maandag 12 februari 2018

Carnaval, toppers en een pestvogel




Gordon, Gerard, René en zelfs Jan; ze waren allemaal van de partij in de Bisonbaai. Zo'n elf toppers, waarvan drie van het vrouwelijke geslacht, zwommen er rond tussen de tientallen sterk op hun gelijkende kuifeenden. (Hoewel dat sterk gelijkend steeds minder wordt naarmate ik langer vogel.)




De eenden met de grijze ruggen zijn de mannetjes. De vrouwen zijn bruin en hebben een wit gedecoreerde snavel. (Het vrouwtje linksonder is een beetje winderig.)




D.m.v. gewiekste collages probeer ik toch nog een leuk plaatje te maken van dit soort, door de grote afstand vage foto's.



Menig vogelaar loopt aan hem voorbij en staart zich liever suf op de zwartbuikwaterspreeuw. (Al een paar dagen niet gezien. Ik mis hem zó!) Zelf heeft-ie daar...



...schijt aan.



Als je de vogel goed bekijkt dan is het echt een ín en ín prachtig beest. Weergaloze expressiviteit! Prehistorische schoonheid! En kijk naar die soepele nek; totaal geen last van spanning of stress! Dat krijg je van de hele dag relaxed zitten vissen. Mocht de wetenschap ooit nog reïncarnatie uitvinden, dan wil ik terugkomen als aalscholver!




Over de zwartbuikwaterspreeuw gesproken; deze foto, van een paar dagen voor het (half) bevriezen van zijn vaste standplaats, hád heel aardig kunnen zijn. Als de vogel niet was weggevlogen voordat ik hem scherp kon krijgen. En als-ie niet net voor die leuk vervreemdend werkende takweerspiegeling had gezeten. En als-ie wat groter in beeld was. Omdat ik maar een vogelaar ben die foto’s neemt, en geen fotograaf die vogels schiet, kan ik dit mislukte plaatje wel gewoon hier laten zien zonder me dood te hoeven schamen voor de kwaliteit.




Kok- en stormmeeuwen. Ik fietste erlangs en dacht, laat ik maar snel een foto schieten. Zoveel kans op een foto van vogels op het ijs is er niet dit jaar.





Waarschijnlijk zie ik de ooijpolderreeën vaker omdat meer dan de helft van hun bos(je) is gekapt. Om wat voor reden dan ook. Als ik een medevogelaar mag geloven werd dat stuk land ooit als afvalbelt gebruikt en zit de grond vol met chemische en andere troep.




Nooit eerder gezien, de poten van een grote zaagbek. Ze knallen er behoorlijk uit. Helaas kon ik geen betere foto maken. Scherper en met beide koppen zichtbaar. Omdat er een hele rij bontgekleurde bejaarden mijn pad op kwam nordic walken. Toen moest ik er natuurlijk als een haas vandoor.




Sinds ik me heb laten ombouwen tot vogelaar, inclusief parmantig baardje, word ik veel nieuwsgieriger aangestaard door voorbijgangers als ik aan het vogelen ben. Die denken allemaal dat ik iets heel zeldzaams en bijzonders met mijn camera probeer vast te leggen. Terwijl ik me gewoon in volle concentratie op een huismus heb gestort. Of een aalscholver. Voordeel van mijn transitie is wel dat mensen je altijd vriendelijk groeten. Vogelaars hebben een goede naam. Al heb ik op sommige momenten wel een beetje heimwee naar de tijd dat ze me nog gewoon een rare snuiter vonden waar je beter zo snel mogelijk langs kunt lopen. 





Stadsduiven kun je er regelmatig zien zitten. Maar van deze nijlgans onder de Waalbrug keek ik, letterlijk en figuurlijk, toch wel op.




Stiekem vond ik de waarneming van een in een piepkleine bosplas badderende pimpelmees een stuk mooier. Maar ja, toen stond ik ook niet in een drukke straat, omringd door vogelaars en fotografen, nieuwsgierig aangestaard door voorbijgangers. En werd ik niet bestookt door claxonnerende carnavalsvierders. Dan zwijg ik nog over de achtergrondhousedreunen die men tegenwoordig carnavalsmuziek pleegt te noemen. Dessalniettemin toch wel genoten van de door zijn soortgenoten eenzaam achtergelaten Wijchense pestvogel. Mijn eerste in het werkgebied. 




Toen ik aan kwam fietsen toonde hij zich nog erg verlegen.






Maar ja, met zo'n onweerstaanbare bessenstruik op een paar meter naast je wordt het wel heel moeilijk om je verborgen te houden.










Vanaf dat moment vloog hij om de zoveel tijd afwisselend van hoge boomtop naar bessenstruik. Al kon daar wel een behoorlijke tijd tussen zitten. Daarom fietste ik ter afwisseling naar de plek waar ik een groep ransuilen wist te zitten. Om ter plekke midden in een carnavalsoptocht verzeild te raken. Inclusief Braziliaans drumgeweld. Ik heb niet eens mijn verrekijker richting de roestplek gericht. Alleen al de enorme papier-maché praalwagencarnavalskop op ooghoogte moet ze kilometers op vlucht hebben gejaagd.

Terug dus naar de pestvogel. Het laatste wat ik wil is pestvogels beledigen. Maar hij lijkt een beetje op Donald Trump.

Hieronder nog wat restfoto's.








BewarenBewaren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten