Slang

Een slang! Ik heb een slang in het wild gezien!
Als ik eraan terugdenk lopen de rillingen over m’n rug. Ik had wel DOOD kunnen zijn!

Oké, oké, het was een hazelworm. Maar wel een hazelworm die mijn dag helemaal goed maakte!

Nog maar aan het begin van mijn boswandeling, bij een aan een dal grenzend hek, pauzeer ik om te kijken waar dat gezellige gekwetter toch vandaan komt. In de top van een boom ontdek ik wat leuke zwarte meesjes. In dezelfde boom laat kort daarop een boomklevertje zijn mooie boevenmaskertje zien. Als ik mijn kijker omlaag richt, naar het fladderende gevalletje op een stapel kreupelhout, blijkt het een roodborst te zijn. En vlak daarna zie ik een kleine bonte specht tegen een stam tikken. Allemaal op dezelfde plek, in amper vijftien minuten tijd! Mijn vogeldag kan nu al niet meer stuk. Alles wat ik hierna nog tegenkom is mooi meegenomen.

Twee meter voor mijn neus, te dichtbij om mijn 'antieke' verrekijker fatsoenlijk te kunnen scherpstellen, op een over het fietspad hangende boomtak, haalt een eekhoorntje halsbrekende toeren uit. Met zijn achterpootjes hangt hij aan het uiteinde van een dunne tak, in een poging daar een onrijpe hazelnoot te bemachtigen. Onfatsoenlijk, met veel geluid, knabbelt hij het nootje kort daarna op. Als ik nóg wat dichterbij kom, verdwijnt hij 'vloekend en tierend' in de top van de boom. 

In de hoop de roodborsttapuit ook nog aan mijn succesvolle vogelwaarnemingslijst van vandaag te kunnen toevoegen, bewandel ik hetzelfde pad als waar ik ze een paar dagen eerder zag. En jawel, er zitten er weer een aantal op wat takken in het heideveld. De zwarte mezen, die ik verderop meen te zien blijken, na goed kijken, juveniel koolmeesjes te zijn. Er tekent zich een lichte, zwarte stropdas op hun borstjes af en er ontbreekt een piepklein kuifje op hun kop en een witte vlek op hun 'achterhoofd'. 

Op hetzelfde pad, tien minuten later, ga ik bijna op een bruin, langwerpig beestje van een centimeter of veertig staan. 'Een slang!', denk ik verheugd. Al bedenk ik tegelijkertijd dat het een hazelworm moet zijn. Een soort hagedis zonder pootjes. Hij ligt doodstil, in de hoop dat ik hem door zijn camouflagekleuren niet zal zien. Met een stokje tik ik hem voorzichtig onder zijn borst aan en als een ietwat stijve, stramme slang kronkelt hij het struikgewas in. Wat een onverwachte topdag! 


Met mijn ouwe herenfiets knal ik vrolijk op het hobbelige mountainbike-pad naar huis.

Heumensoord

- Zwarte mees
- Boomklevertje
- Roodborst
- Kleine bonte specht
- Eekhoorn
- Buizerd
Of een ander merk roofvogel. Hij vloog voor me op, ging een twintigtal meter verderop prachtig in zicht op een dode tak zitten, maar besloot toen dat het ook daar niet helemaal enge vogelaars-veilig was.
- Koolmees 
- Roodborsttapuit
- Hazelworm