zondag 27 juli 2014

Kneu

Op de terugweg besluit ik het 'wandelpad over boerenland' te nemen, waar ik eerder die dag voor het eerst een kneu zag. En verhip, hij zit er weer! Wederom samen met zijn echtgenote. Deze keer blijf ik hem niet een kwartier lang intensief bekijken maar maak ik aanstalten om met stevige pas richting Persingen, waar mijn fiets staat, te lopen. Het is mooi geweest voor vandaag. Dan hoor ik echter een bekend geluid. Ik loop een stukje het weiland in en richt mijn kijker op de roodborsttapuit, een vijftigtal meter verderop. 

Op dat moment komt vanuit de verte, in het gras, een grote personenwagen mijn kant op rijden. Reeën springen verschrikt op, egels laten zich de sloot in rollen, een fazant en een steenmarter verdwijnen luid krijsend onder het linkervoorwiel van de auto.* De bestuurder, die enigszins op de tekenaar van de cartoon met de kanarie en de eend lijkt, stapt uit en roept 'Meneer, wat doet u hier? U verstoort de natuur!' 
Naast hem zit een zwijgend, oud boertje met een pet. Het blijkt de eigenaar van het stuk grond te zijn. Hij krijgt geld om de rand van zijn land open te stellen voor wandelaars. Ik begrijp dat het voor de bestuurder moeilijk is om in te schatten, wat een met zijn verrekijker naar een boom kijkende man, midden in de ooijpolder aan het doen is, en leg hem uit dat ik vogeltjes aan het observeren ben. Dat is echter niet de bedoeling. Wandelpaaltjes en rustbankje of niet: het weiland is verboden toegang! 

Die ouwe harde boertjes zijn soms nog heel goed in ju-jitsu, dus om de goede vrede en mijn gezondheid te bewaren loop ik terug naar de weg. Ik vraag een oudere straatbewoner - gezellige dikkerdje, korte broek, kaal koppie - die in de verte had staan toekijken, of ik me inderdaad op illegaal terrein had begeven. Maar die ontkent dat, geeft me een schouderklopje omdat ik geen moeilijkheden wilde maken, en vraagt nieuwsgierig wat ik zoal aan vogels gezien heb.

Inmiddels is de auto met de twee mannen, in het weiland, boven op een grote hoop zand gereden. 'Die staan te posten of er niet meer van die vermaledijde vogelaars hun grasveld durven te betreden.' grap ik tegen de vriendelijke man, die verbaasd en licht verontwaardigd de situatie in ogenschouw neemt.




















Ooijpolder

- Patrijs. Deze keer heb ik hem met zekerheid herkend.
- Juveniel putter
- Ooievaar. Verschillende keren zie ik jonge ooievaren overvliegen.
- Kneu
- Roodborsttapuit 
- Meerkoet 
- Canadese gans
- Buizerd. In een gebiedje waar het blijkbaar goed toeven is voor roofvogels. Meerdere exemplaren kan ik prima volgen met mijn kijker. Op een gegeven moment heb ik rechts van me, in één beeld, drie hoog in de lucht vliegende buizerds te pakken. Aan de andere kant zie ik twee biddende 'roofparkieten'. (Sperwers? Valkjes? Vooralsnog sla ik een intensieve roofvogelstudie over, wegens te ingewikkeld voor mijn babyvogelaarsogen.)

*(Literaire overdrijving.)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten