maandag 11 april 2016

Snor

Het is mooi weer, dus ik besluit naar de Kraaijenbergse Plassen te fietsen om de een dag eerder aldaar gespotte baardmannetjes te zoeken. Ik blijk echter niet de enige met dat plan te zijn... Een fotograaf is bezig een zingende blauwborst te besluipen, dus die stelt het vast niet op prijs als ik achter hem aan kom huppelen om naar hetzelfde beestje te verrekijken. Vlakbij staat een man een geluidsopname te maken, dus ik moet eigenlijk ook nog op m’n sokken gaan lopen en krakende grassprieten zien te vermijden. Een andere vogelaar komt naar mij toe en vraagt of ik de snor gehoord heb en misschien een beflijster heb gezien. (Voor alle duidelijkheid: dit zijn allemaal echte vogelnamen! En Nico en Hans waren nergens te bekennen!) 

Ik laat de 'drukte' achter me en fiets verder naar Tongelaar. Dat is een enorm fijn, mooi plattelandsgebied én daar zitten geelgorzen. En in geelgorzen heb ik nu minstens zoveel zin als in baardmannetjes. Ik vind er al snel een. Het vijfde symfonie van Beethoven-geelgorsriedeltje laat hij niet horen, maar met dit roepje ben ik vooralsnog ook tevreden. Verderop in een boom hoor ik een vink, maar als ik omhoog kijk blijkt het een schizofrene spreeuw te zijn! Spreeuwen kunnen ontzettend goed geluiden imiteren. Autoalarms, wekkers, opengaande treindeuren; een spreeuw draait er z’n vleugel niet voor om. Ook de vinkenslag gaat hem blijkbaar makkelijk af.




















Een rode eekhoorn trekt zich niets van mij aan en blijft rustig op zijn nootje knabbelen.


















De laatste keer dat ik opkeek van geritsel in het struikgewas bleken het twee wezeltjes te zijn. Normaal gesproken is het een merel of een roodborst, maar nú was het een (vermoedelijk) veldmuis die mij vanuit zijn holletje aanstaarde. Door mijn kijker bestudeerde ik zijn koppie. Nadat hij in zijn hol verdwenen was maakte ik een schetsje uit mijn helaas niet fotografische geheugen en fotografeerde ik zijn woning van dichtbij.

Op de terugweg stop ik toch weer even bij de Kraaijenbergse Plassen. Op een paar rumoerige meisjes wat verderop na, is er deze keer niemand. Nauwkeurig bestudeer ik het hele rietveld, tot een monotoon, snorrend geluid mijn aandacht trekt. Verhip, dat is vast de snor waar die vogelaars naar op zoek waren! Laten zien doet-ie zich niet en z’n zang kan ik helaas niet opnemen; de accu van m’n iPhone is leeggeraakt omdat ik zo nodig wat vinkenzangopnames moest maken… Kort daarop komen er drie andere vogelaars aanlopen en wordt mijn snor-determinatie officieel bevestigd. Zeldzame gast in Gelderland en voor het eerst aanwezig in dit gebied! Stiekem maakt dat de waarneming toch weer een stukkie leuker. Ze attenderen me ook nog op de roep van een waterral en een voorbijvliegende kleine mantelmeeuw. En ze waren zichtbaar blij dat ze een échte striptekenaar hadden ontmoet. Geef ze eens ongelijk.

Mars' waarnemingen van vandaag.

2 opmerkingen:

  1. Leuk blog weer, Mars! Maar de Snor mag helaaas (nog) niet op de Gelderlandlijst...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Klopt, Jeroen! In het berichtje hierboven corrigeer ik mijn fout.

    BeantwoordenVerwijderen