograferen van deze kluut opzij keek, bleek er opeens een fotograaf naast mij zitting te hebben genomen. Dat voelt toch een beetje alsof iemand jouw vogeltje steelt. Maar laat ik niet al te kleinzerig doen.














Deze geringde kleine plevier had een lekkere rups gevonden. Door zijn ringen zou je bijna denken dat hij uit New York afkomstig is. Maar dat is niet zo héél waarschijnlijk... Hij bleek niet erg schuw te zijn. Na het nuttigen van het insect begon hij luid te roepen. Terwijl ik heel voorzichtig mijn camera naar een steeds lager standpunt bracht. Eindigend op de grond. Op de foto's kun je mooi zien dat dat mooiere plaatjes oplevert. Op de grond kon ik hem ook nog even filmen, tot mijn accu ermee ophield. 




Een lege accu is een goed excuus om dan toch eindelijk op huis aan te gaan. In de hoop dat ik niks moois meer zou tegenkomen natuurlijk. Je voelt je als vogelgraaf zo naakt en kwetsbaar zonder werkende camera. Helaas kwam ik nog een prachtig in beeld zingende zwarte roodstaart tegen. Op de Waalbrug zag ik zelfs een slechtvalk achter een stadsduif aanjagen. Soms ben ik een echte pechvogel... (Van die laatste vogel toch maar een duifloos beroerd plaatje geschoten met m’n iPhone.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten